Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Actueel Agenda Promoties Rechtsgeleerdheid

Towards ecological governance in EU energy law

With a focus on biomass regulation and the use of ‘best available techniques’
Promotie:Mw. R.A. Giljam
Wanneer:07 maart 2019
Aanvang:14:30
Promotors:prof. mr. dr. H.H.B. (Hans) Vedder, prof. dr. M.M. Roggenkamp
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Rechtsgeleerdheid
Towards ecological governance in EU energy law

Invoeren ecologische benadering in energierecht op voorwaarden mogelijk

Volgens Renske Giljam is het mogelijk om met behulp van bestaande juridische instrumenten (in het bijzonder het concept van 'best beschikbare technieken') meer een ecologische benadering in te voeren in het Europese energierecht. Maar om een dergelijke benadering volledig in te voeren is het wel noodzakelijk om veranderingen door te voeren die veel verder gaan dan het aanpassen van het juridische kader. Hiervoor moeten op systeemniveau andere afwegingen worden gemaakt, die uiteindelijk hun weerslag zullen moeten krijgen in het juridische raamwerk.

Giljam heeft voor haar promotie onderzocht hoe een volwaardige ketenbenadering kan worden geïmplementeerd in het Europese energierecht om de energietransitie te faciliteren en versnellen. Hierbij fungeerde de regelgeving voor biomassa en biobrandstoffen als leidraad, omdat daarin duurzaamheidscriteria zijn opgenomen die de gehele productieketen beslaan. Zorgvuldige analyse toonde echter aan dat de huidige wetgeving ontoereikend is om te kunnen spreken van een volwaardige ketenbenadering. Vervolgens bekeek Giljam in hoeverre een ecologische (keten)benadering kan worden geïmplementeerd door vaker het gebruik van ‘best beschikbare technieken’ (BBT) verplicht te stellen. Dit juridische instrument staat centraal in de regulering van industriële emissies, maar niet in andere delen van de productieketen. In principe lijkt het verplicht toepassen van BBT op nieuwe terreinen goed mogelijk. Daarna is gekeken in hoeverre zo’n bredere toepassing verenigbaar zou zijn met het (internationaal) handelsrecht. Ook hier lijken geen principiële, juridische belemmeringen te bestaan, mits aan bepaalde eisen wordt voldaan. Tot slot heeft Giljam onderzocht in hoeverre het gebruik van ‘technologieneutrale’ juridische instrumenten, zoals de BBT, wenselijk en/of noodzakelijk is in de invoering van een (toekomstbestendige) ecologische benadering. Dergelijke instrumenten blijken hiervoor niet essentieel. Op basis van haat onderzoek stelt Giljam dat het invoeren van een ecologische benadering alleen mogelijk is als tevens bepaalde aannames achter het huidige (juridische en economische) raamwerk in twijfel worden getrokken. Met name het idee van (permanente) economische groei staat op gespannen voet met een ecologische benadering in het Europese energierecht. Derhalve is een systeemverandering nodig die verder gaat dan enkel het juridische raamwerk.