Skip to ContentSkip to Navigation
Onderwijs De Graduate Schools van de faculteiten Graduate School of Religion, Culture and Society PhD Programme Graduations 2004

06-12-'04 | G.T. Jensma

Oera Linda-boek was poging van Haverschmidt om bijbel te ontkrachten

De beruchte negentiende-eeuwse mystificatie het Oera Linda-boek houdt de gemoederen in en buiten Friesland al bijna anderhalve eeuw bezig. In het boek, dat in 1867 opdook bij een timmerbaas in Den Helder, wordt verhaald over een vierduizend jaar oude, schitterende Friese cultuur. Over de echtheid, het karakter en de mogelijke auteur van het boek zijn de meningen nog steeds verdeeld. Het proefschrift van Goffe Jensma over de zaak berust op uitgebreid literair-historisch onderzoek en bevat twee verstrekkende conclusies. Het boek moet allereerst geïnterpreteerd worden als een godsdienstig geschrift, zowel in intentie als in de ontvangst. En: François Haverschmidt was de geestelijk vader van het Oera Linda-boek. Het was zijn bedoeling om zijn orthodoxe tijdgenoten te laten zien dat ze de christelijke bijbel niet letterlijk moesten nemen. Jensma promoveert op 6 december 2004 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Wie een vluchtige blik werpt in het oorspronkelijke Oera Linda-handschrift, krijgt de indruk dat het gaat om een oeroude kroniek van de familie Over de Linden en om een werkelijke weerspiegeling van een millennia-oude cultuur, geleid door vrouwen, met een vergaande liberale inslag. De Leeuwarder classicus Jan Gerhardus Ottema geloofde het boek op zijn woord. Dankzij zijn vertaling en uitgave (uit 1872) kon het boek later, vooral in Duitsland in het Interbellum en in de Angelsaksisch georiënteerde New Age-beweging, worden gelezen als een ‘bijbel’.

Godsdienstige boodschap

Promovendus Jensma verruilde de vluchtige blik voor een grondige analyse van het handschrift met behulp van de beschikbare bronnen en literatuur. Hij zag dat Ottema’s reactie juist niet was wat de hoofdauteur, François Haverschmidt, voor ogen had. Mensen moesten slechts voor even in het werk geloven en niet, zoals Ottema deed, zich er volledig aan overgeven. In het boek zijn namelijk tal van waarschuwingen ingebouwd, die bij nader inzien de onechtheid zichtbaar maakten. Zo is het papier al te knullig geel gemaakt en lijkt het schrift misschien op runen, maar gaat het in werkelijkheid om vrij makkelijk leesbare Romeinse kapitalen. De taal lijkt net zo in eerste instantie oud-Fries, maar is een cabaretesk vervormd Nederlands.

Tenslotte gaat achter de kolderieke en de fragmentarische historische inhoud een consistente godsdienstige boodschap schuil, aldus Jensma. Een inhoud die nauw aansluit bij het negentiende eeuwse modernisme. Deze theologische stroming probeerde theologie en natuurwetenschappen met elkaar in overeenstemming te brengen. Ze achtte het christelijk wonder onmogelijk en kon evenmin instemmen met een letterlijke interpretatie van de bijbel als Gods Woord. Het Oera Linda-boek krijgt de meeste betekenis, aldus Jensma, als men het interpreteert als een vanuit dit modernistisch perspectief geschreven allegorie van de negentiende-eeuwse Richtingenstrijd tussen vrijzinnigheid en fundamentalistische orthodoxie.

Op het moment dat in de te verwachten publieke discussie het boek definitief voor onecht zou worden aangemerkt, zou de modernistische Haverschmidt zelf ten tonele verschijnen en vertellen dat men deze tekst noch de bijbel letterlijk moest nemen. Deze bedoeling van dichter-dominee Haverschmidt en zijn twee co-auteurs Eelco Verwijs en Cornelis over de Linden werd doorkruist door de onwrikbaarheid van Ottema’s geloof in de tekst.

Het is opmerkelijk dat Haverschmidts eventuele auteurschap tot nu toe nooit systematisch is onderzocht. Want het Oera Linda-boek past, zo concludeert Jensma, ‘als een hand in een handschoen’ in zijn oeuvre. Het toont tal van overeenkomsten met zijn andere werken en getuigt van dezelfde drang tot mystificatie die zijn alter ego Piet Paaltjens aan de dag legde. Jensma: ‘Haverschmidt is een complex auteur, zich bewust van de mogelijkheden van zijn ironisch schrijverschap. Het Oera Linda-boek is hiervan het beste bewijs.’

Curriculum vitae

Goffe Jensma (Kornhorn, 1956) studeerde filosofie en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna werkte hij als freelance historicus en contractonderzoeker onder meer voor de Open Universiteit, de Erasmusuniversiteit Rotterdam en de RUG. Sinds 2000 is hij als literatuur- en cultuurhistoricus werkzaam aan de Fryske Akademy in Leeuwarden, van waaruit hij bovendien als universitair docent Friese cultuur- en literatuurgeschiedenis is gedetacheerd aan de Universiteit van Amsterdam. Van zijn hand verschenen verschillende boeken, onder andere over de universiteitsgeschiedenis van Nederland in de negentiende en twintigste eeuw en over de negentiende-eeuwse totstandkoming van het moderne Frieslandbeeld. In februari 2005 verschijnt een wetenschappelijk verantwoorde heruitgave van het Oera Linda-boek bij Uitgeverij Verloren in Hilversum. Jensma begon zijn mede door NWO betaalde promotieonderzoek bij de vakgroep Godsdienstwetenschap van de faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG en voltooide het aan de Fryske Akademy. De titel van zijn proefschrift luidt: De gemaskerde god. François Haverschmidt en het Oera Linda-boek.

Datum en tijd

maandag 6 december 2004, 16.15 uur

Promovendus

G.T. Jensma

Proefschrift

(handelsuitgave: Uitgeversmaatschappij Walburg Pers in Zutphen. ISBN 90-5730-344-2. De prijs van het boek is 35 euro)

De gemaskerde God. François HaverSchmidt en het Oera Linda-boek

Promotores

prof.dr. J. Bremmer en prof.dr. M.T.C. Matthijssen-Verkooijen

Laatst gewijzigd:29 augustus 2023 12:32
View this page in: English