1 | Basiscursus Master Lerarenopleiding | TEM0105 |
Bij dit vak doet de student basale kennis en vaardigheden op over het beroep als (vak)docent. Hij volgt daartoe (online) algemene colleges op het terrein van de pedagogiek en didactiek. Daarnaast neemt de student, onder leiding van de vakdidacticus, deel aan fysieke en/of online bijeenkomsten rond vakdidactiek. De student leert hoe een les te plannen en te evalueren, traint in het geven van deellessen, leert wat het betekent om voor een groep pubers te staan en wat hen motiveert en wat het belang is van een veilig leerklimaat. De student krijgt opdrachten mee die uitgevoerd worden in de onderwijspraktijk (Masterstage 1), leert hoe je gegevens verzamelt over die onderwijspraktijk (observaties, interviews, leerlingvragenlijsten) en hoe je die praktijk vanuit de theorie kunt analyseren. De student oriënteert zich daarmee op alles wat hem tijdens het vervolg van de opleiding te wachten staat en bouwt een realistisch beeld op van zijn geschiktheid voor dat vervolg. |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | C.A.M. Griep-Hoebink | Docent(en) | | Onderwijsvorm | Hoor- en werkcolleges, Opdrachten, Zelfstudie | Toetsvorm | Schriftelijk eindproduct | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Toegelaten tot de opleiding | Opmerkingen | Vakcoördinator: Carla Griep (tweejarige Educatieve Master) (c.a.m.griep-hoebink@rug.nl) Geke Schuurman (LVHO) (G.A.Schuurman@rug.nl)
Aanmelden? Kijk dan op onze website voor meer informatie: https://www.rug.nl/gmw/lerarenopleiding/onderwijs/aanmelding-lerarenopleiding |
|
| terug naar boven |
|
2 | CEFR in Context | LOX018M05 |
Students are introduced to the Common European Framework of Reference for Language (CEFR/ Dutch ERK), which has become the standard for language learning, teaching and assessment in the Netherlands, throughout Europe and in many places around the world. The course will provide a profound theoretical basis explaining the linguistic but also the societal and political impact the CEFR has had. By more practically oriented work, they will be guided to evaluate oral and written language samples of others as well as themselves, increasing their awareness about their own proficiency while at the same time training them to use the CEFR for competence evaluation. In addition, they will be taught how to critically evaluate existing learning, teaching and assessment practices and material, in particular, focusing on its alignment with CEFR levels and how these may be used to support language learners’ endeavor to reach higher levels of language proficiency and linguistic competence (i.e., to guide language learning and development). Finally, students will learn how to critically read, review and discuss current research into CEFR-based learning, teaching and assessment. During the course, students will work on weekly tasks (individual, pair and group) which they will collect in a portfolio (pass/fail based on 80% completion). The final task will be a podcast, which they will create in pairs/groups with a focus on their target language (60% of the mark). The podcast will be accompanied by a theoretically informed rationale for their choices (40% of the mark). EduMA students will work in the target language of their studies. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. dr. M.C. Michel | Docent(en) | prof. dr. M.C. Michel A.L.M. Rousse-Malpat | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | portfolio, presentatie, wekelijkse opdrachten | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Bachelor behaald in één van de volgende vakgebieden: Taalwetenschap, BA Multilingualism, Nederlandse Taal en Cultuur of een moderne vreemde taal | Opmerkingen | 80% aanwezigheidsplicht en actieve deelname |
|
| terug naar boven |
|
3 | De erfenis van het modernisme | LDX015M10 |
Het begin van de 20e eeuw was een tijd van onrust in de Duitse maatschappij, cultuur en literatuur. Wetenschappelijke en technische revoluties evenals sociale transformatie gaan hand in hand met snelle paradigma verschuivingen in literatuur en kunst. Een fundamentele epistemologische en cognitieve crises werden gediagnosticeerd, met name wat betreft de ideeën en idealen van de mens zo als zij waen vastgeschreven door de Verlichting: Freud en anderen plaatsen vraagtekens bij het vermogen van het individu om te denken en rationeel te handelen; Nietzsche betwijfelt het vermogen van het individu om te communiceren met de wereld en Ernst Mach ontkent de definitie van individualiteit helemaal. Veel literaire teksten uit deze tijd getuigen van deze crises, uiten twijfels en verkennen nieuwe concepten van individualiteit, rationaliteit, en de taal zelf, waarvan vele een sterke en stralende effect hebben op het verdere verloop van de 20e eeuw. In deze module zullen we cruciale literaire en theoretische teksten onderzoeken uit de periode van het naturalisme, de decadentie, en het expressionisme, en in het bijzonder over de betekenis van deze teksten voor de geschiedenis van de esthetiek tot vandaag. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Duits | Coordinator | Dr. F.J. Lippert | Docent(en) | Dr. F.J. Lippert | Onderwijsvorm | werkcollege | Toetsvorm | essay, presentatie | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Bachelor behaald en toegang tot het Masterprogramma verleend conform OER van de opleiding. |
|
| terug naar boven |
|
4 | Deutsch und seine Varianten (MaLa) | LDX018M05 |
Dieser Kurs beschäftigt sich mit den verschiedenen Varietäten des Deutschen. Hierunter fallen Dialekte und Regiolekte genauso wie Sprachregister (Umgangssprache, Fachsprachen etc.) und Sondersprachen/Jargons (z.B. Jugendsprache) sowie die sog. Standardvarietäten (in Deutschland, Österreich und der Schweiz). Letztere lassen sich nicht nur voneinander abgrenzen, auch intern sind diese Varietäten alles andere als homogen. Denn entgegen der landläufigen Idee einer einheitlichen Standardsprache, für die (in Deutschland) der Duden regelt, was richtig und falsch, gut und schlecht ist, kennt auch das Standarddeutsche Variation auf allen sprachlichen Ebenen (Phonologie, Morphologie, Syntax, Lexik, Semantik, ...). Sprachliche Variation in ihrer gesamten Bandbreite lässt sich heutzutage mithilfe digitaler Medien besser (und vor allem umfassender) untersuchen denn je - und so ist es nicht verwunderlich, dass sich eine Reihe von aktuellen Forschungsprojekten mit diesem Thema beschäftigen, z.B. die "Variantengrammatik des Standarddeutschen", der "Atlas zur deutschen Alltagssprache", der "Atlas zur Aussprache des deutschen Gebrauchsstandards" oder "Regionalsprache.de". Das Seminar soll die Studierenden für die große Bandbreite der Variation im "Deutschen" sensibilisieren. Jährlich erfolgt dabei eine andere Schwerpunktsetzung im Bereich des Varietätenspektrums. Die Studierenden lernen durch die Diskussion aktueller Forschungsprojekte moderne sprachwissenschaftliche Forschungsverfahren und Analysemethoden kennen und erproben deren Anwendung. Neben sprachwissenschaftlichen und soziolinguistischen Fragestellungen werden auch Konsequenzen der Variation für den Fremdsprachenunterricht besprochen, etwa die Frage, welche Bedeutung Bewertungen wie "richtig" und "falsch" im Deutschunterricht haben, wenn u.U. hier richtig sein kann, was dort falsch ist (und umgekehrt). |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Duits | Coordinator | Dr. W. Kehrein | Docent(en) | Dr. W. Kehrein | Onderwijsvorm | werkcollege | Toetsvorm | presentatie, werkstuk(ken) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Zulassung zum Masterstudium Deutsch. |
|
| terug naar boven |
|
5 | Literaire kritiek op Europa sinds 1945 | LDX003M10 |
“Europeesheid is niets anders dan een verzinsel in het leven geroepen door dichters”, merkte Heinrich Mann op in 1927. Deze nogal radicale diagnose vindt zijn oorsprong in de observatie dat – door heel de geschiedenis van de moderne literatuur heen – de culturele, sociale en politieke facetten van Europeesheid regelmatig terugkerende onderwerpen waren in het literaire discours. Waarom gaven en geven literaire auteurs zoveel om “Europa”? En welke perspectieven boden zij na de verwoesting van het continent in 1945? In dit werkcollege volgen we het literaire discours vanaf de pacifistische visies van de naoorlogse periode tot het hedendaagse idee van een “nieuw verhaal” voor de door crises geteisterde EU. Een cruciale vraag is hoe de verschillende auteurs de sociaal-politieke relevantie evalueren van literatuur an sich in het licht van T.W. Adorno’s zowel fundamentele als dialectische kritiek op de esthetiek na Auschwitz. Tegen deze achtergrond focussen we op verschillende vormen van kritische en zelfkritische esthetische epistemologieën, samengevat onder de term “literaire kritiek”. Hiertoe behoren onder andere de literaire zelfkritiek van naoorlogse intellectuelen (Eugen Kogon, Klaus Mann), de polemieken tegen het “zachte monster Brussel” (Hans Magnus Enzensberger) en radicale postnationale visies op de EU (Robert Menasse).
De focus zal voornamelijk liggen op literaire teksten en essays uit Duitstalige gebieden, aangevuld met enkele vertalingen uit andere talen en een aantal secundaire teksten. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Duits | Coordinator | Dr. F.J. Lippert | Docent(en) | Dr. F.J. Lippert | Onderwijsvorm | tutorial | Toetsvorm | essay, presentatie | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Bachelor behaald en toegang tot het Masterprogramma (zie hiervoor de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding) | Opmerkingen | Deze cursus wordt aangeboden als een online tutorial.
80% Aanwezigheidsplicht bij werkcolleges. Studenten worden geacht actief te participeren in alle werkcolleges en alle opdrachten buiten de colleges tijdig en correct uit te voeren. |
|
| terug naar boven |
|
6 | Ma Thesis Multilingualism | LHM999M20 |
Students write a Master's Thesis (of approximately 17,000 words, excluding bibliography and appendices). This task is supervised on an individual basis. |
|
| terug naar boven |
|
7 | Master scriptie Duits | LDX999M20 |
De afstudeerscriptie vormt het sluitstuk van de opleiding en is in die zin een proeve van bekwaamheid: eindscriptie in de Letterkunde en/ of Cultuurkunde, in aansluiting op één van de tijdens de masteropleiding gevolgde werkgroepen. Op de Ma scriptie Nestorpagina van ETC vindt men het MA-scriptiereglement. Dit dient men goed te bestuderen voordat men aan de scriptie begint. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Duits | Coordinator | Dr. F.J. Lippert | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | zelfstudie (begeleid) | Toetsvorm | scriptie | ECTS | 20 | Entreevoorwaarden | Aan de MA scriptie kan worden begonnen na het volgen van 20 ECTS van de Mastervakken, waarvan 10 ECTS in de doeltaal (OER-B art. 4.1). | Opmerkingen | In overleg met de begeleider kan dit vak ook in het eerste semester worden gevolgd. |
|
| terug naar boven |
|
8 | Master's Thesis in Applied Linguistics | LOX999M20 |
Students meet during the first 6 weeks of the semester as part of so-called thesis workshops to develop a research proposal. They will report on background reading and discuss their research question and the design of their study. During the second half of the semester, students work independently on a coherent and well-argued written account of research based on a clearly defined problem related to the field of L2 learning or teaching. They do so under the supervision of a staff member of Applied Linguisitcs. At the end of the semester, students will give a 20-minute presentation on their findings as part of a student conference. |
|
| terug naar boven |
|
9 | Masterscriptie Taalwetenschappen | LTX998M20 |
De afstudeerscriptie vormt de afsluiting van de opleiding en is in die zin een proeve van bekwaamheid. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels | Coordinator | diverse docenten | Docent(en) | diverse docenten | ECTS | 20 | Entreevoorwaarden | Bachelordiploma. Zie rug.nl/let/onderwijs/Master/TheorEnDescrTaalk/admission-application voor de voorwaarden. Neem voor meer informatie contact op met de opleiding. |
|
| terug naar boven |
|
10 | Masterstage 1 Lerarenopleiding | TEM0205 |
Bij Masterstage 1 loopt de student stage op een school voor voortgezet onderwijs (in de regel twee dagen per week) onder begeleiding van een vakcoach. Hij verricht observaties, interviewt leerlingen, bereidt (deel)lessen voor, geeft ze en bespreekt ze na met de vakcoach. De student verzamelt informatie en feedback over de kwaliteit van het eigen handelen (o.a. door de afname van een leerlingenquête), rapporteert daarover en beschrijft zijn ervaringen in een stageverslag. De student oriënteert zich daarmee op het leraarschap en leert hoe je in de context van de school onderzoekend kunt werken aan het sturen van je ontwikkeling. In de context van de stage voert de student daarnaast opdrachten uit in het kader van de basiscursus lerarenopleiding (TEM0105), die parallel is georganiseerd aan de stage. |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. S. Tuenter | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | Stage | Toetsvorm | Bekwaamheidsprofiel | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Toegelaten tot de opleiding | Opmerkingen | Vakcoördinator: drs. Saskia Tuenter (s.tuenter@rug.nl)
Aanmelden? Kijk dan op onze website voor meer informatie: https://www.rug.nl/gmw/lerarenopleiding/onderwijs/aanmelding-lerarenopleiding |
|
| terug naar boven |
|
11 | Masterstage 2 Lerarenopleiding | TEM0315 |
Bij Masterstage 2 gaan we opnieuw na of de student doelen van Masterstage 1 beheerst: die vormen immers de basis. Daar bovenop wordt de student uitgedaagd te laten zien dat hij leerlingen kan activeren en motiveren in de les. Verder wordt van de student verwacht dat hij aantoont dat hij planmatig en navolgbaar kan werken aan de eigen ontwikkeling en dat hij in staat is zijn werk in samenspraak met collega’s, ouders en andere betrokkenen uit te voeren. Om dat te leren, krijgt de student in toenemende mate verantwoordelijk voor het onderwijs aan ‘eigen’ klassen. Net als in Masterstage 1 verzamelt de student tijdens deze stage gericht informatie over de kwaliteit van wat hij doet, o.a. door lessen te laten observeren (door coach en vakdidacticus), door gericht op zoek te gaan naar feedback en door naar leerlingoordelen te vragen. Die gegevens analyseert de student en op grond daarvan maakt de student een (met theoretische inzichten onderbouwd) ontwikkelplan. |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. S. Tuenter | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | Stage | Toetsvorm | Bekwaamheidsprofiel, Stageverslag | ECTS | 15 | Entreevoorwaarden | Masterstage 1 (TEM0205) *voor studenten van de Master Educatie en Communicatie (bètavakken)is het afronden van het Research Project verplicht om met dit vak te starten | Opmerkingen | Vakcoördinator: drs. Saskia Tuenter (s.tuenter@rug.nl) |
|
| terug naar boven |
|
12 | Masterstage 3 Lerarenopleiding | TEM0410 |
Masterstage 3 loopt de student in de regel op dezelfde school als Masterstage 2. De student bouwt voort op ervaringen tijdens Masterstage 2 (de doelen van MS1 en MS2 worden ook opnieuw getoetst) en wordt in de gelegenheid gesteld om meer te gaan experimenteren met werkvormen en zelf ontwikkelde leermiddelen. Specifieke aandacht zal daarbij ook gericht zijn op de vraag of de student in staat is leerlingen gewenste leerstrategieën aan te leren. De student brengt de (theoretische en praktische) inzichten opgedaan bij de onderdelen Vakdidactiek 2 en 3 en Pedagogiek in de praktijk, terwijl hij de onderwijspraktijk ook onderwerp van onderzoek maakt. Tijdens Masterstage 3 maakt de student de onderzoekscyclus rond de eigen professionele ontwikkeling rond. Hij verricht opnieuw een meting naar de stand van zaken rond de professionele ontwikkeling (maakt daarbij opnieuw gebruik van gegevens uit een opnieuw af te nemen leerlingenquête en observaties door de vakcoach), analyseert deze (mede op grond van theoretisch inzicht) en doet verslag van de uitkomsten daarvan en van de mate waarin de student zijn oorspronkelijke plan (zie Masterstage 2) gerealiseerd heeft. De activiteiten die de student verder verricht tijdens Masterstage 3 komen overeen met die in Masterstage 2 (zie aldaar). |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | drs. S. Tuenter | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | Stage | Toetsvorm | Bekwaamheidsprofiel, Stageverslag | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Masterstage 2 (TEM0315) | Opmerkingen | Vakcoördinator: drs. Saskia Tuenter (s.tuenter@rug.nl) |
|
| terug naar boven |
|
13 | Pedagogiek | TEM0805 |
Bij het vak Pedagogiek staat de ontwikkeling en opvoeding van kinderen en jongeren centraal en de manieren waarop contexten (o.a. ‘thuis’ en ‘school’) daarop invloed uitoefenen. Bij het onderdeel communicatie in de klas van dit vak, gaat het om ‘pedagogiek in het klein’. Tijdens een aantal apart georganiseerde trainingen leert de student in een kleine werkgroep wat het effect van je lichaamshouding en stemgebruik is op leerlingen/groepen en wat er in de non-verbale communicatie gedaan kan worden om regie te houden. Het deel communicatie in de klas is een verplicht handelingsdeel bij dit vak. Tijdens de (online) hoor- en werkcolleges bij het vak pedagogiek focussen we ons op ‘pedagogiek in het groot’: de invloed van onderwijs op de brede ontwikkeling van jongeren. We gaan kijken naar opvattingen over doelen van onderwijs, de pedagogische taak van de docent, de (morele) vorming van leerlingen en passen dit toe op actuele onderwijsdiscussies over bijvoorbeeld projectonderwijs, gepersonaliseerd leren en 21ste-eeuwse vaardigheden. Daarnaast staan we stil bij de ontwikkeling van kinderen en jongeren vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief: hoe kunnen we het leren en welzijn van schoolgaande jeugd begrijpen vanuit wat we weten over bijvoorbeeld morele ontwikkeling, zelfbeeld en motivatie? |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. A.E. Smale-Jacobse | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | divers | Toetsvorm | Schriftelijk eindproduct | ECTS | 5 | Opmerkingen | Vakcoördinator: A.E. Smale-Jacobse Aanspreekpunt Communicatie in de klas: Henrike Cuperus |
|
| terug naar boven |
|
14 | Vakdidactiek 1 | TEM0505 |
In het onderdeel Vakdidactiek 1 staan de bijeenkomsten met de studenten van hetzelfde schoolvak en de vakdidacticus centraal. Daar leert de student werken met bestaand lesmateriaal, hoe een les past in een langere leerlijn, etc. Dat gebeurt op grond van kennis over het schoolcurriculum en over de eindtermen van het vak. Verder wordt er aandacht besteed aan de verschillende manieren waarop je de pedagogische en didactisch keuzes die je maakt kunt verantwoorden op grond van wat weten uit onderzoek over het leren van leerlingen. De bijeenkomsten met de vakdidacticus worden aangevuld en verdiept met thematisch online modules en opdrachten. |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | A.T. Verkade, MSc. | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | divers | Toetsvorm | Schriftelijk eindproduct | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Educatieve Master: Basiscursus Master Lerarenopleiding (TEM0105) en Masterstage 1 (TEM0205) | Opmerkingen | Vakcoördinator: Anna Verkade, MSc (a.t.verkade@rug.nl) |
|
| terug naar boven |
|
15 | Vakdidactiek 2 | TEM0605 |
Bij Vakdidactiek 2 staan de colleges (wederom geconcentreerd in bijeenkomsten met de vakdidacticus) en opdrachten in het teken van het verder verfijnen van het vermogen van de student om goed doordacht (ook digitaal) onderwijs te ontwikkelen en uit te voeren. We richten de focus nog wat explicieter op het leren van leerlingen. De student leert analyseren hoe leerlingen het schoolvak leren, hoe je dit leren van leerlingen zichtbaar kunt maken en hoe je leren adequaat kunt toetsen. Daarbij wordt er voortdurend aandacht besteed aan de gebruikswaarde van (wetenschappelijk) onderzoek in dit verband. Ook dit van wordt ondersteund met thematische verdiepende en aanvullende online modules. |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | A.T. Verkade, MSc. | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | divers | Toetsvorm | Schriftelijk eindproduct | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Toegelaten tot de opleiding | Opmerkingen | Vakcoördinator: Anna Verkade, MSc (a.t.verkade@rug.nl) |
|
| terug naar boven |
|
16 | Vakdidactiek 3 | TEM0710 |
Met de kennis die de student in de funderende fase van de opleiding heeft opgedaan gaat de student bij Vakdidactiek 3 verder de diepte in. Wat de student leert, is hoe je nog systematischer en onderzoeksmatiger kunt kijken naar het leren van leerlingen. De student doet, met collegastudenten, onderzoek naar het effect van diens onderwijs op het leren van leerlingen, naar wat een effectief maakt en hoe onderwijs verbeterd kan worden op basis van dat onderzoek. De methode die we daarvoor gebruiken is Lesson Study. De student wordt daarop voorbereid tijdens (werk)colleges. De student ontvangt groepsgewijze begeleiding en gaat het geleerde onder begeleiding toepassen in de onderwijspraktijk. Parallel aan wat er van de student verwacht wordt tijdens Masterstage 3 worden, in online modules thema’s behandeld die de student helpen in het (vak)onderwijs, inzicht te krijgen in welke psychologische processen het leren van leerlingen sturen (metacognitie) en daarop ingespeeld kan worden. Tenslotte maakt de student kennis met de voor zijn schoolvak relevante nieuwe of ontwikkelingen en specifieke (of juist vakoverstijgende) didactieken. |
Faculteit | Lerarenopleiding | Voertaal | Nederlands | Coordinator | A.T. Verkade, MSc. | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | Hoor- en werkcolleges, Opdrachten, Zelfstudie | Toetsvorm | Presentatie, Schriftelijk eindproduct, Schriftelijk verslag | ECTS | 10 | Opmerkingen | Vakcoördinator: Anna Verkade MSc (a.t.verkade@rug.nl) |
|
| terug naar boven |
|