Informatie over Ma Nederlands Recht - specialisatie Privaatrecht
Hieronder staan het programma en de vakomschrijvingen van Ma Nederlands Recht - specialisatie Privaatrecht Klik op de naam van een vak in een schema om naar de omschrijving te gaan.
» Jaar 4 ( Verplichte onderdelen) | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
hele jaar | verplicht | RG00061012 | Masterscriptie | Nederlands | 12 | ||
semester I | verplicht | RGDOS017 | Seminaar Nederlands Recht | Nederlands | 6 | variabel | |
semester I a | verplicht | RGMPR03506 | Bijzondere Overeenkomsten | Nederlands | 6 | 4 | |
a. (OV 1-3) | RGAPR90606 | Jeugdrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
a. (OV 1-3) | RGMBE02406 | Omgevingsrecht | Nederlands | 6 | 4 | ||
a. (OV 1-3) | RGMHA00606 | Ondernemingsrecht 1 (NV- en BV Recht) | Nederlands | 6 | 4 | ||
semester I b | verplicht | RGMPR00306 | Goederenrecht C.S. | Nederlands | 6 | variabel | |
verplicht | RGMPR00506 | Internationaal Privaatrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
semester II | verplicht | RGMDOS801 | Recht in Praktijk (zie overzicht) | Engels en Nederlands | 6 | variabel | |
keuze | RGMDOS0100 | Learning Communities | Nederlands | ||||
semester II a | b. (OV 1-3) | RGAPR90506 | Huurrecht | Nederlands | 6 | 2 | |
b. (OV 1-3) | RGMPR00606 | Personen- en Familierecht | Nederlands | 6 | 4 | ||
b. (OV 1-3) | RGMPR10306 | Personenschade: Theorie & Praktijk | Nederlands | 6 | 2 | ||
semester II b | verplicht | RGMPR10206 | Civiele Rechtspleging | Nederlands | 6 | 4 | |
Opmerkingen | a. (OV 1-3) keuze 1 uit 3 (in blok 1)
| ||||||
» Jaar 4 ( Seminaars Nederlands Recht - geadviseerd voor Privaatrecht) | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
hele jaar | a. keuze | RGMHA01906 | Seminaar Corporate Litigation | Nederlands | 6 | variabel | |
semester I | keuze | RGMPR00706 | Seminaar Burgerlijk Procesrecht | Nederlands | 6 | 3 | |
keuze | RGMPR02206 | Seminaar Commerciële Contracten | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMPR03106 | Seminaar Consumentenrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMPR03606 | Seminaar Echtscheidingsrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMRG00206 | Seminaar Ius Commune | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA02806 | Seminaar Onderneming en Arbeid | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA01306 | Seminaar Ondernemingsrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
semester I b | keuze | RGMRG00806 | Seminaar Romeins Privaatrecht | Nederlands | 6 | 2 | |
semester II | keuze | RGMIP00206 | Sem. IPR en Commerciële Rechtspraktijk | Nederlands | 6 | 2 | |
keuze | RGMPR03406 | Seminaar Aanspr.heid en Schadevergoeding | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA00906 | Seminaar Auteursrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMRF00306 | Seminaar Boontje komt om z'n loontje? | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMHA01106 | Seminaar Faillissementsrecht | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMPR03206 | Seminaar Financiering en Zekerheden | Nederlands | 6 | 2 | ||
keuze | RGMIP00106 | Seminaar IPR in de familierechtpraktijk | Nederlands | 6 | 2 | ||
semester II a | keuze | RGMAR00206 | Seminaar Openbare-orderecht | Nederlands | 6 | 2 | |
Opmerkingen |
|
1 | Bijzondere Overeenkomsten | RGMPR03506 | |||||||||||||||||||||||||||
Verbintenissenrecht c.s. biedt een verdieping in de systematiek en werking van het verbintenissenrecht aan de hand van twee samenhangende thema's: bijzondere overeenkomsten en algemene leerstukken. Voortbouwend op de kennis die op bachelorniveau is verworven, wordt ingegaan op een aantal belangrijke overeenkomsten, zoals koop, opdracht en vaststelling. Gekeken wordt naar de inhoud van deze in boek 7 geregelde contracten in samenhang met het algemene rechtshandelingen- en overeenkomstenrecht in de Boeken 3 en 6 BW. Voorts wordt ingegaan op de Europese achtergrond van een aantal van deze contracten (bijvoorbeeld koop op afstand, consumentenkoop). Verder wordt een aantal algemene leerstukken aan de orde gesteld: samenloop, nietigheid en verjaring. Gelden bijvoorbeeld naast de bijzondere regels over koop op afstand, onverkort de algemene regels over (koop)overeenkomsten (een vraag van samenloop)? Kan een contract dat dwingend recht van Boek 7 schendt deels geldig zijn of zelfs worden geconverteerd in een volledig geldig contract (vragen van nietigheid)? Hoe lang kunnen rechten worden uitgeoefend (een vraag van verjaring)? Uiteraard komt niet alleen de regelgeving aan de orde, maar ook hoe in rechtspraak en rechtspraktijk met deze problemen wordt omgegaan. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
2 | Civiele Rechtspleging | RGMPR10206 | |||||||||||||||||||||||||||
De actualiteit en het groeiend praktisch belang van de procesrechtelijke dimensie van het recht, dwingen om aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen. - Bewijsrecht: het bewijsrecht geeft regels voor de vaststelling van feiten op grond waarvan de rechter moet beslissen. De juiste verhouding tussen de feitelijke en juridische grondslag van een in het privaatrecht wortelende aanspraak raakt de kern van het civiele geding, speelt een cruciale rol in de verwezenlijking van materieelrechtelijke aanspraken en is van groot belang voor het vertrouwen van het publiek in de rechtspraak. Via het proces stroomt de werkelijke wereld door middel van de regels van het bewijs het recht binnen. - De tendens om door middel van voorlopige en bewarende maatregelen het executierisico te beperken en een tijdelijk noodverband te leggen neemt steeds grotere vormen aan. Het is snel recht, maar tijdelijk en onzeker. - De dwangsomveroordeling is het instrument om tegemoet te komen aan de wens om het executierecht zo in te richten dat degene die in het gelijk gesteld is, krijgt waar hij recht op heeft. Daardoor is het recht in staat het toenemende aantal verplichtingen anders dan het betalen van een geldsom af te dwingen. - De digitalisering van de civiele rechtspraak verloopt moeizaam, maar zal vroeger of later haar beslag krijgen -reden genoeg om aan dit praktische aspect aandacht te besteden. - Als laatste wordt aandacht besteed aan de geschilafhandeling buiten de overheidsrechter om als uiting van de trend tot zelfregulering, partijautonomie en de wens om de gang naar de rechter te vermijden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
3 | Goederenrecht C.S. | RGMPR00306 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit vak wordt aandacht besteed aan het verhaalssysteem van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder ook de goederenrechtelijke zekerheidsrechten. Daarbij komen onder meer aan de orde het verhaalsrecht op goederen, de verschillende vormen van voorrang, vestiging en executie van (stil) pandrecht op zaken en vorderingen, hypotheek, eigendomsvoorbehoud, retentierecht, recht van reclame en (het verbod van) fiduciaire rechtsverhoudingen. Ook worden dwarsverbanden gelegd met het beslag- en executierecht en het faillissementsrecht. Naast het verhaalssysteem van Boek 3 worden de beperkte genotsrechten – vooral het erfpachtrecht en de erfdienstbaarheid - en het appartementsrecht behandeld. De te bestuderen stof bouwt voort op de vakken Burgerlijk Recht 1 en 2. Werkwijze: Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en responsiecolleges (optioneel). | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
4 | Huurrecht | RGAPR90506 | |||||||||||||||||||||||||||
Naast de algemene bepalingen die gelden voor alle huurovereenkomsten, wordt afzonderlijk ingegaan op de huur van woonruimte en bedrijfsruimte. Op het vlak van de woonruimte wordt bijv. de overlastproblematiek behandeld, de huur voor bepaalde tijd en de opzegging op grond van dringend eigen gebruik (kan een ouder die een huis in Groningen heeft en dat heeft verhuurd, rechtsgeldig de huur opzeggen omdat zoon of dochter in Groningen komt studeren?). Ook wordt besproken welke (onderhouds)plichten voor rekening van de verhuurder danwel de huurder komen. Stilgestaan wordt verder bij het huurprijzenrecht (betaal ik voor mijn (studenten)kamer niet een te hoge huurprijs?) Eveneens komen 'onderhuur' en 'medehuur' ter sprake. Bij de bespreking van de huur en verhuur van bedrijfsruimte komt o.a. aan de orde de problematiek met betrekking tot de supermarktketens, de zgn. winkel-in-winkel-verhuur' (d.w.z. AH, die in het door haar gehuurde pand de vlees- en versafdeling' aan een afzonderlijke onderneming heeft verhuurd en besluit de versafdeling zelf te gaan exploiteren). Het vak huurrecht is voor de rechtspraktijk van groot belang, in het bijzonder voor diegenen die een loopbaan in de advocatuur ambiëren. De maatschappelijke impact van het vak komt bij alle genoemde onderdelen ter sprake. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
5 | Internationaal Privaatrecht | RGMPR00506 | |||||||||||||||||||||||||||
In internationale gevallen is het niet altijd vanzelfsprekend dat het Nederlandse recht van toepassing is of dat de Nederlandse rechter bevoegd is over een geschil te oordelen. Over de vraag wanneer dit wel en wanneer dit niet het geval is, beslissen regels van internationaal privaatrecht (IPR). IPR kan worden omschreven als nationaal recht dat erop is gericht problemen die voortvloeien uit de samenloop van nationale rechtstelsels bij internationale privaatrechtelijke rechtsverhoudingen te reguleren. Het omvat regels inzake de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter (internationaal jurisdictierecht), inzake de vraag naar het toepasselijke recht (conflicten- of verwijzingsrecht) en regels inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen (internationaal executierecht). Steeds vaker ook komen deze regels in geharmoniseerde vorm in verordeningen vanuit Brussel tot ons. Door de groei van het internationale rechtsverkeer wordt de Nederlandse jurist (rechter, notaris, advocaat etc.) steeds vaker geconfronteerd met vragen van internationaal privaatrecht. Een gedegen kennis van dit vakgebied is dan ook van belang. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
6 | Jeugdrecht | RGAPR90606 | |||||||||||||||||||||||||||
Tot dit vak behoren zowel een civielrechtelijk als een strafrechtelijk deel. In het civielrechtelijk deel zullen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde komen: minderjarigheid, handelings(on)bekwaamheid, (ouderlijk) gezag, kinderbeschermingsmaatregelen m.b.t. het ouderlijk gezag, kind en echtscheiding, afstammingsrecht en adoptie. Tot het strafrechtelijk deel behoren het materiële jeugdstrafrecht (Boek I, Titel VIIIA WvSr) en het jeugdstrafprocesrecht (Boek IV, Titel II WvSv) in relatie de fundamentele rechten en vrijheden die voortvloeien uit het EVRM en het Internationaal verdrag tot bescherming van de rechten van het kind (IVRK). | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
7 | Learning Communities | RGMDOS0100 | |||||||||||||||||||||||||||
Learning Communities Samen leren en vaardigheden oefenen Wil jij in een kleine groep samen met een docent aan de hand van een pakkend onderwerp werken aan je vaardigheden? Een master learning community bestaat uit een groep van ongeveer 8 tot 12 masterstudenten die onder begeleiding van een docent een semester aan de slag gaan met een bepaald onderwerp. De onderwerpen vindt je hieronder. Binnen het thema kun je zelf aandragen wat je graag wilt leren en of je met alumni/werkgevers, gerelateerd aan het thema,in contact wilt komen. De communities zijn extra-curriculair en worden dus aangeboden naast het standaard studieprogramma. De learning community biedt jou de mogelijkheid om in kleiner groepsverband met het recht bezig te zijn en in een nauwere relatie met je docent en je medestudenten samen te werken. Je leert ook van elkaar. Daarnaast biedt het thema van de learning community, naast oriëntering ook mogelijkheden tot profilering en verdieping richting de arbeidsmarkt. Je leert namelijk tijdens dit project naast juridische vaardigheden ook andere vaardigheden die door werkgevers als waardevol worden gezien zoals samenwerken, plannen en netwerken. Doordat de docent in deze communities een coachende rol heeft, zal je zelfsturend vermogen worden verbeterd. Je werkt naar een bij het thema passend eindproduct toe. Je krijgt geen studiepunten of een cijfer maar wel feedback waar je veel van kunt leren. Ook leer je over samenwerken. Het project is waardevol om je te ontwikkelen en mee te profileren. Je kunt het daarom goed op je CV vermelden. Op dit moment wordt er geen community aangeboden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
8 | Masterscriptie | RG00061012 | |||||||||||||||||||||||||||
Nadere eisen en richtlijnen Nadere eisen en richtlijnen m.b.t. scriptie zijn opgenomen in het scriptiereglement. Zie Kennisbank Rechten voor meer informatie. Voorbereiding Ter voorbereiding op het schrijven van een scriptie organiseert de faculteit een scriptievoorbereidingstraject, bestaande uit een hoorcollege (4 x per jaar), een bibliotheekinstructie en een scriptiepracticum. De student is verplicht de onderdelen scriptiecollege en bibliotheekinstructie van het scriptievoorbereidingstraject te volgen alvorens een scriptieonderwerp ter goedkeuring voor te leggen aan de scriptiecoördinator. Het volgen van het onderdeel scriptiepracticum is facultatief, maar wordt sterk aanbevolen. Voor bijzonderheden over het Scriptievoorbereidingstraject zie de vakomschrijving in Ocasys. Hierin is informatie opgenomen over de onderdelen van het traject en speciale literatuur die bij het schrijven van een scriptie wordt aanbevolen. Voor Masterstudenten Internationaal en Europees Recht geldt een apart engelstalig scriptievoorbereidingstraject (Thesisclass) zie de vakomschrijving in Ocasys. Een artikel in Ars Aequi of een ander wetenschappelijk tijdschrift kan ook als een scriptie worden gehonoreerd, mits hierover tevoren overleg is gepleegd met de docent die anders als scriptiebegeleider zou zijn opgetreden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
9 | Omgevingsrecht | RGMBE02406 | |||||||||||||||||||||||||||
Het omgevingsrecht is het recht betreffende de fysieke leefomgeving. Het milieurecht en het ruimtelijk bestuursrecht vormen belangrijke onderdelen van het omgevingsrecht. Beide rechtsgebieden komen in dit vak aan de orde. Daarnaast is in elk geval aandacht voor het natuurbeschermingsrecht. In de praktijk is binnen de genoemde rechtsgebieden veel samenhang en het ene rechtsgebied beïnvloedt niet zelden het andere gebied. In toenemende mate wordt gestreefd naar afstemming en integratie van de rechtsgebieden. Dat heeft onder andere geleid tot de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en zal leiden tot de invoering van de centrale Omgevingswet. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: - (de toekomst van) bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling (Wro) - (de toekomst van) omgevingsvergunningen in verschillende vormen en voor verschillende onderwerpen, zoals bouwen en milieu (Wabo) - (de toekomst van) (milieu)beleidsplannen, (milieu)kwaliteitseisen en (milieu)effectrapportages (Wm); - (de toekomst van) Natuurbeschermingsrecht voor het beschermen van gebieden en soorten (Wet natuurbescherming) - De doorwerking van (internationale en Europese) beginselen, de handhaving en de rechtsbescherming in het omgevingsrecht | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
10 | Ondernemingsrecht 1 (NV- en BV Recht) | RGMHA00606 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak Ondernemingsrecht I geeft inzicht in een aantal kernthema's van het ondernemingsrecht. De volgende onderwerpen worden behandeld:
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
11 | Personen- en Familierecht | RGMPR00606 | |||||||||||||||||||||||||||
Op het personen- en familierecht in brede zin, een rechtsgebied waarmee iedereen wel eens te maken krijgt, hebben maatschappelijke ontwikkelingen veel invloed gehad. Dit blijkt bijvoorbeeld uit recente wetswijzigingen, wetsvoorstellen en jurisprudentie. Op het college komen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde:
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
12 | Personenschade: Theorie & Praktijk | RGMPR10306 | |||||||||||||||||||||||||||
Onder personenschade wordt verstaan de letsel- en overlijdensschade veroorzaakt door bijvoorbeeld een verkeersongeval, arbeidsongeval, medische fout of geweldsincident. Daarbij kunnen zich tal van vraagstukken voordoen op het gebied van het aansprakelijkheids-, schadevergoedings- en verzekeringsrecht. Personenschade is een maatschappelijk relevant thema, omdat deze vorm van schade in onze moderne samenleving onvermijdelijk is maar zeer diep kan ingrijpen in iemands (gezins)leven. Daarbij hebben niet alleen getroffenen, maar ook de tot vergoeding van de schade aangesprokenen belang bij duidelijkheid en een zo soepel mogelijk verloop van de schaderegeling. In de praktijk blijken zich telkens weer nieuwe complexe schadegevallen voor te doen en is de afwikkeling van personenschade inmiddels een zelfstandig specialisme geworden. Personenschade heeft tevens de aandacht van de wetgever en politiek, en komt geregeld aan bod in de media. Ook in Europees verband is er aandacht voor personenschade, getuige bijvoorbeeld de toenemende rechtspraak hierover van het EHRM. De materie wordt vanuit verschillende invalshoeken benaderd en het vak is in de eerste plaats geschikt voor studenten met een privaatrechtelijke belangstelling. Ook rechtenstudenten uit andere richtingen kunnen aan dit vak deelnemen, maar die moeten ermee rekening houden dat zij zich extra zullen moeten inspannen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
13 | Recht in Praktijk (zie overzicht) | RGMDOS801 | |||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
14 | Sem. IPR en Commerciële Rechtspraktijk | RGMIP00206 | |||||||||||||||||||||||||||
Nederland is groter dan het BW. In de commerciële advocatuur, het bankwezen en de internationale ondernemingspraktijk heeft men dagelijks te maken met cliënten die actief zijn in het internationale handelsverkeer. Die praktijk vergt van juristen een gedegen kennis van het internationaal burgerlijk procesrecht, internationaal overeenkomstenrecht, internationaal aansprakelijkheidsrecht. Aan de hand van casusopdrachten wordt in teamverband gewerkt. Daarnaast bestaat het seminaar uit een aantal hoorcolleges, capita selecta van het internationaal privaatrecht. Een deel van de colleges zal gegeven worden door een of meer (buitenlandse)gastdocenten. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
15 | Seminaar Aanspr.heid en Schadevergoeding | RGMPR03406 | |||||||||||||||||||||||||||
Inhoud: Tijdens dit seminaar staan vragen op het terrein van aansprakelijkheid en schadevergoeding centraal. Startpunt is uiteraard steeds de onrechtmatige daad en algemene regeling inzake niet-nakoming en in het verlengde hiervan is er veel ruimte voor problemen die zich kunnen voordoen bij de vaststelling van de schadevergoeding. Aandachtsgebieden die aan de orde zullen komen zijn onder andere: medische aansprakelijkheid en kansschade, de zorgplicht van banken en eigen schuld van cliënten, de aansprakelijkheid van de staat en de relativiteit, de toetsing en matiging van boetebedingen en hun verhouding tot de wettelijke rente. De aandachtsgebieden zullen in een rechtsvergelijkend perspectief worden geplaatst. Werkwijze: Iedere deelnemer schrijft een notitie over een deelonderwerp dat door een andere deelnemer in een referaat wordt toegelicht. Vervolgens wordt over dit onderwerp aan de hand van stellingen van de overige deelnemers gediscussieerd. Er is geen voorgeschreven literatuur. Nadere informatie wordt gegeven op de eerste bijeenkomst, waar ook de onderwerpen zullen worden toegelicht en verdeeld. Aanwezigheid is daarom verplicht. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
16 | Seminaar Auteursrecht | RGMHA00906 | |||||||||||||||||||||||||||
Het auteursrecht kan worden omschreven als een tijdelijk monopolie van de maker van een 'werk' op de exploitatie van dat werk. Het auteursrecht wordt geregeld in de Auteurswet. In onze huidige informatiemaatschappij groeit het belang van het auteursrecht gestaag. Geschat wordt dat in Nederland met de productie en exploitatie van auteursrechtelijk beschermd werk meer dan dertig miljard euro gemoeid is. Dat is ongeveer 6 % van het nationaal inkomen. Men dient zich goed te realiseren dat met betrekking tot allerlei dagelijkse gebeurtenissen auteursrechten in het spel zijn. Ter illustratie: mag men op een website een hyperlink plaatsen die naar auteursrechtelijk beschermd werk linkt op een andere website? Mag een winkelier in zijn winkel via de radio muziek ten gehore brengen? Mag van de Stopera een foto worden genomen? Mogen studenten studieboeken fotokopiëren? Mag van een computerprogramma een back-up worden gemaakt? Mag een werk van beeldende kunst worden nagetekend? Mag de Tripp Trapp-stoel van Stokke worden nagemaakt? Mag op een schoolfeest muziek ten gehore gebracht worden? Mag auteursrechtelijk beschermd werk op internet worden geplaatst? De opzet van dit seminaar is studenten, aan de hand van actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen vertrouwd te maken met het auteursrecht. Bij aanvang van het seminaar zal een aantal (actuele) onderwerpen worden gekozen. De wekelijkse bijeenkomsten dienen door alle deelnemers te worden voorbereid. Het is de bedoeling de deelnemers in groepen te verdelen. De werkzaamheden van een groep kunnen bestaan uit het houden van een voordracht of een pleidooi, of het concipiëren van een advies of vonnis. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
17 | Seminaar Boontje komt om z'n loontje? | RGMRF00306 | |||||||||||||||||||||||||||
Het gezegde 'boontje komt om zijn loontje' wordt gebruikt wanneer iemand zijn verdiende straf krijgt. In de volksmond lijkt men geen moeite te hebben met deze uitspraak. Maar wat is eigenlijk `verdiend’? En straft men wel omdat iemand dat verdiend heeft? Of omdat men erger wil voorkomen? Of zijn er nog andere redenen om te straffen en welke reden vinden wij dan eigenlijk het belangrijkste? En is belonen eigenlijk geen betere manier om gedrag te beïnvloeden? In deze collegereeks worden enkele ogenschijnlijke vanzelfsprekendheden uit het strafrecht ter discussie gesteld en steeds vanuit zowel een strafrechtelijk als filosofische perspectief belicht. Daarbij komen concrete thema’ s aan de orde, zoals de vraag of tbs eigenlijk wel zo humaan is als vaak wordt voorgesteld en of iemand ooit levenslang verdient. Alle colleges worden verzorgd door zowel een strafrechtdocent (Ten Voorde) als een rechtsfilosoof (afwisselend Mackor, Westerman en Geeraets (gastdocent VU)). Elke week worden een of meer actuele juridische, rechtsfilosofische en literaire teksten gelezen. Van de student wordt een actieve inbreng verwacht op basis van aanvullend eigen literatuuronderzoek. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
18 | Seminaar Burgerlijk Procesrecht | RGMPR00706 | |||||||||||||||||||||||||||
Met dit Seminaar – het Civiel Procedeerpracticum – wordt beoogd studenten, na een min of meer theoretische vorming gedurende hun studie, te laten kennismaken met de praktijk van de civiele procedure, hen daarover kennis bij te brengen en enkele basisvaardigheden aan te leren die hen daarbij van pas kunnen komen. Deels zullen dat nieuwe vaardigheden zijn, deels verdere ontwikkeling van reeds bestaande. Dit zijn zowel algemene als meer praktische vaardigheden toegespitst op de het procederen in civiele zaken, zoals: - het opstellen van processtukken; - het houden van juridisch betogen (schriftelijk en mondeling); - het leiden van bijeenkomsten; - het concipiëren van een vonnis. Veel studenten die de studierichting Nederlands Recht volgen, gaan na afronding van hun master werken in de advocatuur, rechterlijke macht of deurwaarderspraktijk. Hoewel de praktische vaardigheden in de regel het beste ‘on the job’ geleerd kunnen worden, is het noodzakelijk om alvast tijdens de studie met deze rechtspraktijk en de daarvoor vereiste vaardigheden kennis te maken. Dit Seminaar beperkt zich tot de civiele dagvaardingsprocedure in eerste aanleg. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
19 | Seminaar Commerciële Contracten | RGMPR02206 | |||||||||||||||||||||||||||
Commerciële contracten worden gesloten tussen professionele partijen (B2B) en gaan over transacties als koop, distributie, franchising, dienstverlening, samenwerking etc. Deze contracten zijn vaak gesteld in de Engelse taal en/of beïnvloed door de internationale contractspraktijk. Dit seminaar richt zich op de problemen die in de rechtspraktijk spelen bij deze contracten: problemen rond onderhandelen, garanties, uitleg van het contract, beëindiging van het contract etc. We bestuderen naast wet, (recente) rechtspraak en literatuur ook voorbeelden van contractsbepalingen. Werkwijze: de deelnemers zullen onderzoek verrichten en daarvan schriftelijk en mondeling verslag doen. De resultaten worden in de werkgroep bediscussieerd. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
20 | Seminaar Consumentenrecht | RGMPR03106 | |||||||||||||||||||||||||||
Het Europese recht heeft een vaste plaats verworven binnen het privaatrecht. Bescherming van de zwakkere partij, de consument, is daarbij een belangrijk doel. Vele middelen worden ingezet om dat doel te bereiken, zoals bijvoorbeeld dwingendrechtelijke bepalingen, herroepingstermijnen en informatieplichten. In dit seminaar wordt vanuit verschillende privaatrechtelijke invalshoeken de rechtspositie van de consument geanalyseerd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de positie van de concurrent en de kleine ondernemer Werkwijze: De deelnemers zullen onderzoek verrichten en daarvan schriftelijk en mondeling verslag doen. De resultaten worden in de werkgroep bediscussieerd. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
21 | Seminaar Corporate Litigation | RGMHA01906 | |||||||||||||||||||||||||||
De claimbewustheid in het Ondernemingsrecht is de laatste jaren sterk toegenomen. Mede als gevolg van opzienbarende boekhoudschandalen en conflicten is het aantal aansprakelijkheids- en enquêteprocedures sterk gestegen. In dit vak staan de thema's centraal die in de ondernemingspraktijk thans actueel zijn, zoals bestuurdersaansprakelijkheid, enquêteprocedures en conflicten tussen aandeelhouders, bestuurders en commissarissen over de zeggenschap in de vennootschap. Het vak wordt in elk semester aangeboden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
22 | Seminaar Echtscheidingsrecht | RGMPR03606 | |||||||||||||||||||||||||||
Het echtscheidingsrecht behelst diverse aspecten: gezag, zorg en omgang; alimentatie; huwelijksvermogensrecht; pensioen; fiscaliteit; mediation; internationaal privaatrecht en procesrecht. Grondige kennis van deze aspecten is vereist om in de praktijk (de advocatuur, het notariaat of bij de rechterlijke macht) met het echtscheidingsrecht te werken. Deze aspecten komen aan bod tijdens interactieve colleges en bij de diverse opdrachten. Met de opdrachten worden mondelinge vaardigheden en schrijfvaardigheden die in de echtscheidingspraktijk van belang zijn ontwikkeld. Bijvoorbeeld het opstellen van schriftelijke stukken in een echtscheidingsprocedure of een kort betoog over een actueel echtscheidingsgerelateerd onderwerp. Om kennis op te doen van en inzicht te krijgen in de praktijk vertellen verschillende praktijkjuristen (zoals een mediator, advocaat en/of rechter) over hun dagelijkse werk. Het accent ligt bij dit vak op actieve deelname en op zelfwerkzaamheid, mede omdat de inleidingen op de verschillende onderwerpen beperkt zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
23 | Seminaar Faillissementsrecht | RGMHA01106 | |||||||||||||||||||||||||||
Aan de hand van opdrachten wordt de gang van zaken bij een faillissement uitgewerkt. Van het begin af aan is veel tijd nodig voor zelfstudie. Er is geen tentamen, wel een verplichte aanwezigheid. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
24 | Seminaar Financiering en Zekerheden | RGMPR03206 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit vak wordt aandacht besteed aan goederenrechtelijke knelpunten bij de financiering van vastgoed. Daarbij valt te denken aan de wijze waarop zekerheid kan worden verkregen op huurvorderingen en de beperkingen die daaraan zijn gesteld, de mogelijkheid om genotsrechten als zekerheidsobject te gebruiken en de knelpunten bij de executie van vastgoed. Werkwijze: Het vak wordt gegeven in de vorm van werkcolleges, waarbij elke student een presentatie houdt en/of, al dan niet in groepsverband, een aantal opdrachten uitvoert over een van de hiervoor genoemde onderwerpen. Om de student kennis te laten maken met de gang van zaken bij een op de financieringspraktijk gericht advocatenkantoor wordt in het kader van dit seminaar mogelijk een bezoek gebracht aan zo’n advocatenkantoor. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
25 | Seminaar IPR in de familierechtpraktijk | RGMIP00106 | |||||||||||||||||||||||||||
De tijd dat een jurist in de praktijk uitsluitend met Nederlands recht te maken had, ligt ver achter ons. De praktijk, of deze nu in Amsterdam, Groningen of elders wordt uitgeoefend, wordt bijna dagelijks geconfronteerd met vragen van grensoverschrijdend familierecht. Werd bij het hoofdvak Internationaal Privaatrecht nog voornamelijk stilgestaan bij de theorie, tijdens dit seminaar zal de nadruk liggen op de praktische toepassing van de regels van internationaal familierecht. U kunt daarbij denken aan onderwerpen als echtscheiding, huwelijksvermogensrecht, alimentatie, gezag en omgang, kinderontvoering en adoptie (maar ook erfrechtelijke kwesties worden niet geschuwd). In dit seminaar wordt aan de hand van casusopdrachten in teamverband gewerkt. We onderzoeken wat er momenteel allemaal al is geregeld, wat nog niet, en hoe dit uitwerkt in de praktijk. Tijdens de bijeenkomsten, waarin een actieve opstelling van u wordt gevraagd, proberen we tot oplossingen te komen voor de praktische problemen die we tegenkomen. Bovendien wordt aandacht besteed aan het wetenschappelijk verantwoord schrijven en de omgang met bronnen (een goede voorbereiding op de scriptie). | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
26 | Seminaar Ius Commune | RGMRG00206 | |||||||||||||||||||||||||||
De Tweede Wereldoorlog en het recht. ‘Waar het recht ophoudt, begint de oorlog’. Deze woorden staan op een kunstwerk van R.N. Roland Holst dat vroeger in het gebouw van de Hoge Raad stond. Tegenwoordig siert het de hal van de Tweede kamer. In de colleges over de Tweede Wereldoorlog en het recht komt de vraag aan de orde wat de verhouding is tussen oorlog en recht. De colleges zullen onder andere gaan over de Tribunalen na de Tweede Wereldoorlog, de behandeling van vijandelijk vermogen hier te lande, de Na-oorlogse rechtspraak en de positie van de Nederlandse rechterlijke macht tijdens de bezetting.Het is overigens uitdrukkelijk geen vak waarin de technisch juridische instrumenten aan de orde komen om oorlog te beslechten of te voorkomen. . | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
27 | Seminaar Nederlands Recht | RGDOS017 | |||||||||||||||||||||||||||
In het verplichte seminaar wordt het vaardighedencurriculum vervolgd, zoals dat in de bachelorfase is ingezet, en komen diverse academische vaardigheden aan bod, zoals kritisch lezen, analyseren, abstraheren, argumenteren, synthetiseren, probleemidentificatie, probleem oplossen, en overige vaardigheden als schrijven, presenteren en samenwerken. Het gaat daarbij om een wetenschappelijke denktraining, waarbij, nadat een goede analyse heeft plaats gevonden, een (creatieve) oplossing voor een juridische vraagstelling helder wordt gepresenteerd, voorzien van argumenten. Een student Nederlands Recht kan kiezen uit alle seminaars Nederlands Recht. In de opleidingsschema's van de master Nederlands Recht worden per specialisatie de aanbevolen seminaars apart weergegeven (zie de opleidingsschema's elders in Ocasys). Indien een student twee specialisaties wil doen binnen de master Nederlands Recht kan hij volstaan met het volgen van één seminaar Nederlands Recht. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
28 | Seminaar Onderneming en Arbeid | RGMHA02806 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit seminaar wordt ingegaan op onderwerpen die raken aan zowel het ondernemingsrecht als het arbeidsrecht. Beide rechtsgebieden zijn voor de rechtspraktijk zeer relevant en – met name in geval van een fusie/overname of reorganisatie/herstructurering – ook nauw verwant. Thema’s die onder meer aan de orde kunnen komen zijn: - Invloed van werknemerscollectieven op het beleid van de vennootschap (o.a. structuurregeling, enquêterecht vakbonden, spreekrecht ondernemingsraad) - Medezeggenschap in geval van een reorganisatie of overname/fusie (o.a. informatie-, consultatie- en adviesrechten van ondernemingsraden en vakbonden) - Rechtspositie van werknemers in geval van een reorganisatie of overname/fusie (o.a. richtlijn overgang van onderneming, doorvoeren van collectieve ontslagen, sociaal plan) - Rechtspositie van werknemers in geval van insolventie van de werkgever - Aansprakelijkheid (intern en extern) van werknemers - Rechtspositie van de statutair bestuurder (ontslag en aansprakelijkheid) - Arbeid en onderneming in grensoverschrijdend en/of Europees perspectief (o.a. Europese ondernemingsraad; medezeggenschap bij Europese rechtsvormen) De deelnemersgroep aan dit seminaar wordt verdeeld in koppels/groepen. De deelnemers wordt gevraagd per koppel/groep een aantal werkstukken en/of stellingen te maken, die vervolgens tijdens het college worden besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
29 | Seminaar Ondernemingsrecht | RGMHA01306 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit vak worden de deelnemers door middel van werkstukken en een actieve deelname vertrouwd gemaakt met vraagstukken waarmee ondernemers en hun adviseurs (advocaten, notarissen en bedrijfsjuristen) in de praktijk mee te maken krijgen. Thema’s die onder meer aan de orde komen zijn:
De deelnemersgroep aan dit seminaar wordt verdeeld in koppels. De deelnemers wordt gevraagd een aantal werkstukken te maken, die vervolgens tijdens het college worden besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
30 | Seminaar Openbare-orderecht | RGMAR00206 | |||||||||||||||||||||||||||
Het openbare-orderecht staat tegenwoordig volop in de belangstelling. Zowel in de media als op politiek niveau is er steeds meer aandacht voor openbare-orderechtelijke problematiek, zoals drugscriminaliteit, woonoverlast, overlastgevende demonstraties en voetbalhooligans. De rol van de burgemeester als handhaver van de openbare orde is een veel besproken onderwerp. De afgelopen decennia is de juridische gereedschapskist van de burgemeester aanzienlijk uitgebreid. Sommigen vinden dit een positieve ontwikkeling en menen dat de burgemeester over nog meer bevoegdheden dient te beschikken om adequaat op te treden tegen openbare-ordeproblematiek. Anderen zijn minder gelukkig met deze ontwikkeling en menen dat de burgemeester wordt opgezadeld met taken die van oudsher meer strafrechtelijk van aard zijn. Ook de rol van het privaatrecht en private actoren bij de handhaving van de openbare orde levert discussie op. In hoeverre kunnen en mogen bijvoorbeeld winkeleigenaren, voetbalclubs en woningverhuurders een bijdrage leveren aan de bestrijding van ordeverstoringen en criminaliteit? Deze vraagstukken lopen als een rode draad door het Seminaar Openbare-orderecht. Daarnaast komen er vragen aan de orde als: wat is openbare orde(recht)? Welke maatschappelijke problemen spelen er en over welke bevoegdheden beschikt de burgemeester en private actoren om de openbare orde-problematiek te lijf te gaan? Welke (mogelijke) spanningen doen zich voor met de Grondwet en mensenrechtenverdragen? | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
31 | Seminaar Romeins Privaatrecht | RGMRG00806 | |||||||||||||||||||||||||||
Het Seminaar Romeins Privaatrecht wordt gedurende het eerste semester gegeven. Behandeld wordt het Romeinse vermogensrecht, nu geheel vanuit de Romeinsrechtelijke teksten beschouwd. Gelezen wordt een boek uit de Instituten van keizer Justinianus over personenrecht, zaken- of verbintenissenrecht. De teksten zijn steeds voorzien van een Nederlandse vertaling. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||