Informatie over Ma Nederlands Recht - specialisatie Ondernemingsrecht
Hieronder staan het programma en de vakomschrijvingen van Ma Nederlands Recht - specialisatie Ondernemingsrecht Klik op de naam van een vak in een schema om naar de omschrijving te gaan.
» Jaar 4 (Verplichte Onderdelen) | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
semester I | c. verplicht | RGDOS017 | Seminaar Nederlands Recht | Nederlands | 6 | variabel | |
semester I a | verplicht | RGMHA00106 | Arbeidsovereenkomstenrecht | Nederlands | 6 | 2 | |
a. verplicht | RGMHA00606 | Ondernemingsrecht 1 (NV- en BV Recht) | Nederlands | 6 | 4 | ||
semester I b | verplicht | RGAHA90206 | Insolventierecht | Nederlands | 6 | 4 | |
b. verplicht | RGDOS04 | Keuzeruimte Master | Nederlands | variabel | |||
semester II | e. verplicht | RG00061012 | Masterscriptie 12 ec | Nederlands | 12 | ||
d. verplicht | RGMDOS801 | Recht in Praktijk (zie overzicht) | Engels en Nederlands | variabel | |||
semester II a | verplicht | RGMEE00206 | Mededingingsrecht | Nederlands | 6 | variabel | |
semester II b | verplicht | RGMHA02006 | Ondernemingsrecht 2 | Nederlands | 6 | 4 | |
Opmerkingen |
* 1-9-20 herziening OER / onderdelen (invoering recht in praktijk onderdeel), zie de Overgangsregeling invoering Recht in Praktijk in master.
| ||||||
» (jaar 4) Keuzevakken - geadviseerd voor Ondernemingsrecht | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
semester I a | keuze | RGMFI10406 | Fiscaal ondern.recht voor n-fiscalisten | Nederlands | 6 | 4 | |
keuze | RGMHA00506 | Intellectuele Eigendom | Nederlands | 6 | 4 | ||
semester I b | keuze | RGMBE01006 | Sociale Zekerheidsrecht | Nederlands | 6 | variabel | |
semester II | keuze | RGMDOS0100 | Learning Communities | Nederlands | |||
semester II a | keuze | RGMHA00206 | Collectief Arbeidsrecht | Nederlands | 6 | 4 | |
Opmerkingen | 1-9-19: Naamswijziging: Belastingrecht 2 -> Fiscaal Ondernemingsrecht voor niet-fiscalisten. Indien Belastingrecht 2 voor 1-9-19 is afgelegd als onderdeel van het bachelorexamen dan kan Fiscaal ondernemingsrecht voor niet-fiscalisten niet als keuzevak opgenomen worden. | ||||||
» (jaar 4) Seminaars Nederlands Recht - geadviseerd voor Ondernemingsrecht | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
hele jaar | a. (keuze) | RGMHA01906 | Seminaar Corporate Litigation | Nederlands | 6 | variabel | |
semester I | keuze | RGMPR02206 | Seminaar Commerciële Contracten | Nederlands | 6 | 2 | |
keuze | RGMRG00206 | Seminaar Ius Commune | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA02806 | Seminaar Onderneming en Arbeid | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA01306 | Seminaar Ondernemingsrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
semester II | keuze | RGMIP00206 | Sem. IPR en Commerciële Rechtspraktijk | Nederlands | 6 | 2 | |
keuze | RGMHA00906 | Seminaar Auteursrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMRF00306 | Seminaar Boontje komt om z'n loontje? | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA01106 | Seminaar Faillissementsrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMPR03206 | Seminaar Financiering en Zekerheden | Nederlands | 6 | 2 | ||
Opmerkingen |
|
1 | Arbeidsovereenkomstenrecht | RGMHA00106 | |||||||||||||||||||||||||||
Tijdens de hoorcolleges worden verschillende arbeidsrechtelijke thema's besproken. Aan de orde komen onder andere: het kwalificatievraagstuk (werknemer of zzp'r; platformarbeid), aspecten van loon, bijzondere bedingen, wijziging van de arbeidsovereenkomst, overgang van onderneming, ziekte van de werknemer (civielrechtelijke aspecten), aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen, gelijke behandeling, de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, ontbindende voorwaarde. Bijzondere aandacht is er voor het ontslagrecht (drie of vier colleges). In de colleges wordt, waar relevant, ingegaan op de verhouding tussen de 'bijzondere' arbeidsrechtelijke regels en het algemene contractenrecht. Bij de behandeling is er, waar mogelijk, aandacht voor de Europese herkomst van de regels. Enkele colleges zullen worden verzorgd door docenten "uit de praktijk", bijv. een college over procederen in ontslagzaken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
2 | Collectief Arbeidsrecht | RGMHA00206 | |||||||||||||||||||||||||||
Tijdens de hoorcolleges worden vier thema’s besproken: 1. CAO-recht: - De ontwikkeling van collectieve arbeidsvoorwaardenvorming in Nederland; - Recht op (toelating tot) collectieve onderhandelingen; - Vakverenigingsrecht; - Inhoud, werking en uitleg van CAO’s; - Algemeenverbindendverklaring van CAO’s en nawerking; - Samenloop van CAO's (waaronder samenloop als gevolg van overgang van onderneming) 2.Het recht op collectieve actie: - Nederlandse jurisprudentie (toetsingsmodel Hoge Raad) - Grensoverschrijdende collectieve acties 3.Medezeggenschapsrecht: - Het advies- en instemmingsrecht van de ondernemingsraad; - De ondernemingsovereenkomst - De verhouding vakbond-ondernemingsraad - Primaat van de politiek - Enqueterecht vakbonden 4. Reorganisatie: - Collectief ontslag (WMCO) - Sociaal plan - Wijziging van arbeidsvoorwaarden In de hoorcolleges zullen ter voorbereiding op het tentamen casus worden besproken. Ongeveer twee colleges zullen worden gegeven door een gastspreker. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
3 | Fiscaal ondern.recht voor n-fiscalisten | RGMFI10406 | |||||||||||||||||||||||||||
Fiscaal ondernemingsrecht voor niet-fiscalisten behandelt de fiscale aspecten van ondernemingen. Aandacht wordt besteed aan de bepalingen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 die een belangrijke rol spelen bij de belastingheffing van ondernemingen. De harde kern van het vak bestaat uit de problematiek rondom bedrijfsopvolging, de keuze van de juiste rechtsvorm voor de onderneming, de opbouw van een concernstructuur, herstructureringen, en de positie van de directeur-aandeelhouder. Daarnaast komen het fiscale winstbegrip en de terbeschikgstellingregeling aan de orde. Een aantal belangrijke onderdelen wordt behandeld op de hoorcolleges. De overige stof is zelfstudie. Kennis van het vak Belastingrecht 1 of Inleiding Belastingrecht wordt bekend verondersteld. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
4 | Insolventierecht | RGAHA90206 | |||||||||||||||||||||||||||
Het insolventierecht regelt de verhouding van door financieel onvermogen in betalingsmoeilijkheden verkerende schuldenaren tot hun schuldeisers. In dit vak wordt eerst aandacht besteed aan de mogelijkheden voor de schuldenaar om buiten een insolventieprocedure om tot een akkoord met de schuldeisers te komen. Daarna worden verschillende insolventieprocedures behandeld, nl. de surseance van betaling en het faillissement. Belangrijke onderwerpen die aan bod komen zijn:
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
5 | Intellectuele Eigendom | RGMHA00506 | |||||||||||||||||||||||||||
Het intellectuele eigendomsrecht omvat de onderdelen merkenrecht, handelsnaamrecht, auteursrecht, naburige rechten, modellenrecht, databankrecht, chipsrecht, octrooirecht, kwekersrecht en het recht betreffende de ongeoorloofde mededinging. Op het terrein van de intellectuele eigendom volgen de ontwikkelingen elkaar in sneltreinvaart op. Het spreekt dan ook voor zich dat tijdens de colleges, mede aan de hand van praktijkgevallen, volop aandacht besteed zal worden aan actuele ontwikkelingen. Die zijn er volop: piraterij, genetische manipulatie, 3D-printen, softwarebescherming, muziek op internet, domeinnamen,beschermingsomvang van merken en de bescherming van productvormgeving. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
6 | Keuzeruimte Master | RGDOS04 | |||||||||||||||||||||||||||
Algemeen De master-keuzeruimte kan gevuld worden met: a.keuzevakken ( Ma-keuzevakken juridisch of Ma-keuzevakken niet-juridisch); b.(optioneel)verplichte vakken van andere opleidingen; c.recht in praktijkonderdelen (w.o. stage); d.Rechtstheoretische verdieping. Algemene uitleg: zie Kennisbank Rechten. Nadere eisen en regels OER De OER van elke opleiding stelt nadere eisen en regels m.b.t. tot: a) omvang en aard van vakken (juridisch/niet-juridisch); b) niveau van vakken (B-, M4-, M5-niveau); c) facultair/niet-facultair(of buitenland) te kiezen vakken; d) overige voorwaarden; Formele eisen goedkeuring Alle vakken in de keuzeruimte behoeven goedkeuring van de Examencommissie voordat een student met de keuzevakken begint. Dat doet u door het ter goedkeuring aanbieden van uw vakkenpakket in Progress.www. Voor deze procedure zie Kennisbank > Aanvragen en regelen > Vakkenpakket laten goedkeuren. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
7 | Learning Communities | RGMDOS0100 | |||||||||||||||||||||||||||
Learning Communities Samen leren en vaardigheden oefenen Wil jij in een kleine groep samen met een docent aan de hand van een pakkend onderwerp werken aan je vaardigheden? Doe dan komend semester mee met één van de drie master learning communities. Een master learning community bestaat uit een groep van ongeveer 8 tot 12 masterstudenten die onder begeleiding van een docent een semester aan de slag gaan met een bepaald onderwerp. De onderwerpen vindt je hieronder. Binnen het thema kun je zelf aandragen wat je graag wilt leren en of je met alumni/werkgevers, gerelateerd aan het thema,in contact wilt komen. De communities zijn extra-curriculair en worden dus aangeboden naast het standaard studieprogramma. De learning community biedt jou de mogelijkheid om in kleiner groepsverband met het recht bezig te zijn en in een nauwere relatie met je docent en je medestudenten samen te werken. Je leert ook van elkaar. Daarnaast biedt het thema van de learning community, naast oriëntering ook mogelijkheden tot profilering en verdieping richting de arbeidsmarkt. Je leert namelijk tijdens dit project naast juridische vaardigheden ook andere vaardigheden die door werkgevers als waardevol worden gezien zoals samenwerken, plannen en netwerken. Doordat de docent in deze communities een coachende rol heeft, zal je zelfsturend vermogen worden verbeterd. Je werkt naar een bij het thema passend eindproduct toe. Je krijgt geen studiepunten of een cijfer maar wel feedback waar je veel van kunt leren. Ook leer je over samenwerken. Het project is waardevol om je te ontwikkelen en mee te profileren. Je kunt het daarom goed op je CV vermelden. Learning Community Tabaksregulering: hoe ver willen we gaan? Achtergrond In de 20e eeuw stierven zo’n 200 miljoen mensen aan de gevolgen van roken en meeroken, en de verwachting is dat het in de 21e eeuw om een miljard mensen zal gaan (Proctor, 2011). Die mensen komen steeds vaker uit lage- en midden-inkomenslanden, waar tabakswetgeving vaak niet zo in ontwikkeling is als in onze westerse wereld. In onze westerse wereld komt de regulering van tabak langzaam maar gestaag op gang. Dat is ook wel nodig, want alleen al in Nederland sterven jaarlijks nog steeds 20.000 mensen aan de gevolgen van roken en meeroken (Volksgezondheidenzorg). Overheden staat een heel scala aan juridische maatregelen ter beschikking om het roken terug te dringen, maatregelen waarvan de effectiviteit overduidelijk bewezen is. Het meest effectieve middel is een prijsverhoging van tabak: het duurder maken van sigaretten leidt evident tot een afname van het roken (WHO). Naast prijsverhogingen kunnen we denken aan het terugdringen van het aantal verkooppunten van tabak, gezondheidswaarschuwingen en zogenaamde neutrale verpakkingen, een verbod op marketing en tot slot rookverboden, dat wil zeggen het creëren van ruimte binnen en buiten waar niet gerookt mag worden (WHO). In Nederland mag je niet meer roken in openbare gebouwen, restaurants en cafés, en vanaf 2020 worden naar verwachting ook zones als schoolpleinen, speeltuinen en sportclubs rookvrij. Een positieve ontwikkeling bezien vanuit het perspectief van de volksgezondheid. Onderzoek rond zwangere vrouwen laat bijvoorbeeld zien dat er minder vroeggeboortes zijn sinds de invoering van ons huidige rookverbod (Faber, 2017). Maar hoe ver willen we hier in Nederland nu mee gaan en hoe kunnen we dat het beste implementeren? Dit project Uitgangspunt in deze learning community is dat onze tabaksregulering steeds strenger wordt. Rookverboden reiken steeds verder en dringen mogelijk onze auto en onze huizen binnen. Tabaksproducten worden duurder en op minder punten verkrijgbaar, en de verpakkingen worden onaantrekkelijker gemaakt (middels de zogenaamde neutrale verpakkingen). Een mogelijk eindstation is dat het bezit, de handel, de verkoop, het vervoer, de vervaardiging etc rookwaren in Nederland verboden worden (net als drugs). Hoe ver willen we in Nederland gaan in het licht van waarden als autonomie, zelfbeschikking en bewegingsvrijheid? Gaan we de gezondheid van onszelf en van toekomstige generaties zwaarder laten wegen dan genoemde waarden? Met dit project participeer je in een onderzoeksproject over rookvrije ruimtes gefinancierd door het Longfonds. Dr. Katerina Tsampi en mr. Michelle Bruijn werken vanuit onze Faculteit onder leiding van Prof Brigit Toebes aan dit project. Zij kijken naar rookverboden elders ter wereld en hoe die in Nederland het beste geïmplementeerd kunnen worden. Daarbij wordt ook specifiek gekeken naar de initiatieven voor een rookvrije stad in Groningen en in Rotterdam. In dit project ga je meedenken over de vraag: hoe ver willen we gaan met het introduceren van rookvrije ruimtes en met tabaksregulering in het algemeen? Dit is een omvangrijke vraag, die niet zich niet gemakkelijk in zijn geheel laat beantwoorden. De focus ligt in dit project daarom bij de perceptie van Groningse studenten over roken. Onder studenten in Groningen en elders wordt nog steeds veel gerookt. Hoe denkt de Groningse student over de regulering van tabak? Je ontwikkelt daartoe een enquête en gaat het gesprek aan met de studenten in Groningen. Je gaat daarmee kijken wat het draagvlak voor verdergaande rookverboden onder studenten in Groningen. Je kijkt naar deze mogelijkheden in het ligt van bestaande internationale, Europese en nationale wetgeving. Eindproducten Vooralsnog voorzien wij in dit project de volgende eindproducten: - Een verslag de enquête onder studenten, te publiceren als blog post; - Een filmpje waarin je het roken in Groningen onder de studenten in beeld brengt, en het draagvlak voor strengere wetgeving; - Presentatie van resultaten aan studenten van een – meer praktisch gerichte- learning community op de Hanze Hogeschool over hetzelfde onderwerp. Wij staan niettemin open voor de ideeën van de studenten en voor plannen die zich in de loop van het proces voordoen. Betrokken instanties (mogelijk) In dit project krijg je de mogelijkheid een aantal stakeholders te consulteren met wie de docenten goede contacten onderhouden: Alliantie Rookvrij, KWF Kankerbestrijding, artsen onder meer werkzaam bij UMCG, KNMG, Stichting Tabaknee, Rookpreventie Jeugd, Longfonds, Aletta Jacobs School of Public Health, Gemeente Groningen, Ministerie van VWS, public interest advocaten. Vaardigheden In dit project doe je de volgende vaardigheden op: - Kijken naar een juridisch probleem vanuit multidisciplinair perspectief - Versterken onderzoeksvaardigheden, waaronder tevens niet-juridische methoden - Communiceren met stakeholders, en hun visie op neutrale wijze meewegen - Communiceren met niet-juristen over een juridisch probleem - Versterken schrijfvaardigheden, zowel juridische als het schrijven van meer ‘algemene’ teksten - Gebruik maken van moderne media (filmpje) - Samenwerken (training van mw. van der Veen) - Presenteren Interesse? Doelgroep: Master studenten Docenten: Prof. Brigit Toebes met input van Dr. Katerina Tsampi; tevens met hulp van Mr. Michelle Bruijn en Dr. Heleen Weyers, en een aantal externe experts. Deze community zal in semester 2 studiejaar 2020-2021 worden aangeboden. Heb je belangstelling om mee te doen, neem dan contact op met jose.van.der.veen@rug.nl of stuur voor aanvang van semester 2 een korte motivatie. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
8 | Masterscriptie 12 ec | RG00061012 | |||||||||||||||||||||||||||
Nadere eisen en richtlijnen Nadere eisen en richtlijnen m.b.t. scriptie zijn opgenomen in het scriptiereglement. Zie Kennisbank Rechten voor meer informatie. Voorbereiding Ter voorbereiding op het schrijven van een scriptie organiseert de faculteit een scriptievoorbereidingstraject, bestaande uit een hoorcollege (4 x per jaar), een bibliotheekinstructie en een scriptiepracticum. De student is verplicht de onderdelen scriptiecollege en bibliotheekinstructie van het scriptievoorbereidingstraject te volgen alvorens een scriptieonderwerp ter goedkeuring voor te leggen aan de scriptiecoördinator. Het volgen van het onderdeel scriptiepracticum is facultatief, maar wordt sterk aanbevolen. Voor bijzonderheden over het Scriptievoorbereidingstraject zie de vakomschrijving in Ocasys. Hierin is informatie opgenomen over de onderdelen van het traject en speciale literatuur die bij het schrijven van een scriptie wordt aanbevolen. Voor Masterstudenten Internationaal en Europees Recht geldt een apart engelstalig scriptievoorbereidingstraject (Thesisclass) zie de vakomschrijving in Ocasys. Een artikel in Ars Aequi of een ander wetenschappelijk tijdschrift kan ook als een scriptie worden gehonoreerd, mits hierover tevoren overleg is gepleegd met de docent die anders als scriptiebegeleider zou zijn opgetreden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
9 | Mededingingsrecht | RGMEE00206 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak wordt gegeven door middel van hoorcolleges en werkgroepen; laatstgenoemde zullen in de tweede helft van het semester plaatshebben. Ook tijdens de hoorcolleges wordt uitgegaan van participatie van de studenten. Deelname aan de werkgroepen is facultatief. Tijdens deze werkgroepen zullen studenten casus oplossen en oefenen met tentamenvragen die een kritische analyse van het recht vergen. De volgende onderwerpen komen aan de orde: - Beginselen van mededinging als economisch fenomeen (marktafbakening, marktvormen en hun verband met de gedragingen en prestaties) - Beginselen van mededingingsrecht - Het kartelverbod (art. 101 VWEU/6 Mw.) - Het verbod van misbruik van een machtspositie (art. 102 VWEU/24 Mw.) - De controle op concentraties (Vo. 139/2004 en Hfdst. 5 Mw.) - Het verbod van staatssteun (art. 107 VWEU) - Mededingingsrecht ten aanzien van overheidsingrijpen in de mededinging (art. 106 VWEU en de nuttig effect doctrine) - Handhaving van de mededingingsregels - Rechtsbescherming in het mededingingsrecht | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
10 | Ondernemingsrecht 1 (NV- en BV Recht) | RGMHA00606 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak Ondernemingsrecht I geeft inzicht in een aantal kernthema's van het ondernemingsrecht. De volgende onderwerpen worden behandeld:
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
11 | Ondernemingsrecht 2 | RGMHA02006 | |||||||||||||||||||||||||||
Centraal staat de analyse en toepassing van een aantal regelingen waarmee is beoogd een evenwicht te creëren tussen de belangen van de aandeelhouders, werknemers en schuldeisers enerzijds en de belangen van het bestuur van de vennootschap anderzijds. In dit kader wordt aandacht besteed aan verschillende regels van effectenrechten vennootschapsrecht. Aan de orde komen onder meer: corporate governance en aandeelhoudersactivisme, structuurvennootschappen, regels omtrent toezicht op financiële markten, effectenverkeer, openbare biedingen, conflicten in de onderneming, de positie van minderheidsaandeelhouders en medezeggenschap van werknemers. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
12 | Recht in Praktijk (zie overzicht) | RGMDOS801 | |||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
13 | Sem. IPR en Commerciële Rechtspraktijk | RGMIP00206 | |||||||||||||||||||||||||||
Nederland is groter dan het BW. In de commerciële advocatuur, het bankwezen en de internationale ondernemingspraktijk heeft men dagelijks te maken met cliënten die actief zijn in het internationale handelsverkeer. Die praktijk vergt van juristen een gedegen kennis van het internationaal burgerlijk procesrecht, internationaal overeenkomstenrecht, internationaal aansprakelijkheidsrecht. Aan de hand van casusopdrachten wordt in teamverband gewerkt. Daarnaast bestaat het seminaar uit een aantal hoorcolleges, capita selecta van het internationaal privaatrecht. Een deel van de colleges zal gegeven worden door een of meer (buitenlandse)gastdocenten. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
14 | Seminaar Auteursrecht | RGMHA00906 | |||||||||||||||||||||||||||
Het auteursrecht kan worden omschreven als een tijdelijk monopolie van de maker van een 'werk' op de exploitatie van dat werk. Het auteursrecht wordt geregeld in de Auteurswet. In onze huidige informatiemaatschappij groeit het belang van het auteursrecht gestaag. Geschat wordt dat in Nederland met de productie en exploitatie van auteursrechtelijk beschermd werk meer dan dertig miljard euro gemoeid is. Dat is ongeveer 6 % van het nationaal inkomen. Men dient zich goed te realiseren dat met betrekking tot allerlei dagelijkse gebeurtenissen auteursrechten in het spel zijn. Ter illustratie: mag men op een website een hyperlink plaatsen die naar auteursrechtelijk beschermd werk linkt op een andere website? Mag een winkelier in zijn winkel via de radio muziek ten gehore brengen? Mag van de Stopera een foto worden genomen? Mogen studenten studieboeken fotokopiëren? Mag van een computerprogramma een back-up worden gemaakt? Mag een werk van beeldende kunst worden nagetekend? Mag de Tripp Trapp-stoel van Stokke worden nagemaakt? Mag op een schoolfeest muziek ten gehore gebracht worden? Mag auteursrechtelijk beschermd werk op internet worden geplaatst? De opzet van dit seminaar is studenten, aan de hand van actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen vertrouwd te maken met het auteursrecht. Bij aanvang van het seminaar zal een aantal (actuele) onderwerpen worden gekozen. De wekelijkse bijeenkomsten dienen door alle deelnemers te worden voorbereid. Het is de bedoeling de deelnemers in groepen te verdelen. De werkzaamheden van een groep kunnen bestaan uit het houden van een voordracht of een pleidooi, of het concipiëren van een advies of vonnis. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
15 | Seminaar Boontje komt om z'n loontje? | RGMRF00306 | |||||||||||||||||||||||||||
Het gezegde 'boontje komt om zijn loontje' wordt gebruikt wanneer iemand zijn verdiende straf krijgt. In de volksmond lijkt men geen moeite te hebben met deze uitspraak. Maar wat is eigenlijk `verdiend’? En straft men wel omdat iemand dat verdiend heeft? Of omdat men erger wil voorkomen? Of zijn er nog andere redenen om te straffen en welke reden vinden wij dan eigenlijk het belangrijkste? En is belonen eigenlijk geen betere manier om gedrag te beïnvloeden? In deze collegereeks worden enkele ogenschijnlijke vanzelfsprekendheden uit het strafrecht ter discussie gesteld en steeds vanuit zowel een strafrechtelijk als filosofische perspectief belicht. Daarbij komen concrete thema’ s aan de orde, zoals de vraag of tbs eigenlijk wel zo humaan is als vaak wordt voorgesteld en of iemand ooit levenslang verdient. Alle colleges worden verzorgd door zowel een strafrechtdocent (Ten Voorde) als een rechtsfilosoof (afwisselend Mackor, Westerman en Geeraets (gastdocent VU)). Elke week worden een of meer actuele juridische, rechtsfilosofische en literaire teksten gelezen. Van de student wordt een actieve inbreng verwacht op basis van aanvullend eigen literatuuronderzoek. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
16 | Seminaar Commerciële Contracten | RGMPR02206 | |||||||||||||||||||||||||||
Commerciële contracten worden gesloten tussen professionele partijen (B2B) en gaan over transacties als koop, distributie, franchising, dienstverlening, samenwerking etc. Deze contracten zijn vaak gesteld in de Engelse taal en/of beïnvloed door de internationale contractspraktijk. Dit seminaar richt zich op de problemen die in de rechtspraktijk spelen bij deze contracten: problemen rond onderhandelen, garanties, uitleg van het contract, beëindiging van het contract etc. We bestuderen naast wet, (recente) rechtspraak en literatuur ook voorbeelden van contractsbepalingen. Werkwijze: de deelnemers zullen onderzoek verrichten en daarvan schriftelijk en mondeling verslag doen. De resultaten worden in de werkgroep bediscussieerd. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
17 | Seminaar Corporate Litigation | RGMHA01906 | |||||||||||||||||||||||||||
De claimbewustheid in het Ondernemingsrecht is de laatste jaren sterk toegenomen. Mede als gevolg van opzienbarende boekhoudschandalen en conflicten is het aantal aansprakelijkheids- en enquêteprocedures sterk gestegen. In dit vak staan de thema's centraal die in de ondernemingspraktijk thans actueel zijn, zoals bestuurdersaansprakelijkheid, enquêteprocedures en conflicten tussen aandeelhouders, bestuurders en commissarissen over de zeggenschap in de vennootschap. Het vak wordt in elk semester aangeboden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
18 | Seminaar Faillissementsrecht | RGMHA01106 | |||||||||||||||||||||||||||
Aan de hand van opdrachten wordt de gang van zaken bij een faillissement uitgewerkt. Van het begin af aan is veel tijd nodig voor zelfstudie. Er is geen tentamen, wel een verplichte aanwezigheid. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
19 | Seminaar Financiering en Zekerheden | RGMPR03206 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit vak wordt aandacht besteed aan goederenrechtelijke knelpunten bij de financiering van vastgoed. Daarbij valt te denken aan de wijze waarop zekerheid kan worden verkregen op huurvorderingen en de beperkingen die daaraan zijn gesteld, de mogelijkheid om genotsrechten als zekerheidsobject te gebruiken en de knelpunten bij de executie van vastgoed. Werkwijze: Het vak wordt gegeven in de vorm van werkcolleges, waarbij elke student een presentatie houdt en/of, al dan niet in groepsverband, een aantal opdrachten uitvoert over een van de hiervoor genoemde onderwerpen. Om de student kennis te laten maken met de gang van zaken bij een op de financieringspraktijk gericht advocatenkantoor wordt in het kader van dit seminaar mogelijk een bezoek gebracht aan zo’n advocatenkantoor. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
20 | Seminaar Ius Commune | RGMRG00206 | |||||||||||||||||||||||||||
De Tweede Wereldoorlog en het recht. ‘Waar het recht ophoudt, begint de oorlog’. Deze woorden staan op een kunstwerk van R.N. Roland Holst dat vroeger in het gebouw van de Hoge Raad stond. Tegenwoordig siert het de hal van de Tweede kamer. In de colleges over de Tweede Wereldoorlog en het recht komt de vraag aan de orde wat de verhouding is tussen oorlog en recht. De colleges zullen onder andere gaan over de Tribunalen na de Tweede Wereldoorlog, de behandeling van vijandelijk vermogen hier te lande, de Na-oorlogse rechtspraak en de positie van de Nederlandse rechterlijke macht tijdens de bezetting.Het is overigens uitdrukkelijk geen vak waarin de technisch juridische instrumenten aan de orde komen om oorlog te beslechten of te voorkomen. . | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
21 | Seminaar Nederlands Recht | RGDOS017 | |||||||||||||||||||||||||||
In het verplichte seminaar wordt het vaardighedencurriculum vervolgd, zoals dat in de bachelorfase is ingezet, en komen diverse academische vaardigheden aan bod, zoals kritisch lezen, analyseren, abstraheren, argumenteren, synthetiseren, probleemidentificatie, probleem oplossen, en overige vaardigheden als schrijven, presenteren en samenwerken. Het gaat daarbij om een wetenschappelijke denktraining, waarbij, nadat een goede analyse heeft plaats gevonden, een (creatieve) oplossing voor een juridische vraagstelling helder wordt gepresenteerd, voorzien van argumenten. Een student Nederlands Recht kan kiezen uit alle seminaars Nederlands Recht. In de opleidingsschema's van de master Nederlands Recht worden per specialisatie de aanbevolen seminaars apart weergegeven (zie de opleidingsschema's elders in Ocasys). Indien een student twee specialisaties wil doen binnen de master Nederlands Recht kan hij volstaan met het volgen van één seminaar Nederlands Recht. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
22 | Seminaar Onderneming en Arbeid | RGMHA02806 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit seminaar wordt ingegaan op onderwerpen die raken aan zowel het ondernemingsrecht als het arbeidsrecht. Beide rechtsgebieden zijn voor de rechtspraktijk zeer relevant en – met name in geval van een fusie/overname of reorganisatie/herstructurering – ook nauw verwant. Thema’s die onder meer aan de orde kunnen komen zijn: - Invloed van werknemerscollectieven op het beleid van de vennootschap (o.a. structuurregeling, enquêterecht vakbonden, spreekrecht ondernemingsraad) - Medezeggenschap in geval van een reorganisatie of overname/fusie (o.a. informatie-, consultatie- en adviesrechten van ondernemingsraden en vakbonden) - Rechtspositie van werknemers in geval van een reorganisatie of overname/fusie (o.a. richtlijn overgang van onderneming, doorvoeren van collectieve ontslagen, sociaal plan) - Rechtspositie van werknemers in geval van insolventie van de werkgever - Aansprakelijkheid (intern en extern) van werknemers - Rechtspositie van de statutair bestuurder (ontslag en aansprakelijkheid) - Arbeid en onderneming in grensoverschrijdend en/of Europees perspectief (o.a. Europese ondernemingsraad; medezeggenschap bij Europese rechtsvormen) De deelnemersgroep aan dit seminaar wordt verdeeld in koppels/groepen. De deelnemers wordt gevraagd per koppel/groep een aantal werkstukken en/of stellingen te maken, die vervolgens tijdens het college worden besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
23 | Seminaar Ondernemingsrecht | RGMHA01306 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit vak worden de deelnemers door middel van werkstukken en een actieve deelname vertrouwd gemaakt met vraagstukken waarmee ondernemers en hun adviseurs (advocaten, notarissen en bedrijfsjuristen) in de praktijk mee te maken krijgen. Thema’s die onder meer aan de orde komen zijn:
De deelnemersgroep aan dit seminaar wordt verdeeld in koppels. De deelnemers wordt gevraagd een aantal werkstukken te maken, die vervolgens tijdens het college worden besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
24 | Sociale Zekerheidsrecht | RGMBE01006 | |||||||||||||||||||||||||||
Het keuzevak vangt aan met het leggen van een kennisfundament van het Nederlandse socialezekerheidstelsel. Dit gebeurt aan de hand van enkele hoorcolleges. Om het kennisfundament te toetsen wordt al in week drie een MC-tentamen afgenomen, waarvan een deel van de vragen door de cursisten zelf wordt voorbereid en ingeleverd. Vervolgens wordt een aantal colleges verzorgd waarin aandacht wordt besteed aan twee thema’s (die van jaar tot jaar variëren). Het ene thema heeft raakvlakken met het arbeidsrecht, het ander thema met het bestuursrecht. Tijdens de colleges worden gerichte onderzoeksopdrachten uitgezet. Op basis hiervan moeten de studenten alleen of in samenwerking met anderen een paper schrijven. In de laatste bijeenkomsten moeten de papers worden verdedigd. In het keuzevak wordt telkens een bijzonder gastcollege of excursie georganiseerd. Studenten zijn betrokken bij de organisatie. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||