13-01-'05 | A. Le Coq
De betekenis van het vrijzinnige kerklied
In de periode 1870 - 1973 heeft de Nederlandse Protestantenbond (NPB) drie liedbundels samengesteld: in 1882, 1920 en 1944. Promovendus Le Coq onderzocht hun theologische en hymnologische betekenis.
De negentiende-eeuwse moderne theologie vormde de achtergrond van de eerste bundel. Hierin waren voornamelijk teksten uit bestaande bundels overgenomen, vrijwel alle gewijzigd in modern-theologische geest. In het begin van de twintigste eeuw ontstond een rechts-moderne stroming, die kritiek had op het optimistisch activisme en het gebrek aan zondebesef van de eerste bundel. Dat leidde tot de verschijning van een Vervolgbundel (1920). Belangrijk waren de teksten van Jacq. van der Waals en de melodieën van Jul. Röntgen.
Aan de derde NPB-bundel (1944) werkten vrijwel alle vrijzinnig-protestantse organisaties mee. Deze droeg een meer kerkelijk karakter dan de voorgaande bundels. Inspirator was de dichter J.J. Thomson. Het streven naar een eigen vrijzinnig-protestantse liedbundel kwam ten einde door participatie in het oecumenische Liedboek voor de Kerken (1973). De NPB-bundels zijn voor de opbouw van godsdienstig gemeenschapsleven in het vrijzinnig protestantisme van grote betekenis geweest.
Adri le Coq (Hilversum, 1929) studeerde theologie aan de Universiteit Utrecht. Hij werkte 18 jaar als hervormd predikant en aansluitend als docent aan Windesheim te Zwolle. Zijn promotieonderzoek verrichtte hij bij de Faculteit der Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG.
Datum en tijd
donderdag 13 januari 2005, 13.15 uur
Promovendus
Het vrijzinnige kerklied in Nederland 1870-1973
Proefschrift
(handelsuitgave Uitgeverij Kok, Kampen, ISBN 90-435-1071-8, winkelprijs 34,90 euro)
Het vrijzinnige kerklied in Nederland 1870-1973
Promotor
prof.dr. E.H. Cossee
Laatst gewijzigd: | 29 augustus 2023 12:32 |