Arbeidssociologie

Dit is een conceptversie. De vakomschrijving kan nog wijzigen, bekijk deze pagina op een later moment nog eens.
Faculteit |
Gedrags- en MaatschappijWetenschappen |
Jaar |
2020/21 |
Vakcode |
SOBA301A |
Vaknaam |
Arbeidssociologie |
Niveau(s) |
bachelor
|
Voertaal |
Nederlands |
Periode |
semester II a
|
ECTS |
5 |
Rooster |
rooster.rug.nl |
Uitgebreide vaknaam |
Arbeidssociologie |
Leerdoelen |
De succesvolle student is in staat actuele vraagstukken en discussies betreffende arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen te beoordelen in het licht van de samenhang tussen economische en sociale welvaart en de onderliggende werkzame mechanismen. Daarbij is hij of zij in staat op academisch niveau geschreven (Nederlandstalige) sociaal-economische analyses te begrijpen, samen te vatten en te duiden. In het bijzonder kan de student na afronding van de cursus een beargumenteerd oordeel geven over de mate waarin ons arbeidsbestel ‘evenwichtige’ uitkomsten tot stand brengt in de verhouding tussen betaalde arbeid en vrije tijd, de baankansen op de arbeidsmarkt en de inkomensverdeling. Tevens kan hij/zij aangeven wat hierin de belangrijkste verstorende factoren zijn. Een checklist van 100 begrippen en theorieën dekt de literatuur en collegestof af, aangevuld met een reeks van 30 sleutelvragen. Aan de hand hiervan kan de student zelf beoordelen of hij/zij alle specifieke kenniselementen heeft opgepikt en weet uit te leggen. |
Omschrijving |
De arbeidsmarkt is een van de belangrijkste coördinatiemechanismen in onze samen-leving. Via haar worden arbeidskrachten over de verschillende banen en bedrijven verdeeld en verwerven individuen het grootste deel van hun inkomen en sociale status. De arbeidsmarkt kent veel interne problemen en staat onder sterke invloed van externe krachten (overheid, sociale zekerheid, vakbonden). Bovendien is er een gecompliceerde afstemmingsrelatie met de activiteiten in de huishoudsector. Specifieke onderwerpen die aan de orde komen zijn: de formele en informele economie; de prijsvorming van arbeid; arbeidsparticipatie; werkloosheid; inkomensverdeling; arbeidsbemiddeling en sociale zekerheid; vakbonden en het stelsel van collectieve arbeidsverhoudingen. Het resultaat van dit alles kan worden beoordeeld aan de hand van het theoretische criterium van ‘evenwichtigheid’. Dit criterium, dat steeds naar concrete omstandigheden moet worden vertaald, vormt het referentiepunt voor veel wetenschappelijke en beleidsmatige discussies. Ons arbeidsbestel functioneert ‘evenwichtig’ wanneer het stimuleert tot een zo groot mogelijke economische en sociale welvaart, die in overeenstemming is met de voorkeuren van de bevolking. De betaalde arbeidsmarkt is evenwichtig wanneer zich (a) geen omvangrijke werkloosheid of personeelstekorten voordoen, (b) geen hardnekkige discrepanties optreden tussen aangeboden en gevraagde soorten arbeid en (c) de resulterende inkomensverdeling kan worden opgevat als een uitdrukking van ‘compenserende ongelijkheid’. |
Uren per week |
4 |
Onderwijsvorm |
hoorcollege
|
Toetsvorm |
schriftelijk tentamen (essay)
|
Vaksoort |
bachelor
|
Coördinator |
Z. Lippényi, PhD.
|
Verplichte literatuur |
Titel |
Auteur |
ISBN |
Prijs |
Online literatuur |
|
|
|
|
Entreevoorwaarden |
|
Opmerkingen |
|
Opgenomen in |
|