1 | Burgerlijk Recht 2 | RGBPR00110 |
Burgerlijk Recht 2 bouwt voort op Burgerlijk Recht 1 en geeft een verdieping van delen van het overeenkomstenrecht en het goederenrecht. Het vak behandelt de voor de praktijk belangrijkste juridische aspecten van veel voorkomende transacties waarbij goederen tegen betaling worden overgedragen. Het eerste deel gaat over contractuele vragen; na een korte recapitulatie van de totstandkoming van de overeenkomst wordt nader ingegaan op de inhoud en de uitvoering ervan. Daarbij komen bijvoorbeeld aan de orde: interpretatie van de overeenkomst, toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkoming, schadevergoeding en ontbinding van overeenkomsten. Ook wordt aandacht besteed aan algemene voorwaarden en vertegenwoordiging. Het tweede deel behandelt de goederenrechtelijke vragen: hoe wordt de overdracht van goederen geëffectueerd, kan de eigendom op andere manieren worden verkregen en wat is de betekenis van fabricageprocessen voor de (voorbehouden) eigendom van geleverde goederen? Daarbij komen bijvoorbeeld aan de orde: overdracht en andere wijzen van eigendomsverkrijging (verjaring, vermenging, natrekking en zaaksvorming) en gemeenschap.
Werkwijze: Het vak zal worden gedoceerd aan de hand van hoorcolleges en werkgroepen. Op de werkgroepen wordt de stof behandeld aan de hand van opdrachten. Het is mogelijk om door het individueel voldoen aan specifieke opdrachten en actieve deelname aan de werkgroepen in aanmerking te komen voor een halve bonuspunt bij het tentamen.Raadpleeg Studentportal voor nadere informatie. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. E.E. Slob | Docent(en) | mr. dr. A. Karapetianprof. mr. dr. A.J. Verheijprof. mr. dr. F.M.J. Verstijlen | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | opdracht(en), schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
- Geadviseerd: Burgerlijk Recht 1
|
|
| terug naar boven |
|
2 | Formeel Belastingrecht | RGBFI00605 |
Op basis van de bepalingen van de AWR wordt in de meeste gevallen de belastingschuld zoals die uit de heffingswetten voortvloeit, geconcretiseerd. Pas door de bepalingen uit de AWR wordt het mogelijk de belastingschuld te formaliseren en daardoor vorderbaar en inbaar te maken. Daarnaast bevatten de AWR en de Awb in onderlinge samenhang bepalingen omtrent de rechtsgang in belastingzaken, dat wil zeggen dat zij bezwaar, beroep en beroep in cassatie regelen (het fiscale procesrecht). Tenslotte regelt de AWR het fiscale strafrecht, zowel administratiefrechtelijk als zuiver strafrechtelijk. Kernleerstukken zijn de begrippen materiële en formele belastingschuld, aanslagregeling, fiscale administratieve boete, fiscale rechtsbescherming, bewijslastverdeling.
Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges. Daarin wordt een zo compleet mogelijk overzicht van de stof gegeven en wordt de onderlinge samenhang van bepalingen geïllustreerd. De toetsing vindt plaats door middel van een essaytentamen. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. drs. A. Heidekamp | Docent(en) | mr. drs. A. Heidekamp | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2016 het vak Formeel Belastingrecht 1 hebben afgelegd.
|
|
| terug naar boven |
|
3 | Inkomstenbelasting | RGBFI00210 |
Bij het vak Inkomstenbelasting staat de Wet inkomstenbelasting 2001 centraal. Aan de orde komt wie belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting (de subjectieve binnenlandse en buitenlandse belastingplicht). Een belangrijk deel van het vak is gewijd aan het inkomensbegrip zoals dat geldt voor niet-ondernemers. In dit verband komen aan de orde het inkomen uit buiten onderneming verrichte arbeid, uit periodieke uitkeringen, uit de eigen woning, uit aandelen (gehouden door grootaandeelhouders of door beleggers), uit verzekeringen en andere beleggingen. Voorts wordt ingegaan op het voor de Wet inkomstenbelasting 2001 kenmerkende boxensysteem met de daarbij behorende belastingtarieven. Ten slotte wordt aandacht besteed aan het systeem van de heffingskortingen, de aanslagregeling en de invloed van het Europese recht op de inkomstenbelasting.
Bij het vak inkomstenbelasting wordt voortgebouwd op de kennis verworven bij Belastingrecht 1.
Werkwijze: Hoorcolleges, waarin de stof wordt behandeld; werkcolleges, waarin opdrachten worden behandeld. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. D.I. Nicolaij | Docent(en) | prof. dr. J.N. Bouwmandrs. D.I. Nicolaij | Onderwijsvorm | werkgroep, hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
- Geadviseerd: Belastingrecht 1
|
|
| terug naar boven |
|
4 | Inkomstenbelasting voor RB/HBO schakelst | RGBFI00505 |
Bij het vak Inkomstenbelasting voor RB/HBO schakelstudenten staat de Wet inkomstenbelasting 2001 centraal. Een belangrijk deel van het vak is gewijd aan het inkomensbegrip zoals dat geldt voor niet-ondernemers. In dit verband komen aan de orde het inkomen uit buiten onderneming verrichte arbeid, uit periodieke uitkeringen, uit de eigen woning. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de invloed van het Europese recht op de inkomstenbelasting.
Bij het vak Inkomstenbelasting voor RB/HBO schakelstudenten wordt voortgebouwd op de kennis verworven bij het RB en het HBO.
Werkwijze: Hoorcolleges, waarin de stof wordt behandeld; werkcolleges, waarin opdrachten worden behandeld. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. D.I. Nicolaij | Docent(en) | drs. D.I. Nicolaij | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | - Alleen toegankelijk voor doorstromers met een goedgekeurd programma)
- Geadviseerd: Inleiding Belastingrecht
| Opmerkingen | De colleges en tentamens zijn gecombineerd met het uitgebreidere vak Inkomstenbelasting |
|
| terug naar boven |
|
5 | Loonheffingen | RGBFI00105 |
In het vak Loonbelasting komen de loonbelasting en de premieheffing volks- en werknemersverzekeringen aan de orde. Vrijwel alle werknemers die in Nederland in dienst zijn bij een werkgever betalen loonbelasting. Hetzelfde geldt voor mensen met een uitkering. De manier waarop het loon en daarover verschuldigde belasting worden berekend en betaald aan de fiscus is het voornaamste onderwerp van dit vak. Daarnaast is er aandacht voor de premieheffing werknemersverzekeringen. Uit deze premies wordt een groot aantal in Nederland geldende uitkeringen voor werknemers betaald. De benodigde wetteksten voor de premieheffing volks- en werknemersverzekeringen komen óf op Studentportal (Nestor) te staan óf worden in de vorm van een syllabus aangeboden. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. R.P.C. Adema | Docent(en) | mr. R.P.C. Adema | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
|
|
| terug naar boven |
|
6 | Omzet- en Overdrachtsbelasting | RGBFI00410 |
Het vak behandelt twee belastingen: de omzetbelasting (ofwel: btw) en de overdrachtsbelasting. Er wordt één tentamen afgenomen. De omzetbelasting is een algemene verbruiksbelasting die de particuliere bestedingen wenst te treffen. Aandacht zal vooral worden besteed aan de heffingstechniek die is voorgeschreven in de BTW-richtlijn van de EU en in Nederland is vormgegeven in de Nederlandse Wet op de omzetbelasting 1968. De wisselwerking tussen EU-recht en de nationale regelgeving komt veelvuldig aan de orde. De overdrachtsbelasting beoogt de verkrijging van onroerende zaken te treffen. De techniek en achtergronden van deze belasting zullen aan de orde komen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de samenloop van deze heffing met de omzetbelasting. Het vak is verplicht voor de fiscaal-economische en de fiscaal-juridische studierichting. Voor de notariële studierichting vormt het een goed aansluitend keuzevak. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. D.I. Nicolaij | Docent(en) | drs. D.I. Nicolaijprof. mr. dr. R.A. Wolf | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
|
|
| terug naar boven |
|
7 | Overdrachtsbel vr schakelstudent FEB | RGBFI00805 |
Behandeld worden de overdrachtsbelasting en de samenloop met de omzetbelasting. De overdrachtsbelasting beoogt de verkrijging van onroerende zaken te treffen. De techniek en achtergronden van de overdrachtsbelasting zullen aan de orde komen en ook de samenloopbepalingen met de omzetbelasting. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. D.I. Nicolaij | Docent(en) | drs. D.I. Nicolaij | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
Uitsluitend bestemd voor pre-master Rechtsgeleerdheid, richting Fiscaal Recht voor studenten Ba Economie die de minor Bedrijf en Belastingen hebben gedaan. |
|
| terug naar boven |
|
8 | Privaatrecht voor niet-juristen | RGAPR70205 |
Privaatrecht is het recht tussen burgers onderling. Het vak bouwt voort op Inleiding Recht voor niet-juristen. Iedereen komt in het dagelijks leven op uiteenlopende wijze in aanraking met het privaatrecht. In een collegecyclus van 6 weken passeert in feite het leven van elke dag, en de rol van het privaatrecht daarin, de revue. Kan ik zonder toestemming van mijn echtgenoot met geleend geld gaan beleggen (DEXIA) of een bedrijf kopen? Delen al mijn kinderen op gelijke wijze in mijn nalatenschap? Mag ik mijn (oudste) zoon bevoordelen? Waaraan ben ik gebonden als ik per e-mail een abonnement voor een mobiele telefoon afsluit? En als ik in een te enthousiaste bui een huis koop, kan ik dan nog terug? En wat als de grond vervuild blijkt te zijn, of de garage vijftien centimeter over de grens blijkt te zijn gebouwd? Op het gebied van letselschade geeft het leven tal van treurigheden te zien: heb ik als ouder een claim jegens de dronken automobilist die voor mijn ogen mijn kind doodrijdt? En tegen ZOO BV als een Bokito mij onverwacht aanvalt? Kortom, relevante vragen van alledag worden in een juridisch kader geplaatst. Na afloop van dit vak heeft u inzicht in belangrijke privaatrechtelijk leerstukken en het vermogen om de daarmee samenhangende juridische vraagstukken te beoordelen. U leest de krant anders, beslist! |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. M.T.P. van Dijken | Docent(en) | mr. N. Mirzojanmr. M.T.P. van Dijkenprof. mr. dr. L.C.A. Verstappen | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die staan ingeschreven voor een minor rechten, een pre-master rechten of voor studenten die minimaal 45 ECTS hebben behaald in een andere WO-bachelor, mits de collegecapaciteit het toelaat.
| Opmerkingen | Voor toegang tot (actuele) roosters, inschrijfregels en -instructies, jaarindeling van Rechten en meer, zie Kennisbank Rechten. |
|
| terug naar boven |
|
9 | Recht van de Europese Unie | RGBEE10010 |
Dit vak is gericht op studenten die straks als juristen in Nederland willen werken. De kernaspecten van dit vak hebben betrekking op het EU-recht als zodanig, maar er is ook aandacht voor de doorwerking van het EU-recht in de nationale rechtsorde. De volgende onderwerpen worden behandeld: - De Europese instellingen en institutioneel evenwicht - Het rechtsstatelijk karakter van de Unie - Bevoegdheden en besluitvorming op EU-niveau - Handhaving en rechtsbescherming binnen de EU-rechtsorde - Autonomie, voorrang, doorwerking en volle werking van unierecht - De interne markt en invloeden van andere beleidsterreinen daarop - Burgerschap van de Unie - Mededingingsrecht - Ontwikkeling van de Europese integratie |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. dr. J. Lindeboom | Docent(en) | mr. dr. J. Lindeboomdr. M.J. van Wolferen | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | (tussen)toets, schriftelijk (essayvragen) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2020 het vak Europees Recht (RGBEE00110) hebben behaald.
| Opmerkingen | U kunt zich intekenen voor hetzij een van de werkgroepen, hetzij de responsiewerkgroep. Tijdens de responsiewerkgroep geven de docenten standaardantwoorden op de werkgroepopdrachten. Video-opnames van deze responsiewerkgroepen zijn tevens voor iedereen direct beschikbaar op Nestor. Tijdens de overige werkgroepen worden de werkgroepantwoorden van de studenten interactief besproken. Bij deelname aan deze werkgroepen zijn studenten verplicht de opdrachten voor te bereiden, hun antwoorden uitgeprint mee te nemen en actief deel te nemen. Onvoldoende voorbereiding leidt tot uitsluiting van de werkgroepen. Er is geen bonusregeling. |
|
| terug naar boven |
|
10 | Scriptie(kleine) Pre-master Fiscaal Rech | RG00061005 |
Zie nadere informatie Kennisbank Rechten (Bijzonder pre-masterprogramma´s HBO en het Facultaire Scriptiereglement). |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Docent(en) | | Onderwijsvorm | scriptie | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
11 | Vennootschapsbelasting | RGBFI00110 |
Het vak vennootschapsbelasting bestudeert de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Op grond van deze wet wordt een belasting geheven over de winst die onder meer naamloze en besloten vennootschappen behalen. De onderwerpen die in de colleges vennootschapsbelasting aan de orde komen zijn: de subjectieve belastingplicht voor de vennootschapsbelasting (dat wil zeggen: wie zijn belastingplichtig?) en de berekening van de winst waarbij onder meer aan bod komen: de deelnemingsvrijstelling,de fiscale aspecten van fusies en splitsingen, en de fiscale eenheid. Voorts wordt aandacht besteed aan de bepalingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 rond de verliesverrekening, de objectvrijstelling, de giftenaftrek, het tarief alsmede de belangrijkste heffings- en invorderingsaspecten die specifiek van belang zijn voor de vennootschapsbelasting.
Bij het vak Vennootschapsbelasting wordt voortgebouwd op de kennis verworven bij de vakken Belastingrecht 1 en Winst.
Werkwijze: hoorcolleges waarin de stof wordt behandeld; werkcolleges waarin casussen worden behandeld. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. dr. M.J. Boer | Docent(en) | mr. dr. M.J. Boerprof. dr. J.N. Bouwman | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
- Geadviseerd: Belastingrecht 1 en Bedrijfseconomie voor Fiscalisten
|
|
| terug naar boven |
|
12 | Winst | RGBFI00205 |
Het vak behandelt de fiscale winstbepaling. De nadruk valt op de winst uit ondernemingen gedreven door natuurlijke personen, als bron voor de inkomstenbelasting. Centraal staan de onderneming, het totale en het jaarwinstbegrip, de IB-ondernemingsvormen, voorraadwaardering, fiscale reserves en de vorming van voorzieningen, de oudedagsvoorziening,de overdrachts- en liquidatiewinst, de overgang naar de BV-vorm en de terbeschikkingstellingsregeling.Daarnaast is de fiscale winstbepaling relevant voor de heffing van de vennootschapsbelasting, waar zo nodig naar verwezen wordt. Het hoorcollege geeft de hoofdlijnen weer. In het werkcollege zullen vraagstukken worden behandeld, waarbij geleerd wordt hoe met toepassing van met name standaardarresten complexe problemen kunnen worden opgelost. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. H. Halma | Docent(en) | mr. H. Halma | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
|
|
| terug naar boven |
|