Informatie over BSc Tandheelkunde
Hieronder staan het programma en de vakomschrijvingen van BSc Tandheelkunde Klik op de naam van een vak in een schema om naar de omschrijving te gaan.
» Jaar 1 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
hele jaar | verplicht | TK1.PROF | Professionalisering 1 | Nederlands | 7 | 5 | |
verplicht | TK1.WET | Wetenschappelijke scholing 1 | Nederlands | 6 | 4 | ||
semester I | verplicht | TK1ATVKV | Tandheelkundige vaardigheden en kennis | Nederlands | 6 | 10 | |
semester I a | verplicht | TK1.1ZBV | Zicht op beroep en vakgebied | Nederlands | 8 | 26 | |
semester I b | verplicht | TK1.2LEV | Levensloop | Nederlands | 8 | 26 | |
semester II | verplicht | TK1BTVKV | Tandheelkundige vaardigheden en kennis | Nederlands | 9 | 10 | |
semester II a | verplicht | TK1.3ORM | Het orale milieu | Nederlands | 8 | 26 | |
semester II b | verplicht | TK1.4B&B | Bedreiging en bescherming | Nederlands | 8 | 26 | |
» Jaar 2 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
hele jaar | verplicht | TK2ATVKV | Tandheelk. (kennis van) vaardigheden 2A | Nederlands | 12 | 7 | |
verplicht | TK2BTVKV | Tandheelk. (kennis van) vaardigheden 2B | Nederlands | 8 | 6 | ||
verplicht | TK2.IP | Individuele profilering 2 | Nederlands | 5 | 35 | ||
verplicht | TK2.PROF | Professionalisering 2 | Nederlands | 6 | 4 | ||
verplicht | TK2.WET | Wetenschappelijke scholing 2 | Nederlands | 5 | 3 | ||
semester I a | verplicht | TK2.1WEF | Weefselverlies | Nederlands | 6 | 21 | |
semester I b | verplicht | TK2.2ORG | Orale geneeskunde | Nederlands | 6 | 21 | |
semester II a | verplicht | TK2.3OPP | Odontogene ontsteking en acute pijn | Nederlands | 6 | 21 | |
semester II b | verplicht | TK2.4SGO | Stoornissen in groei en ontwikkeling | Nederlands | 6 | 21 | |
» Jaar 3 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
hele jaar | verplicht | TK3.IP | Individuele profilering 3 | Nederlands | 5 | 35 | |
verplicht | TK3.PROF | Professionalisering 3 | Nederlands | 7 | 3 | ||
verplicht | TK3.TVKV | Tandheelk. (kennis van) vaardigheden 3 | Nederlands | 25 | 17 | ||
verplicht | TK3.WET | Wetenschappelijke scholing 3 | Nederlands | 3 | 2 | ||
semester I a | verplicht | TK3.1HVO | Herstel van occlusie | Nederlands | 5 | 17 | |
semester I b | verplicht | TK3.2CDB | Complexe diagnostiek en behandeling | Nederlands | 5 | 17 | |
semester II a | verplicht | TK3.3SM1 | Specialistische mondzorg 1 | Nederlands | 5 | 17 | |
semester II b | verplicht | TK3.4SM2 | Specialistische mondzorg 2 | Nederlands | 5 | 17 |
1 | Bedreiging en bescherming | TK1.4B&B | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid wordt ingegaan op het evenwicht tussen bedreiging en bescherming en hoe het lichaam reageert op verstoringen van dit evenwicht door exogene en endogene factoren. Ingegaan zal worden op mechanismen die het lichaam ten dienste staan om het oorspronkelijke evenwicht te herstellen dan wel om een nieuw evenwicht te bereiken. Het eerste thema omvat het onderwerp plaque en de hieraan gerelateerde functie van speeksel en microbiële aspecten. Ook worden gedrag en mondgezondheid in dit kader belicht. Het tweede thema betreft het bloedend tandvlees. Etiologie en pathogenese van aandoeningen van het parodontium worden behandeld alsmede de klinische diagnose en specifieke microbiologie. Als medische basis wordt de niet-specifieke afweer, acute en chronische ontstekingen en de basale componenten van het immuunsysteem behandeld. Cariës staat centraal in het derde thema. Behandeld zullen worden de etiologie, pathogenese en specifieke microbiologie van het cariësproces. Bij de specifieke microbiologie zal ook het metabolisme van bacteriën aan de orde komen. Vanuit de lijn Gedragswetenschappelijk Denken en Handelen en vanuit de lijn Organisatie Mondgezondheidszorg en Praktijk zal ingegaan worden op de sociale psychologie, communicatie en zorg- en behandelplanning. Het tentamen Bedreiging en bescherming bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Bedreiging en bescherming 1 - schriftelijke deeltoets Bedreiging en bescherming 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Bedreiging en bescherming omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
2 | Complexe diagnostiek en behandeling | TK3.2CDB | |||||||||||||||||||||
Het slagen van een behandeling wordt ook sterk beïnvloed door de motivatie en het gedrag van de patiënt. In het eerste onderdeel van deze onderwijseenheid zal de aandacht uitgaan naar de invloed van het gedrag van de patiënt op de mondgezondheid. Hoe kan dit gedrag worden beïnvloed? Ook hier is het nodig om een goede diagnose te stellen. In deze onderwijseenheid zal verder gekeken worden naar de behandeling van patiënten waarbij de een deel van de occlusie verloren is gegaan. Hierbij worden de mogelijkheden van herstel van occlusie door kronen en bruggen bekeken. Aandacht wordt besteed aan de planning van de behandeling. Na de voorbereidende behandelingen kan er een begin worden gemaakt met de behandeling met indirecte restauraties. Worden het volledig metalen kronen, metaalporselein of volledig keramische kronen? Of zou de patiënt beter af zijn met een partiele restauratie? Kortom: wat zijn de verschillende indicaties van de behandelmogelijkheden? Na een endodontische behandeling kan een element zodanig verzwakt zijn dat een kroon niet voldoende retentie heeft. Het is dan nodig om het element op te bouwen met bijvoorbeeld een stift. Eerst zal er moeten worden vastgesteld of het element nog geschikt is voor het plaatsten van een wortelstift. Wellicht moet het element eerst verder worden voorbehandeld. Vervolgens komt de keuze van de soort stift. Wordt dit een confectiestift met een opbouw van plastisch materiaal of zal er een gegoten stiftopbouw nodig zijn? Ten slotte zal in gegaan worden op de biocompatibiliteit en andere eigenschappen van verschillende restauratie materialen. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
3 | Herstel van occlusie | TK3.1HVO | |||||||||||||||||||||
Er zijn verschillende oorzaken aan te geven waardoor gebitselementen verloren kunnen gaan. Een oorzaak die behandeld wordt in deze onderwijseenheid is het dentale trauma. Alvorens over te gaan tot behandeling van een dentaal trauma zal een diagnose moeten worden gesteld. Na vervolgens de uitvoering van een tijdige en juiste behandeling is behoud van het element veelal mogelijk. Ook voor het dentale trauma geldt dat voorkomen beter is dan te genezen. Daarom zal wordt er ook aandacht besteed aan preventie, bijvoorbeeld door middel van een gebitsbeschermer. Wat echter eerst een dentaal trauma leek zou bij nadere beschouwing ernstiger kunnen zijn. Het is aan de tandarts om een aangezichtsletsel juist te herkenen zodat tijdig kan worden verwezen naar de kaakchirurg. In het tweede onderwerp van deze onderwijseenheid zal worden ingegaan op de technieken van extractie. Een onderdeel hiervan is de verwijdering van de derde molaar. Er zal moeten worden geleerd om een juiste inschatting te kunnen maken wanneer deze zelf kan worden verwijderd en wanneer het beter is om de patiënt door te sturen voor een chirurgische verwijdering. Aansluitend hierop zal er worden ingaan op de farmacotherapie: een passende pijnstilling en een juist antibioticabeleid. Het tentamen Herstel van occlusie bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Herstel van occlusie 1 - schriftelijke deeltoets Herstel van occlusie 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Herstel van occlusie omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
4 | Het orale milieu | TK1.3ORM | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid staat het onderwijs in de lijnen Tandheelkundige en Medische Kennis en Vaardigheden in het licht van de gezonde mond en de medisch gecompromitteerde patiënt. Het eerste thema betreft de gezonde mond en de voedselopname. Hierbij komen naast de anatomie, histologie en de functie van de tractus digestivus, de cellulaire transport mechanismen met betrekking tot voedselopname aan de orde. Ook worden de lever en galwegen behandeld. Aan dit thema worden de onderwerpen voeding in algemene zin, voedingsgewoonten en voedingsgedrag gekoppeld. In het tweede thema maakt de student kennis met de harde en zachte orale weefsels in de gezonde mond. Daarnaast wordt ingegaan op de vorming van speeksel in relatie met het autonome zenuwstelsel, de bouw van het kaakgewricht en de vascularisatie en innervatie van het hoofd-halsgebied. Het derde thema van deze onderwijseenheid staat in het licht van de medisch gecompromitteerde patiënt waarbij homeostase en circulatie op de voorgrond staan. Bij homeostase zal ingegaan worden op de regelmechanismen van de endocriene organen, het autonome zenuwstelsel, lichaamstemperatuur, ademhaling en lichaamsvloeistoffen. Bij circulatie worden de eigenschappen van bloed behandeld en de anatomie en het functioneren van het hart- en vaatstelsel. Het plaatsen van de mond in de context van de patiënt als persoon, waarbij communicatie een belangrijke rol speelt, zal in deze onderwijseenheid aan de orde komen. Het tentamen Het orale milieu bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Het orale milieu 1 - schriftelijke deeltoets Het orale milieu 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Het orale milieu omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
5 | Individuele profilering 2 | TK2.IP | |||||||||||||||||||||
Op geleide van de leerdoelen dient/kan een student in ruime mate het onderwijs behorend bij Individuele profilering 2 zelf samenstellen. De student kan voor de invulling o.a. kiezen uit: • door de universiteit aangeboden Algemeen Vormende Vakken (AVV) • door de faculteit aangeboden tandheelkundige / geneeskundige projecten • in het kader van het Junior Scientific Masterclass (JSM)-traject is voor de bachelorfase een “honours-traject” geformuleerd. Een van de onderdelen is een speciaal keuzeproject gericht op wetenschappelijk onderzoek. Het tentamen Individuele Profilering 2 bestaat uit de volgende onderdelen: - toetsvorm behorende bij het keuzeonderwijs - voldoen aan practicumverplichtingen bij het keuzeonderwijs - voldoen aan de aanwezigheidsverplichtingen bij het keuzeonderwijs | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
6 | Individuele profilering 3 | TK3.IP | |||||||||||||||||||||
Op geleide van de leerdoelen dient/kan een student in ruime mate het onderwijs behorend bij Individuele profilering 3 zelf samenstellen. De student kan voor de invulling o.a. kiezen uit: • door de universiteit aangeboden Algemeen Vormende Vakken (AVV) • door de faculteit aangeboden tandheelkundige / geneeskundige projecten • in het kader van het Junior Scientific Masterclass (JSM)-traject is voor de bachelorfase een “honours-traject” geformuleerd. Een van de onderdelen is een speciaal keuzeproject gericht op wetenschappelijk onderzoek. Het tentamen Individuele Profilering 3 bestaat uit de volgende onderdelen: - toetsvorm behorende bij het keuzeonderwijs - voldoen aan practicumverplichtingen bij het keuzeonderwijs - voldoen aan de aanwezigheidsverplichtingen bij het keuzeonderwijs | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
7 | Levensloop | TK1.2LEV | |||||||||||||||||||||
Aan de hand van problemen uit verschillende levensfasen van de patiënt bestudeert de student de ontwikkeling van het gebit en aangezicht, en in samenhang daarmee de lichaams- en psychosociale ontwikkeling. Het eerste thema betreft het volwassen gebit: een nadere studie van de functies, en een introductie van de concepten occlusie en articulatie. In relatie tot hun functie in het aangezicht worden spieren vanuit de (macroscopische en microscopische) anatomie en celbiologie belicht. De oudere mens dient zich aan als tweede thema. Problemen rond gebitsmutilatie en verandering van vorm en functie van het tandkaakstelsel staan daarbij centraal. Het concept veroudering krijgt ook gestalte op psychosociaal en celbiologisch niveau. Het derde thema gaat terug naar het prille begin. In het kader van afwijkingen in het hoofd/halsgebied als gevolg van een verstoorde embryonale ontwikkeling wordt de aanleg en ontwikkeling van het lichaam, aangezicht en gebit bestudeerd, van macroscopisch tot aan moleculair-biologisch niveau. Uit verdieping in casus en een afsluitend symposium komt de noodzaak tot multidisciplinaire aanpak van de zorg voor een patiënt met een aangeboren afwijking krachtig naar voren. De ontwikkeling van baby tot volwassene is het vierde thema, net als bij de voorgaande thema’s vanuit diverse disciplines bezien, waarbij het wisselgebit centraal staat. Het tentamen Levensloop bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Levensloop 1 - schriftelijke deeltoets Levensloop 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Levensloop omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
8 | Odontogene ontsteking en acute pijn | TK2.3OPP | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid staat de endodontologie centraal. In het algemeen kan de endodontologie worden beschreven als dat onderdeel van de tandheelkunde dat zich bezighoudt met de bouw en functie van het endodontium. Ook bestudeert de endodontologie de epidemiologie, pathologie, preventie en behandeling van de aandoeningen van het endodontium en de daarmee verband houdende aandoeningen van de weefsels die het gebitselement omgeven. In de eerste cyclus worden pulpitis en pulpanecrose besproken en de etiologische factoren. Uiteraard wordt hier ook de anatomie/histologie van de pulpa behandeld. Aangezien pulpitis gepaard kan gaan met intense pijn zal de neurofysiologie van pijn aan de orde komen. Ook is er aandacht voor de geneesmiddelen in de tandheelkunde en met name de analgetica inclusief de farmacologie. In de tweede cyclus wordt de uitbreiding van de pulpitis naar de weke delen besproken, de zogenaamde odontogene ontsteking en. Ontstekingen in het orofaciale gebied betreffen meestal menginfecties van de lichaamseigen orale flora. Het tentamen Odontogene ontsteking en acute pijn bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Odontogene ontsteking en acute pijn 1 - schriftelijke deeltoets Odontogene ontsteking en acute pijn 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Odontogene ontsteking en acute pijn omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
9 | Orale geneeskunde | TK2.2ORG | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid wordt aandacht besteed aan de basale kennis van het menselijk lichaam die nodig is om medisch gecompromitteerde patiënten adequaat te kunnen behandelen. Immers, bepaalde ziektebeelden en/of de medische behandeling hiervan kunnen gevolgen hebben voor de mondgezondheid en ook kunnen deze van invloed zijn op het tandheelkundig zorg- en behandelplan. Er wordt ingegaan op de fysiologie van hart, longen, lever en nieren, waarbij de relatie met tandheelkundig handelen centraal staat. Daarnaast wordt aandacht besteed aan allergie: allergische reacties die kunnen optreden bij de patiënt, maar ook beroepsallergie van de tandarts door het werken met bepaalde materialen. Een ander belangrijk onderdeel van deze onderwijseenheid wordt gevormd door de benigne, premaligne en maligne slijmvliesafwijkingen in het hoofd-halsgebied. Hierbij wordt aandacht besteed aan etiologie, diagnostiek en behandeling ervan. Een mogelijke oorzaak van slijmvliesafwijkingen is een systemische immuunziekte en ook het immuunpathologisch proces wat hieraan ten grondslag ligt, komt aan de orde. Het tentamen Orale geneeskunde bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Orale geneeskunde 1 - schriftelijke deeltoets Orale geneeskunde 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Orale geneeskunde omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
10 | Professionalisering 1 | TK1.PROF | |||||||||||||||||||||
Het doel van de opleiding Tandheelkunde is het opleiden van professioneel werkende tandartsen. Dat wil zeggen tandartsen, die bij de zorg voor de patiënt in staat zijn om de 5 rollen die een tandarts vervult, in samenhang te kunnen uitvoeren. Daarvoor is kennis en kunde nodig. In de toepassing daarvan zijn echter onder verschillende omstandigheden keuzes nodig. Echt sprake van professionaliteit is er pas als de tandarts in staat is het eigen handelen, inclusief de beslissingen en keuzes die daarin gemaakt worden, te beoordelen en verantwoorden. Professionaliteit wordt tevens getoond als de verantwoording leidt tot conclusies over en zonodig aanpassing van het handelen. Verantwoording legt een tandarts af aan zichzelf, de patiënt, de samenleving en de beroepsgroep. Verantwoording dient inzichtelijk, redelijk en transparant te zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de normen en waarden van degene aan wie verantwoording wordt afgelegd. Deze wijze van verantwoorden komt vooral tot stand via methodieken als reflectie, intervisie en dialoog. Deze methodieken worden gebruikt om op een systematische, open en onderzoekende wijze tot verduidelijking, analyse en conclusies te komen van bijvoorbeeld keuzes in het handelen als tandarts. Deze methodieken vergen een aantal vaardigheden, die door oefening kunnen worden aangeleerd. Het functioneren van de student in en ervaringen met het (klinisch) onderwijs zijn de basis voor het oefenen van verantwoording afleggen en daarmee professionaliteit. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
11 | Professionalisering 2 | TK2.PROF | |||||||||||||||||||||
In Professionalisering 2 zal de groei en ontwikkeling als professional verder vorm krijgen. Dat gebeurt vooral door de training in vaardigheden van de methodieken reflectie, intervisie en dialoog te verbreden en verdiepen. . De nadruk ligt dit jaar op de vaardigheden ‘analyseren’ en ‘diagnosticeren’. Natuurlijk wordt aan de andere vaardigheden ook aandacht besteed. De werkwijze komt grotendeels overeen met die van het eerste jaar: opdrachten uitwerken, bespreking in coachgroepen, verslaglegging verzamelen in de portfolio. Als oefenmateriaal komt de zorg voor en behandeling van patiënten meer op de voorgrond. Dat kan met papieren casuïstiek, maar ook met de eigen ervaringen in het klinische onderwijs en in de adoptiestage. Daarom zal de inhoudelijke verantwoording in de dialoog en de bijbehorende vaardigheden een belangrijke plaats krijgen. Aan het einde van het jaar zal uit de portfolio moeten blijken in hoeverre de student de vaardigheden en methodieken als basis voor verantwoording afleggen beheerst en sturing geeft aan de inhoud van de studie (individuele profilering). De kwaliteit van de portfolio betreft de volledigheid, organisatie en toegankelijkheid van de inhoud van de portfolio. De analyse van de eigen ontwikkeling betreft de inhoud van de portfolio en met de wijze waarop en de mate waarin reflecties een groei laten zien (bereiken van leerpunten). Beoordelingen worden opgenomen in de portfolio vergezeld van een reflectie waarin de waardering van de beoordeling tot uitdrukking komt en de wijze waarop met de beoordeling en de eigen waardering daarvan wordt omgegaan (leerpunten). | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
12 | Professionalisering 3 | TK3.PROF | |||||||||||||||||||||
Aan het einde van het derde jaar beheerst de student de methodieken (reflectie, intervisie en dialoog) die de basis vormen voor verantwoorden en bijbehorende vaardigheden op basisniveau. In dit laatste jaar van de bachelorfase kan de student oefenen op basis van zorg voor en behandeling van patiënten. Naast bekende onderdelen als: ‘omgaan met beoordelingen van functioneren (in klinisch onderwijs)’, adoptiestage, coachgroepen en portfolio, zijn twee onderdelen nieuw ten opzichte van vorige jaren. Ten eerste is dat de KWER; een bijeenkomst op werkgroepniveau, die iedere cyclus plaats vindt en waarin het Klinisch Wetenschappelijk, Ethisch Redeneren wordt geoefend. Hierin komen aspecten van WDH, GKV en Professionalisering samen met het Tandheelkundige Kennis en Tandheelkundige Kennis van Vaardigheden. Geoefend wordt in de redenering om van de klacht/wens van een patiënt tot een diagnose, zorg en behandeling te komen. De wetenschappelijke dialoog en het afleggen van verantwoording in de verschillende rollen van de tandarts zijn de methoden. De coachgroep blijft bestaan om gelegenheid te krijgen het functioneren in onderwijs en studie te bespreken. Ten tweede zal in de portfolio het logboek van klinische activiteiten een plaats krijgen. In dat logboek worden alle uitgevoerde klinische handelingen en daarmee samenhangende activiteiten afgetekend. Het logboek geeft (in het kader van de portfolio) een overzicht van voortgang maar individuele profilering. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
13 | Specialistische mondzorg 1 | TK3.3SM1 | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid zijn een tweetal disciplines leidend, te weten parodontologie en orthodontie. De bindende factor in de ze onderwijseenheid is ‘klinisch redeneren’. Met betrekking tot de parodontologie gaat het erom de afwijkingen juist te diagnosticeren. Hierbij wordt ook rekening wordt gehouden met oorzakelijke en beïnvloedende factoren. Hiertoe zijn te rekenen de invloeden van restauratieve en prothetische voorzieningen, die in voorgaande onderwijseenheden aan de orde zijn geweest. In de afwegingen van diagnoses en zorg/behandeling moeten ook de invloeden van systeemziekten worden meegenomen, terwijl ook zicht moet worden gehouden op de invloed van parodontale afwijkingen op de algemene gezondheid. In de zorg en behandeling is zelfzorg cruciaal.. Er staan de tandarts en de mondhygiënist diverse mogelijkheden ter beschikking om de patiënt bij die gedragsaanpassing terzijde te staan. Teamwork is hierbij een mogelijkheid om de effectiviteit te vergroten. Er komt dan het moment dat de initiële behandelingmoet worden geëvalueerd. Als het resultaat onvoldoende is, dan zullen andere behandelingen moeten worden overwogen. Dat kan beginnen met het (her) overwegen van de diagnose, bijvoorbeeld door bacterieel onderzoek. Kortom, met parodontologie als thema zullen onderwerpen uit verschillende lijnen (medische kennis en vaardigheden, gedragswetenschappelijke kennis en vaardigheden, organisatie van de gezondheidszorg) geïntegreerd aan de orde komen. Het tweede thema in deze onderwijseenheid gaat over orthodontie. Ook hier staat het klinisch redeneren centraal. Wat doe je als tandarts-algemeen practicus met afwijkingen van de tandstand en met vragen en wensen van de patiënt en ouders daarover? Nodig zijn dan inzicht in groei en ontwikkeling en de criteria om in te grijpen of door te verwijzen. Daarom wordt in deze eenheid aandacht besteed aan model- en gelaatsanalyse. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
14 | Specialistische mondzorg 2 | TK3.4SM2 | |||||||||||||||||||||
Het thema van deze onderwijseenheid wordt vrijwel grotendeels gewijd aan mondziekten en kaakchirurgie. Het overkoepelende thema daarbij is weer ‘klinisch redeneren’ maar dan vooral gericht op de vraag “monitoren, zelf ingrijpen of verwijzen’.Voortbouwend op het onderwijs in het eerste en twee jaar wordt aandacht besteed aan zwellingen en afwijkingen met een opbouw van benigne afwijkingen via ontstekingen naar maligne afwijkingen. Er zal aandacht zijn voor de meest frequent voorko¬mende cysten en cysteuze zwellingen, maar ook botafwijkingen en afwijkingen gerelateerd aan de speekselklieren. Aan bod komen ook orofaciale ontstekingen in de meer brede zin. In het kader van diagnose of monitoren worden ook de begrippen ‘dentogene foci’ en ‘focal infection’ behandeld. Zij spelen een belangrijke rol bij de tandheelkundige behandeling van voornamelijk patiënten met een endocarditisrisico, patiënten met endoprothesen, patiënten die behandeld worden voor een kwaadaardige aandoening met chemotherapie en/of radiotherapie. Daarom dient men op de hoogte te zijn van deze risico’s en van adequate voorzorgsmaatregelen. Het vroegtijdig herkennen van tumoren in het hoofdhals gebied is van groot belang en komt in deze onderwijseenheid aan bod, met name ook in relatie tot de andere zwellingen en afwijkingen.De vraag van al of niet verwijzen doet zich ook voor op het gebied van de dento-alveolaire chirurgie. Hierin maakt de student kennis met chirurgische ingrepen in en rond de mond, zoals de chirurgische endodontie, frenulumextirpatie, preprothetische correcties, etc. Ook het indiceren en plaatsen van implantaten behoort hiertoe. Tenslotte wordt aandacht besteed aan chronische pijn als gezondheidsprobleem, waarvoor al dan niet verwijzen een verantwoorde keuze moet zijn. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
15 | Stoornissen in groei en ontwikkeling | TK2.4SGO | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid worden de afwijkingen van het tand-kaakstelsel behandeld die ontstaan tijdens de ontwikkelingsfase en de groei. In cyclus 1 komen o.a. de stoornissen in de tandweefselstructuren, afwijkingen in het aantal gebitselementen en afwijkende tandvormen aan de orde. In samenhang met deze stoornissen zal de medische genetica belicht worden. Tandstand- en kaakstandafwijkingen of een combinatie van beide (orthodontische afwijkingen) is het centrale onderwerp in cyclus 2. In relatie met de orthodontische afwijkingen is er in de Medische lijn aandacht voor ontwikkelingsstoornissen en botziekten. In cyclus 3 zullen de statische (occlusie) en de dynamische contactrelaties (articulatie) tussen de gebitselementen van onder- en bovenkaak uitgediept worden. Hiernaast wordt een voorzichtig begin gemaakt met de stoornissen van het kauwstelsel met name slijtage. Uiteraard is er dan ook aandacht voor het herstel tot een kauwstelsel met voldoende kauwcomfort en mandibulaire stabiliteit en vrij van pathologie. In cyclus 4 wordt het kaakgewricht belicht en in het bijzonder de anatomie, het bewegingsmechanisme en de functiestoornissen en pijn die kunnen optreden bij veranderingen in het kaakgewricht. In cyclus 3 en 4 zullen in de Medische lijn o.a. auto-immuunziekten, gewrichtsaandoeningen en KNO-afwijkingen behandeld worden. Vanuit de lijn Gedragswetenschappelijk Denken en Handelen wordt het klinisch-ethisch redeneren, m.b.t. ethische grenzen van wetenschappelijk onderzoek, vervolgd. Tevens is tijd beschikbaar voor een practicum ter oefening van communicatieve vaardigheden m.b.t. de angst van een patiënt voor tandheelkundige handelingen en behandelaars. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
16 | Tandheelk. (kennis van) vaardigheden 2A | TK2ATVKV | |||||||||||||||||||||
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen en theorie- of stationstoetsen van 2 modules - practicumverplichtingen zoals beschreven in de handleiding Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden. - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij alle practica behorende bij de onderwijseenheden Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A en 2B. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
17 | Tandheelk. (kennis van) vaardigheden 2B | TK2BTVKV | |||||||||||||||||||||
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen en of stationstoetsen van de 2 modules die niet vallen onder het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
18 | Tandheelk. (kennis van) vaardigheden 3 | TK3.TVKV | |||||||||||||||||||||
De practica van de Tandheelkundige vaardigheden kunnen worden onderverdeeld in practica die op zichzelf staan en practica die zijn geclusterd in een module. Samen met de betreffende theorie van de Kennis van vaardigheden vormt het een eenheid waaraan deeltoetsen (vaardigheden en theorie) gekoppeld zijn. Een module wordt aan de hand van deeltoetsen en practicum verplichtingen beoordeeld In totaal omvat het derde jaar 4 modules: a. module endodontologie II b. module de volledige prothese c. module kronen d. module kliniek De practica behorende bij de eerste 3 modules worden gegeven op de prekliniek en de techniekruimte. In het derde jaar vormt de module endodontologie II een vervolg op de basiscursus van het tweede jaar. Een belangrijk deel van de onderwijseenheid zal ingevuld worden met het preklinisch vervaardigen van een volledige gebitsprothese en de oefeningen van de vaardigheden ten behoeve van het vervaardigen van gegoten restauraties, zoals prepareren, het maken van afdrukken en het vervaardigen van tijdelijke voorzieningen. In de module kliniek vindt vervolg plaats van de in het tweede jaar opgestarte patiëntenzorg in jaargroepen. Van de student wordt verwacht dat hij of zij aan het einde van het derde jaar aan de eisen voldoet om een volwaardig teamlid te zijn voor de onderwijspraktijk. Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - theorie- en/of stationstoetsen - practicumverplichtingen zoals beschreven in de handleiding Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden. - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij alle practica behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
19 | Tandheelkundige vaardigheden en kennis | TK1BTVKV | |||||||||||||||||||||
Het grootste deel van het curriculum wordt ingevuld vanuit de lijn Tandheelkundige Kennis en Vaardigheden. Deze lijn is daarom onderverdeeld in drie compartimenten, namelijk het compartiment Tandheelkundige Kennis, het compartiment Tandheelkundige Vaardigheden en het compartiment Kennis van Vaardigheden. In Tandheelkundige Kennis is de “theorie” ondergebracht die nodig is voor de toekomstige rol van tandarts. In de Tandheelkundige Vaardigheden is de “praktijk” ondergebracht. Dit betreft het verwerven van vaardigheden, betrekking hebbende op ‘het doen’, op de prekliniek en kliniek. Met betrekking tot deze vaardigheden dient de student ook kennis te verwerven over de toepassing en uitvoering van deze vaardigheden (‘waarmee en hoe je het doet’). Deze theoretische kennis is ondergebracht in Kennis van Vaardigheden. Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - stationstoetsen - practicumverplichtingen zoals omschreven in de handleiding Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica prekliniek en kliniek | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
20 | Tandheelkundige vaardigheden en kennis | TK1ATVKV | |||||||||||||||||||||
Het grootste deel van het curriculum wordt ingevuld vanuit de lijn Tandheelkundige Kennis en Vaardigheden. Deze lijn is daarom onderverdeeld in drie compartimenten, namelijk het compartiment Tandheelkundige Kennis, het compartiment Tandheelkundige Vaardigheden en het compartiment Kennis van Vaardigheden. In Tandheelkundige Kennis is de “theorie” ondergebracht die nodig is voor de toekomstige rol van tandarts. In de Tandheelkundige Vaardigheden is de “praktijk” ondergebracht. Dit betreft het verwerven van vaardigheden, betrekking hebbende op ‘het doen’, op de prekliniek en kliniek. Met betrekking tot deze vaardigheden dient de student ook kennis te verwerven over de toepassing en uitvoering van deze vaardigheden (‘waarmee en hoe je het doet’). Deze theoretische kennis is ondergebracht in Kennis van Vaardigheden. Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - stationstoetsen - practicumverplichtingen zoals omschreven in de handleiding Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica prekliniek en kliniek | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
21 | Weefselverlies | TK2.1WEF | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid wordt aandacht besteed aan de oorzaken en gevolgen van weefselverlies in de mondholte. Hierbij komen factoren en processen aan de orde die een rol spelen bij de aantasting van het de zachte weefsels. Ingegaan zal worden op het ontstaan van gingivitis en parodontitis. Hierbij speelt het specifieke afweersysteem een belangrijke rol. Daarnaast komen factoren en processen aan bod die een rol spelen bij aantasting van de harde weefsels wat kan leiden tot cariës, erosie, abrasie of attritie. Bij aantasting van zowel zachte als harde weefsels speelt het evenwicht tussen aanval en afweer een cruciale rol. Welke factoren zorgen voor verstoring van het evenwicht en welke mechanismen staan het lichaam ten dienste om het oorspronkelijk evenwicht te herstellen dan wel een nieuw evenwicht te bereiken? De kennis die verkregen is bij “Bedreiging en bescherming “ (semester 1.2) zal worden uitgebreid, waarbij zowel de specifieke afweer alsmede de speciële pathologie van parodontium en gebitselementen aan de orde zullen komen. Hierbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan diagnostische technieken, risicofactoren, preventie en behandeling. Nadrukkelijk komt ook de totale mondzorg voor de patiënt aan bod, waarbij het concept diseasemanagement wordt geïntroduceerd. Het tentamen Weefselverlies bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Weefselverlies 1 - schriftelijke deeltoets Weefselverlies 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Weefselverlies omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
22 | Wetenschappelijke scholing 1 | TK1.WET | |||||||||||||||||||||
De onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 vormt een deel van de lijn Wetenschappelijk Denken en Handelen binnen de opleiding Tandheelkunde. Het doel van deze lijn is dat studenten wetenschappelijke aspecten integreren als een vanzelfsprekend onderdeel van methodisch klinisch werken. Tevens dienen studenten vaardigheden te ontwikkelen die van belang zijn voor het begrijpen van onderzoeksverslagen en voor het feitelijk verrichten van onderzoek. De student is aan het einde van het eerste jaar in staat - problemen op systematische wijze te benaderen en op te lossen - kennisbronnen te traceren, daarbij doelgericht gebruik te maken van de faciliteiten van de Centrale Medische Bibliotheek en kritisch om te gaan met de keuze van kennisbronnen bij het verwerven van kennis - zoekstrategieën in wetenschappelijke databank(en) te ontwikkelen en uit te voeren ter beantwoording van klinische vragen vraag en deze uit te voeren - wetenschappelijke publicaties te screenen en globaal op algemene wetenschappelijke merites te beoordelen - de begrippen risico en etiologie te hanteren in relatie tot tandheelkundige aandoeningen en relevante literatuur hierover in relatie tot een actueel klinisch probleem te traceren en kritisch te beoordelen - ziektebeloop en factoren die daarop van invloed zijn vanuit klinisch-epidemiologisch perspectief te beschrijven en de betekenis aan geven van kennis verkregen uit wetenschappelijk onderzoek als grondslag voor (klinische) beslissingen en acties - het proces van wetenschappelijk onderzoek en de daarin te onderscheiden fasen te beschrijven in samenhang met de wetenschapsfilosofische oriëntatie en ontologische, epistemologische en ethische overwegingen - beginselen van beschrijvende en analytische statistiek toe te passen bij de analyse van waarnemingsresultaten | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
23 | Wetenschappelijke scholing 2 | TK2.WET | |||||||||||||||||||||
De student is aan het einde van het tweede jaar in staat - zoekstrategieën in wetenschappelijke databank(en) te ontwikkelen en uit te voeren ter beantwoording van klinische vragen van diagnostische aard en deze uit te voeren - zoekstrategieën in wetenschappelijke databank(en) te ontwikkelen en uit te voeren ter beantwoording van klinische vragen gericht op de effecten van interventies en deze uit te voeren - wetenschappelijke publicaties te screenen en globaal op algemene wetenschappelijke merites ten aanzien van de diagnostiek te beoordelen - wetenschappelijke publicaties te screenen en globaal op algemene wetenschappelijke merites ten aanzien van therapie-effect te beoordelen - de begrippen diagnostiek en therapie te hanteren in relatie tot tandheelkundige aandoeningen en relevante literatuur hierover in relatie tot een actueel klinisch probleem te traceren en kritisch te beoordelen De student is aan het einde van de bachelorfase (jaar 2 en 3) bovendien in staat - het proces van wetenschappelijk onderzoek en de daarin te onderscheiden fasen te doorlopen en deze fasen zowel mondeling en schriftelijk te verantwoorden en hierover te rapporteren - beginselen van beschrijvende en analytische statistiek toe te passen bij de analyse van eigen waarnemingsresultaten Deze doelen worden bereikt door middel van colleges, practica (waarin de beginselen van wetenschappelijke onderzoeksmethoden en van ‘evidence-based dentistry’ worden geoefend en toegepast in de context van diagnostiek respectievelijk therapie-effect) en thematische werkcolleges en in mentorgroepsbijeenkomsten, waarin een leeronderzoek wordt opgezet en uitgevoerd om nader kennis te maken met de fasen van het wetenschappelijk onderzoeksproces. | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
24 | Wetenschappelijke scholing 3 | TK3.WET | |||||||||||||||||||||
Het onderwijs uit de lijn Wetenschappelijk denken en handelen in jaar 3 wordt voor een deel (2 EC) afgerekend bij de onderwijseenheid ‘Professionalisering’ en een deel (3 EC) in de onderwijseenheid ‘Wetenschappelijke scholing 3. De student is aan het einde van de bachelorfase (jaar 2 en 3) in staat - het proces van wetenschappelijk onderzoek en de daarin te onderscheiden fasen te doorlopen en deze fasen zowel mondeling en schriftelijk te verantwoorden en hierover te rapporteren - beginselen van beschrijvende en analytische statistiek toe te passen bij de analyse van eigen waarnemingsresultaten Deze doelen worden bereikt door middel van groepsbesprekingen klinisch-wetenschappelijk-ethisch redeneren, colleges, practica (waarin de beginselen van wetenschappelijke onderzoeksmethoden en van ‘evidence-based dentistry’) en in mentorgroepsbijeenkomsten, waarin een leeronderzoek wordt opgezet en uitgevoerd om nader kennis te maken met de fasen van het wetenschappelijk onderzoeksproces. De practische oefeningen bestaan uit: a. mentorgroepsbijeenkomsten b. bijeenkomsten klinische-wetenschappelijk-ethisch redeneren c. practica Wetenschappelijke scholing 3 Het tentamen Wetenschappelijke scholing 3 bestaat uit de volgende onderdelen: - kennistoetsen capita selecta in het kader van klinisch-wetenschappelijk-ethisch redeneren (onderwijseenheid Professionalisering) - schriftelijk eindverslag leeronderzoek 3 (eindverslag jaar 3) - voldoen aan aanwezigheids- en practicumverplichtingen | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||
25 | Zicht op beroep en vakgebied | TK1.1ZBV | |||||||||||||||||||||
In deze onderwijseenheid wordt gestart met het oefenen van vaardigheden, ook ten dienste van alle andere onderwijseenheden in dit jaar en komende jaren. Aan de hand van casus en problemen die themagebonden zijn en daarmee relevant voor het beroep van tandarts, wordt in tutorgroepen een constructieve benadering van studeren aangeleerd. Daarbij staat een algemeen toepasbare methodiek voor probleembenadering en -oplossing centraal. Hulp bij het zoeken en selecteren van literatuur wordt geboden vanuit de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1. Door te studeren in een tutorgroep, dat model staat voor intercollegiale samenwerking, ontwikkelt de student het vermogen te werken in groepsverband en bepaalde rollen (voorzitter en notulist) daarbij te vervullen. Door daarbij tevens feedback te geven en ontvangen wordt, mede via activiteiten in het kader van de onderwijseenheid Professionalisering 1, individuele groei gestimuleerd. Het tentamen Zicht op beroep en vakgebied bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Zicht op beroep en vakgebied 1 - schriftelijke deeltoets Zicht op beroep en vakgebied 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepen en bij practica Zicht op beroep en vakgebied omschreven in leidraad en/of semesterboek waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||