1 | Arch. Klassieke Oudheid - Grieks | LPX016P05 |
In dit college wordt een overzicht gegeven van de Griekse archeologie en kunstgeschiedenis. Hierbij komen onderwerpen uit de schilderkunst, de beeldhouwkunst en de architectuur en stedenbouw van de Griekse Oudheid aan bod. Daarbij zal gedemonstreerd worden over welke archeologische en kunsthistorische methoden de onderzoeker beschikt om de aan het archeologische bronnenmateriaal gestelde vragen te kunnen onderzoeken. Dit college is gericht op het ontwikkelen van een wetenschappelijke houding van de student ten aanzien van de klassieke archeologie, dat wil zeggen het opzetten van systematische analyses en het genereren van relevante vraagstellingen met het doel om de sociale context te reconstrueren waarbinnen de bestudeerde objecten hebben gefunctioneerd. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels en Nederlands | Coordinator | C.P. Dickenson, PhD. | Docent(en) | C.P. Dickenson, PhD. | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | presentatie, schriftelijk tentamen, wekelijkse opdrachten | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | geen | Opmerkingen | 80% aanwezigheidsplicht en actieve deelname tijdens de colleges. Dit vak staat open als bijvak en als invulling van de vrije ruimte voor studenten van andere opleidingen. |
|
| terug naar boven |
|
2 | Arch. Klassieke Oudheid - Romeins | LPX017P05 |
In dit college wordt een overzicht gegeven van de Romeinse archeologie en kunstgeschiedenis. Hierbij komen onderwerpen uit de schilderkunst, de beeldhouwkunst en de architectuur en stedenbouw van de Romeinse Oudheid aan bod. Daarbij zal gedemonstreerd worden over welke archeologische en kunsthistorische methoden de onderzoeker beschikt om de aan het archeologische bronnenmateriaal gestelde vragen te kunnen onderzoeken. Dit college is gericht op het ontwikkelen van een wetenschappelijke houding van de student ten aanzien van de klassieke archeologie, dat wil zeggen het opzetten van systematische analyses en het genereren van relevante vraagstellingen met het doel om de sociale context te reconstrueren waarbinnen de bestudeerde objecten hebben gefunctioneerd. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | T.C.A. de Haas, PhD. | Docent(en) | T.C.A. de Haas, PhD. | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | presentatie, schriftelijk tentamen | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | geen | Opmerkingen | 80% aanwezigheidsplicht; actieve deelname tijdens de colleges; het halen van deadlines. Dit vak staat open als bijvak en als invulling van de vrije ruimte voor studenten van andere opleidingen. |
|
| terug naar boven |
|
3 | Archaeology of the Roman Empire | LPX024B10 |
Dit college behandelt de archeologie van het Romeinse rijk vanaf het begin van de republiek (5e en 4e eeuw v.Chr) en het einde van het rijk in de 5e eeuw n. Chr. De nadruk ligt op verstedelijking, handel en economie, landbouw, kolonisatie, architectuur en grafgebruiken. Aandacht wordt besteed aan de verschillen in aard van de archeologische gegevens en de problemen met interpretatie van deze bronnen. De ontwikkelingen binnen de provinciën worden geplaatst binnen de lopende discussies met betrekking tot Romanisering, urbanisatie en globalisering. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels | Coordinator | T.C.A. de Haas, PhD. | Docent(en) | T.C.A. de Haas, PhD. | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | werkstuk(ken), presentatie, schriftelijke opdracht(en), schriftelijk tentamen | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | 45 ECTS behaald van de propedeuse. | Opmerkingen | Aanwezigheidsplicht 80% |
|
| terug naar boven |
|
4 | Art and Archaeology of Classical Greece | LPX021B10 |
Deze cursus geeft een overzicht van de Griekse archeologie vanaf de Archaïsche en Klassieke periode tot aan de Hellenistische en Romeinse periode en bestrijkt ongeveer de tijd tussen 800 v. Chr. tot 300 n. Chr; de nadruk ligt op de Klassieke periode (ca. 500-300 v. Chr.). De cursus stelt zich tot doel om de studenten te laten kennismaken met de Griekse archeologie en de Griekse kunst, en om aan te tonen dat archeologische overblijfselen gebruikt kunnen worden om historische vragen te stellen, zoals naar sociale verhoudingen, politieke ideologie en de mentaliteit van de oude Grieken. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels | Coordinator | A.C. Moles, PhD. | Docent(en) | A.C. Moles, PhD.prof. dr. S. Voutsaki | Onderwijsvorm | werkcollege, hoorcollege | Toetsvorm | presentatie, schriftelijk tentamen, werkstuk(ken) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Toegang tot het tweede jaar, d.w.z. minimaal 45 ECTS behaald uit de propedeuse, waaronder Archeologie van de Klassieke Oudheid. | Opmerkingen | Aanwezigheidsplicht 80%. Dit vak is het derde onderdeel van een vierdelige serie vakken: 1. Aegean Prehistory: the world of the Palaces 2. Pre-Roman Italy 3. Art and Archaeology of Classical Greece en 4, Archaeology of the Roman Empire. |
|
| terug naar boven |
|
5 | Handelaren en Koningen | LPX039B10 |
Door middel van hoor- en werkcolleges, en eigen presentaties en een argumentatief paper, doen de studenten kennis op over cultuurconcepten en identiteit, de rol van materiële cultuur, nederzettingsdynamiek en bestaansbasis, maar ook sociale structuur, contacten en mobiliteit en de cosmologische en rituele structuren in laat-prehistorische en vroeg-historische gemeenschappen. Hierbij wordt de data beschikbaar voor Nederland verweven in lopende academische beeldvorming op Noordwest-Europees niveau. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. S. Arnoldussen | Docent(en) | dr. S. Arnoldussendr. A. Nieuwhof | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | presentatie, schriftelijke opdracht(en) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Toegang tot het tweede jaar, d.w.z. minimaal 45 ECTS behaald uit de propedeuse. | Opmerkingen | Er geldt een 80% aanwezigheidsplicht tijdens de vakken. |
|
| terug naar boven |
|
6 | History and Material Culture | LPX051B10 |
History and Material culture in the Ancient World Waarom bouwden Grieken tempels? Waarom werden geschenken aan de doden meegegeven? Waarom waren standbeelden van Romeinse keizers zo noodzakkelijk in oude steden? Waarom moesten christenen het Ware Kruis vinden? Wat voor soort betekenissen hadden deze dingen, welke verhalen roepen ze op? Zulke vragen komen aan bod in deze cursus waarin materiële cultuur beschouwt wordt als een bron voor oudheidstudies, zowel op zichzelf als in de context van een groter historisch verhaal. Deze cursus wordt gegeven door een archeoloog en een historicus uit de oudheid die samen studenten begeleiden langs een breed spectrum aan benaderingen - zoals artefactanalyse, geheugenstudies, ruimtelijke theorieën, netwerktheorie, fenomenologie, funeraire studies, architectuur en landschapsstudies - die gebruikt worden in actuele studies gericht op de interpretatie van de sociale en culturele dynamiek van de oudheid. De cursus wordt in het Engels gegeven. Het is een verplicht onderdeel van de (premaster) minor Oudheidstudies, maar zal ook van belang zijn voor studenten in programma's met keuzevakken (vrije ruimte) die meer willen weten over de antieke wereld, vooral voor studenten archeologie en geschiedenis. De cursus is ook van potentieel belang voor studenten uit andere disciplines (bijvoorbeeld kunstgeschiedenis, culturele geografie, religieuze studies). |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels | Coordinator | A.C. Moles, PhD. | Docent(en) | A.C. Moles, PhD. | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | actieve participatie, essay, presentatie | ECTS | 10 |
|
| terug naar boven |
|
7 | Inleiding historische Archeologie | LPX021P05 |
Dit vak vormt een introductie op de archeologie van Nederland in perioden waarover historische gegevens bekend zijn maar ons beeld toch in sterke mate door archeologisch onderzoek wordt bepaald. Dat zijn met name de Romeinse tijd en middeleeuwen (ca. 0-1200 na Chr.). Het college is thematisch opgebouwd, waarbij afzonderlijk voor de Romeinse tijd en de middeleeuwen wordt ingegaan op de volgende onderwerpen: de belangrijkste historische gebeurtenissen, bewoning op het platteland en economie (op zand, klei en veen), de ontwikkeling van steden en versterkingen, en religie, ritueel en de inrichting van de samenleving. Per thema worden beeldbepalende ‘type-sites’ behandeld, aangevuld met vindplaatsen die in individuele presentaties door de studenten zelf worden besproken. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. J.A.W. Nicolay | Docent(en) | dr. J.A.W. Nicolay | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | presentatie, schriftelijk tentamen | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Geen | Opmerkingen | 80% aanwezigheidsplicht en actieve deelname tijdens de colleges. Dit vak staat open als bijvak en Open College. Hoofdvakstudenten hebben voorrang op bijvakstudenten. |
|
| terug naar boven |
|
8 | Inleiding Prehistorie van Nederland | LPX024P05 |
Deze module vormt een eerste kennismaking met de prehistorie van Nederland. In het college is aandacht voor archeologie van ons land, maar ook voor een ruimer geografisch kader. Aandacht gaat uit naar landschapsontwikkeling, bestaanswijzen, grafritueel, bewoning en technologie. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. J.H.M. Peeters | Docent(en) | dr. J.P. Kleijne | Onderwijsvorm | excursie, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen, schriftelijke opdracht(en) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Geen | Opmerkingen | 80% aanwezigheidsplicht en actieve deelname tijdens de colleges. Dit vak staat open als bijvak en Open College. |
|
| terug naar boven |
|
9 | Jager-verzamelaars & Vroege Boeren Nw Eu | LPX045B10 |
Homo sapiens is als enige menselijke soort in Europa overgebleven na duizenden jaren co-existentie met Neanderthalers. Gedurende enkele tienduizenden jaren bevolkten groepen jager-verzamelaars onder wisselende klimaats- en omgevingsomstandigheden verschillende delen van het Europese continent. In de loop van het Holoceen werd het jager-verzamelaarsbestaan in toenemende mate beïnvloed door landbouwactiviteiten, als gevolg van veranderingen in sociaal-culturele netwerken. In deze module wordt gekeken naar de dynamiek van veranderingsprocessen gedurende het Jong-Paleolithicum t/m het Neolithicum vanuit verschillende thematische invalshoeken, zoals technologie, identiteit, voedselvoorziening, kosmologie en sociale organisatie. Naast aandacht voor antropologie en materiële cultuur wordt ook ingegaan op specifieke aspecten van de archeologische monumentenzorg ten aanzien van vroeg-prehistorisch erfgoed. |
|
| terug naar boven |
|