Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek

Gaswinning: wat vinden de inwoners van de provincie Groningen?

Onderzoek toont aan dat inwoners negatiever over de gaswinning denken dan voorgaande jaren

Wat vinden inwoners van de provincie Groningen over de gaswinning? Hoe kijken ze aan tegen de gevolgen? En hoe veranderen hun opvattingen door de jaren heen? Onderzoekers van de RUG doen sinds 2013 in verschillende fasen onafhankelijk onderzoek naar de mening van Groningers over de gaswinning. Recentelijk zijn de resultaten van onderzoeksfase 6, uitgevoerd in de periode februari-mei 2019, bekendgemaakt.

Inwoners in drie regio’s in de provincie, elk in verschillende mate beïnvloed door de gaswinning, kregen in het voorjaar op basis van een aselecte steekproef een vragenlijst uitgereikt. RUG-onderzoekers Leonie Vrieling, Goda Perlaviciute en Linda Steg vroegen in de vragenlijst naar de mening van inwoners over verschillende onderwerpen met betrekking tot de gaswinning.

Interessant was de nieuwe context waarin de zesde onderzoeksfase plaatsvond: minister Eric Wiebes besloot in maart 2018, na de vijfde onderzoeksfase, dat de gaswinning tot 2030 volledig wordt teruggebracht. Hieronder worden enkele resultaten van het onderzoek kort uitgelicht.

Oordelen over de gaswinning

Sinds de eerste fase van het onderzoek in 2013 is de acceptatie van de gaswinning bij inwoners uit alle drie regio’s duidelijk gedaald. Wel zijn er daarbij binnen de regio’s verschillen te zien. Inwoners van de zwaarst getroffen regio 1 (Loppersum) zijn sterker tegen gaswinning dan inwoners uit regio 2 (Bedum, Appingedam, Slochteren) en regio 3 (stad Groningen, Zuidhorn, Delfzijl). Hetzelfde geldt voor de vraag of de gaswinning moet stoppen. Ten opzichte van eerdere fases willen deelnemers vaker een einde aan de gaswinning. Deelnemers uit regio 1 delen die mening het sterkst.

Oordelen over aardbevingen als gevolg van gaswinning

Op de vraag hoe ernstig, zorgwekkend en/of gevaarlijk de deelnemers de aardbevingen vinden antwoorden zij door de jaren heen ongeveer hetzelfde. De participanten vinden het steeds heel ernstig, zorgwekkend en/of gevaarlijk. Tussen de regio’s is daarbij weinig verschil.

Ook werd gevraagd naar risicoperceptie ten aanzien van gevolgen zoals lichamelijk letsel, schade aan eigen of andermans huis en het ontstaan van een negatief beeld van de provincie Groningen. Daarbij schatte het grootste deel van de deelnemers dat in als grote, reële risico’s.

Wat voor emoties brengt dat bij hen teweeg? Ook daarnaar keken de onderzoekers. Deelnemers in fase 6 voelen zich vooral machteloos als het op de aardbevingen aankomt. Daarnaast zijn ze ook redelijk teleurgesteld, boos en verontwaardigd. Optimisme, angst en hoop voelen zij minder.

Vertrouwen in betrokken partijen

Op drie vlakken werd de respondenten gevraagd naar hun vertrouwen in betrokken instanties waaronder de NAM, de rijksoverheid en de provincie Groningen: integriteit, gedrag in het verleden en competenties.

Deelnemers vinden de NAM het minst integer, gevolgd door de rijksoverheid. De provincie wordt iets integerder gevonden en de eigen gemeente het meest integer. Voor het gedrag in het verleden is een soortgelijk patroon te zien. Wel zijn er bij de vraag rondom integriteit meer regionale verschillen dan bij de vraag over gedrag in het verleden.

Ook wat betreft deskundigheid van de instanties zijn er veel paralellen. Deelnemers zien de NAM en de rijksoverheid als minst deskundig. Onder andere de eigen provincie en gemeente vinden zij deskundiger.

Ten opzichte van eerdere onderzoeksfases is het vertrouwen in de NAM en de rijksoverheid op alle vlakken afgenomen. Het vertrouwen in de Nationaal Coördinator Groningen is juist toegenomen.

Oordelen over maatregelen rondom gaswinning en aardbeving

Een aantal deelnemers uit het onderzoek, vooral uit regio 1 rond Loppersum, zegt aardbevingsschade te hebben en dit te hebben gemeld. Zij vinden in vergelijking met eerdere fase 5 de schadeafhandeling negatiever, slechter, minder zorgvuldig en trager.

De deelnemers van het onderzoek leggen de verantwoordelijkheid van de schadeafhandeling voornamelijk bij de rijksoverheid, gemeente en provincie. De NAM, naast andere instanties, houden zij minder verantwoordelijk. Zie voor de volledige resultaten van het onderzoek en meer informatie de pagina Onderzoek Gaswinning Groningen.

Laatst gewijzigd:16 september 2020 09:56
View this page in: English