1 | Academic learning communities | PABA2010 |
In de Academic Learning Communities (ALC’s) in Ba-2 werken de studenten in een jaargroep aan een vakoverstijgend project, waarin de reflectie op de dynamiek tussen praktijk en wetenschap centraal staat. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. K.A. van den Bosch | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | practicum | Toetsvorm | opdracht, practicum | ECTS | | Opmerkingen | Voor de ALC's in Ba-2 worden geen aparte EC's toegekend. De ALC's moeten met een voldoende zijn afgerond om de EC's voor het vak 'Onderzoekspracticum' (PABA2057)te kunnen verkrijgen. Zie ook aldaar. |
|
| terug naar boven |
|
2 | Bachelorstage | PABA5375 |
De bachelorstage is een kennismaking met aspecten van de (ortho)pedagogische of onderwijswetenschappelijke praktijk. Opgedane kennis tijdens de opleiding leer je in de praktijk toe te passen. Door het opdoen van deze ervaring kun je je beter oriënteren en voorbereiden op de masterstage en richting geven aan je verdere (studie)loopbaan. Ook biedt de stage je mogelijkheden om relevante contacten op te doen die je voor de toekomst goed kunt gebruiken.
Tijdens de stage zul je jezelf beter leren kennen. Daarom volg je naast de stage ook werkgroepen waar je je kwaliteiten en valkuilen binnen het professioneel handelen verkent. Ook leer je daar reflectievaardigheden aan: welke vragen kun je jezelf en anderen stellen om reflectie te bevorderen? En tenslotte leer je wat jouw normen en waarden zijn en wat deze betekenen voor de manier waarop je naar je werk als (ortho)pedagoog/onderwijswetenschapper kijkt.
Tenslotte behoort het bijhouden van het portfolio tot de stagewerkzaamheden. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. C.B. Lunenborg | Docent(en) | diverse docentendr. A.M.N. Huyghen L. Korenberg, MSc. | Onderwijsvorm | hoorcollege, praktische oefening, stage, werkcollege | Toetsvorm | deelname, opdrachten, stageverslag | ECTS | 5 | Opmerkingen | Vanaf september worden verschillende bachelorstages aangeboden op nestor, waar voor aangemeld kan worden na het volgen van het startcollege (begin september). De bachelorstage omvat 5ec waarvan 110 uur besteed moet worden op de stageplek. Stages kunnen het gehele jaar doorlopen worden, de stageperiodes zijn stageplek-afhankelijk. Voor studenten die in semester 1 stagelopen staan werkgroepen gepland in blok 1b, voor studenten die semester 2 stagelopen staan werkgroepen gepland in blok 2a. Voor bepaalde stages kan specifieke voorkennis gewenst zijn, indien van toepassing wordt dit aangegeven. |
|
| terug naar boven |
|
3 | Bachelorwerkstuk | PABA6002 |
Aan de hand van het bachelorwerkstuk doet de student ervaring op met de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek. In het algemeen zal het bachelorwerkstuk alle fasen van het doen van onderzoek omvatten: het formuleren van een probleemstelling, het operationaliseren van algemene vragen in specifieke onderzoeksvragen, literatuurstudie, het opzetten van onderzoek, het doen van waarnemingen c.q. het verzamelen van data, data-analyse(s), en het interpreteren van onderzoeksresultaten. De onderzoeksresultaten worden beschreven in een individueel wetenschappelijk verslag. Tevens wordt elk werkstuk (mondeling) gepresenteerd. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. R. van der Ploeg | Docent(en) | dr. R. van der Ploeg A.A.M. van Es, MSc. | Onderwijsvorm | hoorcollege, practicum, zelfstudie | Toetsvorm | werkstuk (individueel) | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Op de teldatum 31 januari 2022 dient de student (1) alle eerstejaars cursussen afgerond te hebben en (2) in totaal tenminste 40 ECTs uit het Ba2 en Ba3 jaar behaald te hebben. | Opmerkingen | Dit studieonderdeel volgen PW studenten samen met studenten van de AOLB. Het studieonderdeel 'Bachelorwerkstuk' start vanaf het begin van het tweede semester. In de handleiding voor het bachelorwerkstuk worden de onderdelen van het bachelorwerkstuk beschreven. Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van de handleiding en de hierin genoemde regelgeving na te leven.Contact kan opgenomen worden via bachelorwerkstuk@rug.nl |
|
| terug naar boven |
|
4 | D&I: Leer- en Onderwijsproblemen | PABA5382 |
In het onderwijs heeft de orthopedagoog een belangrijke rol bij het diagnosticeren van leer- en onderwijsproblemen en het begeleiden van interventies. In dit vak leren we welke theoretische modellen er zijn op het vlak van een breed scala aan leerproblemen (lezen, spelling, rekenen), problemen op sociaal vlak (relaties tussen leerkracht en leerlingen), en cognitieve vermogens van leerlingen. Vanuit deze theoretische modellen leren we hoe diagnostiek en interventies in het onderwijs ingezet kunnen worden. Door middel van een aantal opdrachten wordt er ook geoefend met het afnemen van tests en het interpreteren van testgegevens. |
|
| terug naar boven |
|
5 | Diagnostiek en behandeling | PABA5213 |
Orthopedagogen hebben in hun beroepsuitoefening te maken met het nemen van beslissingen. Zij hebben de taak om hulpvragen die worden gesteld in een opvoedings-/onderwijsleersituatie via een orthopedagogisch besluitvormingsproces te beantwoorden. Voor dit besluitvormingsproces doorlopen zij een orthopedagogische handelingscyclus: via diagnostiek- en interventieprocessen komen zij tot het oplossen of verlichten of ten positieve veranderen van de opvoedings-/onderwijsleersituatie. In dit vak komt eerst het diagnostische gedeelte van de orthopedagogische handelingscyclus aan bod en vervolgens het interventiegedeelte. Bij het op een wetenschappelijk verantwoorde manier uitvoeren van diagnostiek en interventie behoort het expliciet maken van denkstappen en het op een logische manier beschrijven van resultaten, zodat het voor anderen navolgbaar is. De uitgevoerde diagnostiek en interventie moeten geobjectiveerd en overdraagbaar gemaakt worden. Oftewel: de orthopedagoog moet verantwoording afleggen van zijn keuzes en beslissingen. In dit vak wordt de orthopedagogische handelingscyclus als uitgangspunt genomen. Er wordt daarbij stilgestaan bij werkwijzen die bijdragen aan de kwaliteit van het orthopedagogische handelen, zoals het transactionele model, veranderingsgericht, evidence based, doel- en vraaggericht werken. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. J. Luijkx | Docent(en) | dr. J. Luijkxdr. A.E. Zijlstra | Onderwijsvorm | werkcollege, zelfstudie, hoorcollege, praktische oefening | Toetsvorm | schriftelijke opdrachten | ECTS | 5 | Opmerkingen | 7 hoorcolleges van 2 uur, waarin de orthopedagogische handelingscyclus, thema's over diagnostiek, de principes ‘evidence based’, doel- en vraaggericht werken en thema’s omtrent behandeling worden behandeld. Daarnaast 1 werkcollege van 3 uur (inschrijving via Nestor), aanwezigheid verplicht; het betreft een verdiepend werkcollege waarin op basis van kennis van de behandelde stof in de hoorcolleges de stappen van het diagnostisch besluitvormingsproces worden doorlopen aan de hand van een voorbeeldcasus. Bij de cursus hoort een studiewijzer (zie NESTOR) waarin de werkcolleges en opdracht omschreven worden en de daarbij te volgen werkwijze. |
|
| terug naar boven |
|
6 | Effectiviteit van Onderwijs | PABA2212 |
Onderzoek naar de effectiviteit van het onderwijs draait om twee centrale vragen: wat draagt het onderwijs/ de school/ de leerkracht bij aan de kennis en vaardigheden die mensen/leerlingen verwerven? Welk beleid en welke processen op systeem, school of klasniveau dragen bij aan grotere leeropbrengsten?
Wat een ieder zou moeten leren is geen vaststaand gegeven, maar is voortdurend onderwerp van (politieke) discussies in ieder land. Naast cognitieve leerprestaties (i.e., rekenen en taal) of het behalen van een diploma streven scholen en opleidingen ook naar andere opbrengsten. Het gaat hier bijvoorbeeld om metacognitieve, sociale of burgerschapsvaardigheden. Ook deze opbrengsten horen thuis binnen het onderzoek naar effectiviteit en zullen in de colleges worden besproken.
Als het gaat om het onderzoeken van de effecten van scholen en leerkrachten, is het belangrijk om alle buitenschoolse invloeden ‘uit te zuiveren’. Immers, leerlingen komen met een verschillend aanvangsniveau en een verschillende achtergrond de school binnen. Scholen worden hierdoor geconfronteerd met verschillende uitdagingen. Het rekening houden met buitenschoolse effecten doen we om de unieke (netto) school- of programma-effecten zo nauwkeurig mogelijk te schatten. In onderzoekstermen gaat het om de toegevoegde waarde van de school of leerkracht te bepalen. Hierbij wordt ook gekeken of scholen even effectief zijn voor alle leerlingen, voor verschillende vakken en of scholen gedurende langere tijd effectief blijven.
In de cursus wordt nader ingegaan op beleid en processen op verschillende niveaus (systeem, school, klas) en waar deze factoren effect op hebben. Je kunt hierbij denken aan veilig leerklimaat, hoge verwachtingen van leerlingen en leerkrachten, leertijd optimaliseren, gedeelde visie, etc.
In dit vak komen tenslotte allerlei aspecten aan de orde die te maken hebben met het verbeteren van de onderwijskwaliteit met behulp van evidence-based interventies. Tijdens dit vak zal de focus liggen op interventies die worden uitgevoerd op klasniveau. |
|
| terug naar boven |
|
7 | Geschiedenis van opvoeding & onderwijs | PABAP043 |
Dit onderdeel biedt een inleiding in de geschiedenis van pedagogische ideeën en praktijken en de wisselwerking daartussen. Aan de orde komen de voornaamste pedagogische stromingen uit de Europese ideeëngeschiedenis sinds 1500 en de praktijken en denkbeelden inzake opvoeding, onderwijs, vorming en hulpverlening ten aanzien van kinderen, jeugdigen en gezinnen in Nederland sedert de zestiende eeuw. De nadruk ligt op ontwikkelingen sinds ongeveer 1800. Behalve aan de gewone opvoeding en het reguliere onderwijs besteedt de cursus ook aandacht aan de geschiedenis van de opvoeding van kinderen in speciale omstandigheden, zoals in weeshuizen en kindertehuizen, evenals aan het ontstaan en de ontwikkeling van het speciaal onderwijs aan kinderen met verstandelijke of zintuiglijke beperkingen. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. S. Parlevliet | Docent(en) | dr. S. Parlevliet | Onderwijsvorm | hoorcollege, responsiecollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
8 | Gesprekspracticum | PABA2054 |
Basistraining in gespreksvoering en communicatie voor gedragswetenschappers en andere professionals in het werkveld. Er wordt zowel geoefend in individuele consultatie, gesprekken met ouders, als in teamsituaties. De nadruk ligt op het ontwikkelen van praktische vaardigheden in de gespreksvoering en het kunnen reflecteren hierop. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | I. Keijzer, MSc. | Docent(en) | I. Keijzer, MSc. A.A.M. van Es, MSc. | Onderwijsvorm | practicum, praktische oefening, zelfstudie | Toetsvorm | deelname, opdrachten | ECTS | 5 | Opmerkingen | In groepen worden gespreks- en luistervaardigheden getraind m.b.v. rollenspel, video-opnames en gerichte oefenopdrachten. Er worden verschillende groepen samengesteld, waarop zelf ingetekend kan worden. Aanwezigheid is 100% verplicht. Bij het practicum wordt een zelfstandige en actieve werkhouding verwacht. Na actieve participatie aan het practicum en afronding van de opdrachten, volgt de eindbeoordeling. |
|
| terug naar boven |
|
9 | Gezinspedagogiek | PABA2208 |
We verkennen actuele theorieën, praktijken en studies over ouderschap en opvoeding. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. S. Parlevliet | Docent(en) | | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
10 | Het jonge kind: visies en beleid | PABA2104 |
Het grootbrengen van jonge kinderen (0-6 jaar) wordt steeds meer gezien als een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, groepsopvoeders en leerkrachten. Dit betekent dat zich ook verschuivingen voordoen in de pedagogische verantwoordelijkheden van pedagogische professionals. Zij hebben niet ‘slechts’ de taak om op jonge kinderen te passen, maar dienen recht te doen aan de (verschillende) leer- en ontwikkelingsbehoeften van die kinderen. Ook worden deze professionals steeds vaker aangewezen als degenen die jonge kinderen moeten voorbereiden op het basisonderwijs. In dit onderdeel wordt ingegaan op verschillende visies op het grootbrengen van jonge kinderen en op de verschuivende rollen van de professionals die zich met deze kinderen bezighouden. |
|
| terug naar boven |
|
11 | Inleiding in de filosofie | PABAP040 |
Kennismaking met de filosofie en oefening in filosoferen waarbij in de sfeer van illustraties en toepassingen de aandacht uitgaat naar pedagogische en onderwijskundige zaken en vragen (opvoeding, onderwijs, jeugdzorg, opvoedingsonderzoek en onderwijsonderzoek). |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. P.A. van der Ploeg | Docent(en) | dr. P.A. van der Ploeg | Onderwijsvorm | hoorcollege, responsiecollege, zelfstudie | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
12 | Inleiding in de Onderwijssociologie | PABAP046 |
Deze inleiding in de onderwijssociologie laat zien hoe sociologische begrippen en theorieën kunnen worden gebruikt om inzicht te geven in actuele samenlevingsvraagstukken; in het bijzonder onderwijsvraagstukken. Voorbeelden van onderwerpen die besproken worden zijn: sociale ongelijkheid in het onderwijs, sekseverschillen in het onderwijs en schooluitval. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. D.D. van Bergen | Docent(en) | dr. D.D. van Bergen | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (meerkeuze) DIGITAAL | ECTS | 5 | Opmerkingen | Custom editie moet nog nieuw worden ontworpen daarom is er nog geen ISBN nummer bekend |
|
| terug naar boven |
|
13 | Inleiding Onderwijswetenschappen | PABAP045 |
Onderwijswetenschappers zijn op vele verschillende terreinen werkzaam. Wat verschillende onderwijswetenschappers bindt is de gerichtheid op het verbeteren van het onderwijs. In dit inleidende vak maken studenten kennis met een breed pallet aan onderwijswetenschappelijke theorieën en werkvelden. Actuele wetenschappelijke kennis over het onderwijs wordt behandeld en we bespreken hoe deze kennis wordt toegepast bij het verbeteren van het onderwijs. In de cursus worden de onderwijswetenschappen onder andere belicht vanuit het perspectief van: onderwijsbeleid- en management, docentprofessionalisering en het ontwerpen van leeromgevingen. |
|
| terug naar boven |
|
14 | Inleiding Onderzoek | PABAP035 |
Inleiding onderzoek heeft als doel de studenten kennis te laten maken met hoe en waarom onderzoek wordt uitgevoerd, en welke aspecten daarbij komen kijken. Dit zal in vrij algemene termen zijn, en worden opgehangen aan de empirische cyclus. Later in de cursus zal worden uitgelegd hoe statistiek een rol kan spelen bij het evalueren van de onderzoeksuitkomsten. Hierbij zal met name worden ingegaan op beschrijvende statistiek, en op kansrekening. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. R. Hoekstra | Docent(en) | dr. R. Hoekstra | Onderwijsvorm | computerpracticum, hoorcollege, zelfstudie | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
15 | Inleiding Orthopedagogiek | PABAP033 |
In deze inleiding besteden we uitgebreid aandacht aan: - de positie van de orthopedagogiek in ons taalgebied, - een aantal opvallende problemen bij (jonge) kinderen en jongeren die een zware opgave vormen voor hun opvoeders (zoals: delinquent gedrag, verstandelijke beperking, dyslexie en dyscalculie, autisme, zintuiglijke beperking), - de rol van de opvoeders (ouders, leerkrachten, groepsleiders) in het hulpverleningsproces. Bij deze onderwerpen speelt de wetenschappelijke verantwoording een belangrijke rol. In hun dagelijks werk maken orthopedagogen gebruik van wetenschappelijke theorieën en van resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Met andere woorden: hun werk is gebaseerd op deugdelijke kennis. Ook ethische vragen komen daarbij aan bod. Theorie en onderzoek ondersteunen de praktijk. Orthopedagogiek is een praktische wetenschap. |
|
| terug naar boven |
|
16 | Inleiding Pedagogiek | PABAP032 |
Pedagogen bestuderen de manieren waarop en de contexten waarbinnen kinderen en jongeren opgroeien, leren en zich ontwikkelen. Verschillen in afkomst, etniciteit en sekse leiden tot verschillende omgevingen waarin kinderen opgroeien, maar tegelijkertijd hebben kinderen en jongeren zelf ook invloed op hun omgeving. Deze processen bestuderen we aan de hand van actuele vraagstukken in opvoeding en onderwijs, zoals opvoedingsonzekerheid, de kwaliteit van kinderopvang, kwetsbare kinderen en jongeren. Je maakt kennis met discussies hieromtrent en je leert om verbanden te leggen tussen deze opvoedingsvraagstukken enerzijds en pedagogische begrippen, theorieën en benaderingen anderzijds. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. P.R. Schreuder | Docent(en) | dr. P.R. Schreuder | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) | ECTS | 5 | Opmerkingen | Collegestof is ook tentamenstof. |
|
| terug naar boven |
|
17 | Interculturele pedagogiek | PABA2053 |
We geloven allemaal dat cultuur van grote invloed is op de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. De vraag is alleen wat cultuur is en hoe cultuur de manier waarop kinderen opgroeien en leren beïnvloedt. De vraag wordt interessanter als we oog hebben voor de grote culturele diversiteit die er wereldwijd is in praktijken van ouderschap, kind zijn en volwassen worden. In de cursus staat daarom de culturele dimensie van kind zijn, opgroeien en opvoeden centraal, in drie onderdelen. In de eerste plaats komen verschillende theorieën aan bod over het belang van de culturele dimensie en de betekenis van culturele verschillen in relatie tot de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Ten tweede kijken we naar de invloed die cultuur heeft op het denken over en onderzoeken van de ontwikkeling en opvoeding van kinderen in verschillende disciplines als de (ontwikkelings)psychologie, pedagogiek, en antropologie. Tenslotte bespreken we de consequenties van kennis over culturele verschillen in opgroeien, leren en opvoeden voor theorievorming over praktijken van opvoedingsondersteuning, onderwijs en jeugdzorg. Kinderen en jeugd uit de grootste migrantengroepen in Nederland krijgen in het bijzonder de aandacht in deze cursus. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. D.D. van Bergen | Docent(en) | dr. D.D. van Bergen | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) DIGITAL, schriftelijke opdrachten | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
18 | Interventies bij Gedrags- en Opvoedingsproblemen | PABA5383 |
In dit vak staan de doelgroepen en orthopedagogische interventies in de verschillende werkvelden van jeugdzorg centraal evenals besluitvormingsprocessen. De meeste recente onderzoeken en inzichten op dit gebied worden besproken. Tevens is het vak gericht op het ontwikkelen van inzichten en vaardigheden omtrent kritisch evalueren van richtlijnen en besluitvormingsprocessen en bewustwording van waarden en ethiek in de praktijk en het onderzoek op het gebied jeugdhulp en van kinderbescherming in het bijzonder. |
|
| terug naar boven |
|
19 | Interventies bij Personen met Beperkingen | PABA5385 |
|
|
| terug naar boven |
|
20 | Jeugd en Sociale ontwikkeling | PABA2210 |
In deze cursus staat de sociale ontwikkeling van jongeren centraal. We kijken naar hoe zogenaamde “socializing agents”, zoals ouders, leerkrachten, klasgenoten en vrienden van invloed zijn op de jongeren zelf en hun sociale ontwikkeling. We bespreken diverse theorieën over de rol van deze socializing agents op verschillende soorten relaties (ouder-kindrelaties, romantische relaties, vriendschappen, relaties in de klas) en gedrag (academische prestaties, crimineel gedrag, pesten). Hierbij maken we gebruik van recente wetenschappelijke inzichten. |
|
| terug naar boven |
|
21 | Klinische Orthopedagogische Vaardigheden | PABA5384 |
In het vak Klinische Orthopedagogische vaardigheden komt een aantal elementaire vaardigheden aan bod die relevant zijn voor het werken in de orthopedagogisch praktijk, zoals gespreksvaardigheden, motiverende gespreksvoering (MGV), oplossingsgericht werken (OGW) en cognitieve gedragstherapie (CGt). Het vak bestaat uit 2 hoorcolleges. In het eerste hoorcollege zal in het eerste uur een toelichting op het vak worden gegeven en uitleg van de inhoudelijke kaders, in het tweede uur wordt een hoorcollege over CGt gegeven. Het tweede hoorcollege zal volledig over CGt gaan. Hierna volgt een werkcollege waarin ingegaan wordt op algemene gespreksvaardigheden (herhaling én verdieping van het geleerde tijdens Gesprekspracticum in BA2) en volgt een bezoek aan het werkveld. Studenten nemen vervolgens deel aan vijf werkcolleges. Vanuit de theoretische kaders van OGW (2 werkcolleges) en MGV (2 werkcolleges) worden professionele vaardigheden getraind. De belangrijkste elementen van CGt komen aan bod in één werkcollege. Aan de werkcolleges MGV, OGW en CGt zijn opdrachten gekoppeld die worden beoordeeld met een cijfer. Het vak wordt afgesloten met een individuele eindopdracht die eveneens beoordeeld wordt met een cijfer. Het met een voldoende hebben afgerond van alle tussenopdrachten én deelname aan alle cursusonderdelen (verplicht) is een voorwaarde voor het verkrijgen van de eindbeoordeling. |
|
| terug naar boven |
|
22 | Kwalitatieve methoden in de soc. wet. | PABA2059 |
Dit vak betreft een inleiding in kwalitatief onderzoek. De kenmerken en theoretische achtergronden van kwalitatief onderzoek worden besproken, evenals kwalitatieve onderzoeksdesigns, sampling strategieen en dataverzameling. Technieken voor data-analyse komen aan de orde, in het bijzonder 'grounded theory', thematische analyse, narratieve analyse en discourse analyse. Tenslotte is er aandacht voor ethische aspecten en voor het rapporteren over kwalitatief onderzoek. Tijdens de colleges wordt de theoretische stof geoefend met praktijkopdrachten, welke helpen om de theorie te begrijpen en te kunnen toepassen. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. dr. L. Batstra | Docent(en) | prof. dr. L. Batstra | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | opdrachten | ECTS | 5 | Opmerkingen | Wekelijkse opdrachten vanaf het begin vragen om tijdsinvestering vanaf het begin en bepalen gezamenlijk het eindcijfer |
|
| terug naar boven |
|
23 | Kwaliteit en Effectiviteit van Orthopedagogische I | PABA5386 |
De cursus beoogt inzicht en actuele kennis te bieden m.b.t. de vraag welke interventies voor clienten in het veld van de orthopedagogiek werkzaam zijn. Doel is rationeel gefundeerde beslissingen te kunnen nemen over interventies in relatie tot problematiek. In colleges, oefeningen, responsiecollege en literatuurkeuze ligt de nadruk op evidence-based en practice-based modellen. In de colleges wordt o.a. aandacht geschonken aan zgn. good practices, algemeen en specifiek werkzame factoren bij de behandeling. De keuze voor een interventie is doorgaans een afweging van voor- en tegenargumenten waarin het beoogde effect een groot gewicht moet hebben. |
|
| terug naar boven |
|
24 | Leer- en onderwijsproblemen | PABA5253 |
Deze cursus heeft als thema "leerling en het schoolse leerproces", waarbij de gang van zaken in het Nederlandse primaire onderwijssysteem in verband wordt gebracht met de normale én de afwijkende ontwikkeling van sociaal-emotionele en cognitieve leeraspecten van met name taal- en rekenvaardigheid. Daarbij wordt een introductie gegeven op belangrijke protocollen die in het onderwijs en in de gezondheidszorg worden gehanteerd voor de diagnostiek en aanpak van veelvoorkomende leer- en onderwijsproblemen. |
|
| terug naar boven |
|
25 | Mentoraat | PABAP-MN |
Het mentoraat ondersteunt studenten in het doorlopen van het studieprogramma van de propedeuse. Deelname aan een mentorgroep en de begeleiding van een mentor dragen bij aan het zo snel mogelijk effectief studeren en het zich thuis voelen bij de studie. Studenten volgen per jaar acht mentorbijeenkomsten in een groep van maximaal 15 studenten onder begeleiding van een vaste mentor. Studenten krijgen in de mentorbijeenkomsten inzicht in een effectieve studeermethode en reflecteren met de mentor zowel groepsgewijs als individueel op hun eigen studeergedrag en academische werkhouding. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | B. Blom, MSc. | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | practicum | Toetsvorm | practicum | ECTS | | Opmerkingen | Alle studenten krijgen bij aanvang van het studiejaar een eigen mentor/ tutor, die zij – ook buiten de mentorbijeenkomsten – kunnen raadplegen als eerste aanspreekpunt met vragen over de studie en aanverwante zaken. De tutor begeleidt ook de wekelijkse bijeenkomsten van de ALC's. |
|
| terug naar boven |
|
26 | Methoden en technieken van onderzoek | PABAP037 |
In het vak komen aspecten aan bod die belangrijk zijn bij het opzetten en uitvoeren van kwantitatief en effectonderzoek binnen de sociale wetenschappen.
Het vak bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en het uitvoeren van een onderzoeksopdracht. - In de eerste set van hoorcolleges worden de belangrijkste theoretische aspecten (grootschalig) kwantitatief onderzoek besproken en toegelicht met praktijkvoorbeelden. Aan de orde komen onder meer conceptueel model onderzoeksontwerpen, onderzoekspopulatie, vormen van dataverzameling (bestaande data, observeren en interviewen), verstorende derde variabelen. In de tweede set hoorcolleges zal de nadruk liggen op de opzet van kleinschalig effectonderzoek. Omdat de ideale onderzoeksopzet dan slechts zelden toepasbaar is, krijgen praktische belemmeringen en valkuilen ruime aandacht en zal gezocht worden naar oplossingen die een compromis vormen tussen de methodologische eisen en praktische beperkingen. - Bij de onderzoeksopdracht wordt geoefend met het zelf doen van kwantitatief onderzoek. Op basis van een probleemstelling gaan de studenten in groepen zelf een eenvoudig kwantitatief onderzoek opzetten en uitvoeren en vervolgens hierover op een wetenschappelijke manier rapporteren en reflecteren. - In de werkcolleges krijgen de studenten de gelegenheid om te werken aan de onderzoeksopdracht en krijgen hierop feedback van docenten. Diverse aspecten van het vak Inleiding Onderzoek komen hier terug. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. M.A. Veldman | Docent(en) | prof. dr. A.E.M.G. Minnaertdr. M.A. Veldman | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) DIGITAL, schriftelijk tentamen (meerkeuze) DIGITAAL | ECTS | 5 | Opmerkingen | De aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht. |
|
| terug naar boven |
|
27 | Neuropsychologie | PABA3021 |
In deze cursus wordt een overzicht gegeven van de hedendaagse neuropsychologie en haar achtergronden, geschiedenis en onderzoeksmethoden. Vanuit anatomisch, fysiologisch en farmacologisch oogpunt wordt aandacht besteed aan de organisatie van het zenuwstelsel en de structuur, functies en ontwikkeling van de hersenen. Hogere (cognitieve) functies als leren, geheugen, aandacht, bewustzijn en emoties komen aan de orde. Verder wordt er ingegaan op de plasticiteit van de hersenen. Naast aandacht voor de normale ontwikkeling is er aandacht voor de problematiek van ontwikkelingsstoornissen, psychiatrische en neurologische aandoeningen en de implicaties die deze stoornissen hebben voor neuropsychologische diagnostiek en behandeling. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. A.W. Spijkerboer | Docent(en) | dr. A.W. Spijkerboer | Onderwijsvorm | hoorcollege, praktische oefening, zelfstudie | Toetsvorm | opdracht, tentamen | ECTS | 5 | Opmerkingen | Wijzigingen in toetsvorm onder voorbehoud. Het studieboek is ook als ebook verkrijgbaar. Oudere edities van het studieboek voldoen niet meer. |
|
| terug naar boven |
|
28 | Onderzoekspracticum (designs) | PABA2057 |
Binnen deze cursus komen verschillende onderzoeksontwerpen aan bod, waaronder: experimenteel onderzoek, correlationeel onderzoek (met in het bijzonder causaal-vergelijkend onderzoek) en praktijk(gericht) onderzoek. Daarnaast wordt er in groepsverband een causaal-vergelijkend onderzoek opgezet en uitgevoerd, waarbij alle stappen van de onderzoekscyclus toegepast worden. Studenten gaan binnen een thema in de (ortho)pedagogiek en/of het onderwijs o.a. bezig met het formuleren van een probleemstelling, het zoeken en lezen van literatuur, het operationaliseren van de variabelen, dataverzameling, statistische data-analyse (met behulp van SPSS) en rapportage in de vorm van een concept wetenschappelijk artikel. Beide onderdelen moeten worden behaald om de cursus met een voldoende af te ronden. Daarnaast moeten het bibliotheekpracticum en de ALC practica met een voldoende worden afgerond. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | A.G. van Assen, MSc. | Docent(en) | dr. M. Hingstman A.G. van Assen, MSc. | Onderwijsvorm | computerpracticum, hoorcollege, werkcollege, zelfstudie | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) DIGITAL, schriftelijk tentamen (meerkeuze) DIGITAAL, werkstuk | ECTS | 5 | Opmerkingen | De punten voor deze cursus worden toegekend wanneer beide ALC-practica van dit semester zijn afgerond, als ook het bibliotheekpracticum. Daarnaast moeten alle onderdelen (tentamen en werkstuk) met minstens een 5.5 zijn afgerond. |
|
| terug naar boven |
|
29 | Onderzoeksvaardigheden 1 (ALC) | PABAP044 |
In de wekelijkse Academic Learning Communities (ALC’s) werken studenten aan een vakoverstijgende project, gekoppeld aan de studieonderdelen van die periode. In de projecten, waar je aan werkt in een subgroep van ongeveer 4 studenten, staat elke keer een andere academische vaardigheid centraal. Iedere student maakt deel uit van een vaste Academic Learning Community (ALC) of jaargroep die bestaat uit maximaal 15 studenten en begeleid wordt door een vaste docent/ tutor. De tutor geeft iedere student individuele feedback op het leerproces, maar geeft ook feedback op de in de subgroep uitgewerkte projecten. |
|
| terug naar boven |
|
30 | Onderzoeksvaardigheden 1 (Interviewpracticum) | PABAP042. |
Na een plenair hoorcollege voeren de studenten na voorbereiding thuis in twee dagdelen groepsgewijs opdrachten uit m.b.t. gespreksvoering en interviewen. Het gaat hierbij om luistergedrag, formuleren, vragen stellen en het leiden van een gesprek. Bij de evaluatie hiervan wordt gebruik gemaakt van video-opnamen. De eindopdracht betreft een interview met een respondent waarbij studenten geoefende interviewtechnieken inzetten. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | F. Middel, MSc. | Docent(en) | | Onderwijsvorm | hoorcollege, practicum, praktische oefening | Toetsvorm | deelname, opdracht, practicum, verslag | ECTS | | Opmerkingen | De 5 EC voor Onderzoeksvaardigheden 1 worden toegekend als zowel aan de vereisten van het referaat- en interviewpracticum (PABAP042) als aan de vereisten van de ALC's (PABAP044) is voldaan |
|
| terug naar boven |
|
31 | Onderzoeksvaardigheden 1 (Referaatpracticum) | PABAP042 |
Studenten schrijven een paper en geven een presentatie over een thema naar keuze op het gebied van (ortho)pedagogiek en onderwijswetenschappen. Zij bekwamen zich in het zoeken van literatuur en het toepassen van APA regels. Bij de bespreking van de paper en de presentatie wordt naast de inhoud op de vorm gelet. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | Dr. M. Dekker | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | practicum, praktische oefening | Toetsvorm | deelname, opdrachten, presentatie, tentamen, werkstuk (individueel) | ECTS | | Opmerkingen | Tijdens dit practicum nemen studenten deel aan een bibliotheektoets waarin zij oefenen met het zoeken naar literatuur. Een voldoende deelname aan zowel het bibliotheekpracticum als aanwezigheid bij de practicumbijeenkomsten en het maken van alle huiswerkopdrachten is vereist om het referaatpracticum af te kunnen ronden.
De 5 EC voor Onderzoeksvaardigheden 1 worden toegekend als zowel aan de vereisten van het referaat- en interviewpracticum (PABAP042) als aan de vereisten van de ALC's (PABAP044) is voldaan.
De literatuur (Syllabus Schrijfvaardigheid) voor dit vak is gedurende de gehele bachelor Pedagogische Wetenschappen nodig, en dus ook literatuur bij andere vakken. |
|
| terug naar boven |
|
32 | Ontwikkelingspsychologie | PABAP038 |
In deze cursus wordt ingegaan op verschillende domeinen van ontwikkeling, zoals de cognitieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. Verschillende theoretische en methodologische benaderingen voor de bestudering van ontwikkeling komen daarbij aan de orde, waarbij er aandacht is voor klassiek en recent onderzoek. Naast behandeling van theorie wordt er ook een link gelegd met de praktijk, zowel wat betreft toepassingen in opvoeding- en onderwijssituaties als in de klinische Ontwikkelingspsychologie. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. S. Houwen | Docent(en) | dr. S. Houwendr. A.W. Spijkerboer | Onderwijsvorm | hoorcollege, praktische oefening, zelfstudie | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze) | ECTS | 5 | Opmerkingen | De cursus is gebaseerd op de boek-editie zoals aangegeven bij verplichte literatuur. Koop je je boeken tweedehands, dan kan het zijn dat je geen toegang hebt tot online studiemateriaal van de uitgever. |
|
| terug naar boven |
|
33 | Organisaties en lerende professionals | PABA2209 |
Niet alleen het bedrijfsleven, maar ook de zorg, de hulpverlening en het onderwijs vormen (pseudo-)markten, waarop tal van organisaties actief zijn: scholen, zorginstellingen, politieke belangenverenigingen (zoals vakbonden, politieke partijen, patiëntenbewegingen). Die organisaties zijn doelgerichte maatschappelijke subsystemen, die zich deels van de buitenwereld afschermen om hun specifieke doelstellingen gerichter en effectiever te kunnen bereiken. In die relatieve autonomie schuilt ook een zeker risico. Door interne taakverdeling kunnen processen op gang komen van bureaucratisering, zonering (scheiding professionals en management) en vertekende beeldvorming in de organisatiecultuur. 'Professionals' spelen een belangrijke rol in organisaties. Van hen wordt als deskundigen niet alleen een bijdrage verwacht aan het bereiken van de externe doelstellingen, maar ook aan de sturing van de interne rationaliteit. In deze cursus wordt behalve aan het functioneren van organisaties en de rol van professionals daarbinnen, aandacht besteed aan leren en veranderen van en in (onderwijs-)organisaties. |
|
| terug naar boven |
|
34 | Personen met beperkingen: Diagnostiek | PABA5235 |
De relevante begrippen, modellen en theorieën worden in dit vak toegelicht in relatie tot de beschrijving van het probleem van het opvoeden en ondersteunen van een persoon met een beperking. Het doel van dit vak is zicht krijgen op de factoren die de problemen in de opvoedingssituatie van personen met beperkingen sturen in specifieke situaties. Deze specifieke situaties zijn o.a. de opvoeding en ondersteuning van personen met verstandelijke beperkingen, personen met motorische beperkingen, jonge kinderen met beperkingen en personen met zintuiglijke beperkingen. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. J. Luijkx | Docent(en) | dr. S. Houwendr. J. Luijkxprof. dr. A.A.J. van der Putten | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze) | ECTS | 5 | Opmerkingen | Wijzigingen in literatuur en toetsvorm voorbehouden.
De voorgeschreven boeken worden gedurende meerdere jaren voor meerdere vakken gebruikt. |
|
| terug naar boven |
|
35 | Psychopathologie kind en jeugdige | PABA5273 |
In deze collegecyclus wordt ingegaan op psychiatrische beelden bij kinderen en jeugdigen. Ook behandelmogelijkheden komen aan de orde. In de colleges wordt de te bestuderen stof besproken, uitgediept, geïllustreerd en aangevuld met actuele onderzoeksgegevens. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. dr. L. Batstra | Docent(en) | prof. dr. L. Batstra | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (meerkeuze) | ECTS | 5 | Opmerkingen | Let op: Het boek van Weis kost normaliter iets van 150 euro maar wordt ten tijde van deze cursus via Study Store aangeboden voor circa 50 euro |
|
| terug naar boven |
|
36 | Recht in Pedagogiek en Onderwijs | PABA3022 |
In dit vak wordt de rechtspositie van het kind in verschillende gebieden van het Nederlands Recht belicht. Het Kinderrechtenverdrag vormt daarbij het onderliggend juridisch-ethisch kader. Juridisch-ethische vragen waarmee gedragswetenschappers en onderwijskundigen geconfronteerd kunnen worden, komen aan de orde. Gedragswetenschappers komen in het werkveld in aanraking met juridische kaders en dienen hun professioneel handelen daarop af te stemmen. Specifiek besteedt de cursus aandacht aan de bijdrage die gedragswetenschappers vanuit hun eigen discipline kunnen leveren om de rechtspositie van kinderen te waarborgen en aan het leren ethisch te reflecteren over hun beroepsmatige positie hierbij. In deze cursus wordt kennis aangereikt over de basisbegrippen binnen het Nederlands recht en het personen- en familierecht zoals naamgeving, meerderjarigheid, gezag en huwelijk/ geregistreerd partnerschap. Aandacht gaat uit naar de Jeugdwet; de jeugdbeschermingsmaatregelen zoals ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing; pleegzorg en gesloten jeugdzorg. Het jeugdstrafrecht wordt belicht waarbij de verhouding van de rechtspositie van het kind tot het volwassenenstrafrecht wordt behandeld. Het wettelijk kader van het passend onderwijs wordt toegelicht en de wijze waarop dit uitwerking krijgt in de praktijk. Tevens wordt de rechtspositie van kinderen binnen het vreemdelingenrecht behandeld en rol die gedragswetenschappers hierbij kunnen spelen. |
|
| terug naar boven |
|
37 | Samenwerken in de Orthopedagogiek | PABA5387 |
In dit vak staat samenwerking binnen de orthopedagogiek centraal. Dit wordt gedaan vanuit het ecologisch model, waarbij samenwerking vanuit drie niveaus worden bekeken: macro niveau (beleid), meso niveau (gezin/klas/systeem), en micro niveau (kind/leerling/cliënt). De meest recente ontwikkelingen op deze drie niveaus wordt besproken tijdens hoorcolleges, waarna studenten in enkele werkcolleges vaardigheden oefenen in hun rol als orthopedagoog. Daarbij is aandacht voor samenwerking binnen hetzelfde werkveld, maar ook voor samenwerking met andere professionals (werkzaam in andere werkvelden), ouders en andere betrokkenen rondom een casus kind/leerling/cliënt. |
|
| terug naar boven |
|
38 | Statistische modellen 1 | PABAP036 |
Statistische modellen 1 volgt na Inleiding Onderzoek en behandelt een aantal onderwerpen uit de inferentiële statistiek. De volgende onderwerpen komen aan de orde: kansverdelingen, steekproefverdelingen, schatten (betrouwbaarheidsintervallen), SPSS, en significantietoetsen. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. R. Hoekstra | Docent(en) | dr. R. Hoekstra | Onderwijsvorm | computerpracticum, hoorcollege | Toetsvorm | practicum, schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze) | ECTS | 5 | Opmerkingen | De opdrachten voor de practica worden via Nestor beschikbaar gesteld |
|
| terug naar boven |
|
39 | Statistische modellen 2 | PABA2058 |
In de colleges worden gangbare statistische modellen & technieken behandeld, die voor het lezen van sociaal wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en voor het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek van belang zijn. Daarnaast zijn er verplichte computerpractica waarin de behandelde methoden worden toegepast. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van het statistisch computerprogramma SPSS. In de werkcolleges kan extra worden geoefend. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. R. Hoekstra | Docent(en) | dr. R. Hoekstradr. W.J. Post | Onderwijsvorm | computerpracticum, hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
40 | Stromingen in de orthopedagogiek | PABA5245 |
De belangrijkste wetenschappelijk-theoretische stromingen binnen de Orthopedagogiek zijn: de biologische, de gedragstheoretische, de systeemtheoretische en de psychodynamische invalshoek. Het biologische perspectief en de (cognitief) gedragstheoretische invalshoek komen elders in het curriculum uitgebreid aan de orde. In het vak 'Stromingen in theorie en praktijk van de orthopedagogiek' worden de systeemtheorie en de psychoanalyse behandeld. In een zevental hoorcolleges en in de literatuur worden de historische achtergronden, de pioniers, en de werk- en zienswijzen binnen deze stromingen besproken. Door opdrachten en discussie tijdens de colleges oefenen studenten met het kijken naar gedrags- en opvoedingsproblemen vanuit de twee verschillende invalshoeken. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. dr. L. Batstra | Docent(en) | prof. dr. L. Batstra | Onderwijsvorm | hoorcollege, praktische oefening, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (meerkeuze) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
41 | Testtheorie | PABA2056 |
Het vak behandelt de definitie van een test en bespreekt hoe een testresultaat opgevat kan worden. Centrale begrippen die behandeld worden zijn: testkenmerken, bouwstenen van tests en vragenlijsten, normering, betrouwbaarheid, dimensionaliteit en validiteit. Om de kwaliteit van een test te beoordelen wordt veel aandacht besteed aan de klassieke testtheorie en wordt stilgestaan bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van de test. Allerlei aspecten van betrouwbaarheid komen aan de orde. Verder wordt het bepalen van de validiteit van de test besproken. In dit kader wordt ook de dimensionaliteit van tests en vragenlijsten behandeld. Naast de klassieke testtheorie wordt ook de item respons theorie aan de orde gesteld. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. M.C.S. Paap | Docent(en) | dr. M.C.S. Paapdr. A.W. Spijkerboer | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (meerkeuze), schriftelijke opdrachten | ECTS | 5 | Opmerkingen | ! boek Testtheorie: inleiding... is ook bekend onder ander ISBN nummer: 9789031347476 |
|
| terug naar boven |
|
42 | Theoretische pedagogiek | PABAP021A |
Processen en prakijken van ontwikkeling, leren, opvoeding en onderwijs laten zich beter begrijpen, onderzoeken en bespreken wanneer we vertrouwd zijn met basale concepten en theorieën. In deze cursus raken we vertrouwd met concepten en theorieën door enkele actuele discussies over opvoeding en onderwijs te verkennen. |
|
| terug naar boven |
|
43 | Wetenschapsfilosofie | PABA3023 |
In de cursus Wetenschapsfilosofie verkennen we ten eerste (1) normatieve theorieën en discussies over wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke theorievorming, met name sociaal- en gedragswetenschappelijk onderzoek en sociaal- en gedrags-wetenschappelijke theorievorming en ten tweede (2) epistemologische, logische, ontologische en ethische vragen en antwoorden aangaande wetenschap, met name sociale en gedragswetenschap. In dit alles hebben we speciaal aandacht voor ontwikkelingen en kwesties in de opvoedings-, jeugdzorg- en onderwijswetenschappen, de disciplines: pedagogiek, jeugdstudies, orthopedagogiek en onderwijskunde.
Inhoudelijk knopen we aan bij de stof van de eerstejaarscursussen Theoretische Pedagogiek en Inleiding Filosofie. |
|
| terug naar boven |
|
44 | Workshop: Historisch pedagogisch onderzoek | PABA3012 |
In deze workshop leert de student historisch pedagogisch onderzoek te doen en daarover helder en adequaat verslag uit te brengen. Zij/hij kiest zelf een thema dat werd besproken in een invloedrijk pedagogisch tijdschrift uit het midden van de 20e eeuw, dat de bron vormt voor een klein onderzoek. Ten behoeve van een zinvolle contextualisering van het debat zoekt en vindt zij/hij zelf relevante inleidende historische literatuur bij het gekozen thema en schrijft een individueel onderzoeksverslag. De verworven vaardigheden kunnen in ieder historisch onderzoek in documenten (ook heel recente) worden toegepast. |
|
| terug naar boven |
|
45 | Workshop: Interventie-onderzoek | PABA3013 |
In deze workshop wordt ingegaan op de onderzoeksparadigma's en onderzoeksdesigns die binnen interventie-onderzoek aan de orde zijn, zoals ontwerponderzoek, evaluatie- of implementatieonderzoek en action research. De opgedane methodologische kennis en vaardigheden worden in combinatie met eigen inhoudelijke interesse uitgewerkt in een opdracht, die componenten omvat van een onderzoeksvoorstel en eventueel als opmaat kan dienen voor het bachelor werkstuk. Hiervoor wordt een format aangeboden. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. C.J. van der Linden | Docent(en) | I. Smid, MSc.dr. C.J. van der Linden | Onderwijsvorm | werkcollege | Toetsvorm | opdracht | ECTS | 2.5 | Opmerkingen | Let op: het is sterk aan te bevelen om alleen deel te nemen aan dit vak als het bachelor werkstuk qua onderzoeksthematiek en -aanpak aansluit op interventie-onderzoek. |
|
| terug naar boven |
|
46 | Workshop: Interview-/inhoudsanalyse | PABA3014 |
In deze workshop staat het proces van het zelf uitvoeren van een kwalitatieve inhoudsanalyse centraal. Gestart wordt met een hoorcollege over de belangrijkste begrippen en theoretische uitgangspunten met betrekking tot kwalitatieve inhoudsanalyse. In de werkcolleges ga je zelf (in tweetallen) aan de slag om interviews te analyseren. Gezamenlijk formuleren we een topiclijst voor het afnemen van een interview, op basis van literatuur. Je leert hoe je een codeboom opstelt en hoe je deze gaandeweg kunt bijstellen. We maken daarbij gebruik van de Constant Comparative Method (CCM). Vragen die te maken hebben met validiteit en betrouwbaarheid komen al doende aan de orde. Vervolgens zetten we de stap naar het interpreteren en beschrijven van de resultaten. Dit presenteer je in een groepspresentatie. Aan het einde maak je een verslag waarin je de verschillende stappen concreet beschrijft en bereflecteert aan de hand van je eigen interviewanalyse. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. P.R. Schreuder | Docent(en) | | Onderwijsvorm | practicum | Toetsvorm | opdrachten | ECTS | 2.5 |
|
| terug naar boven |
|
47 | Workshop: IRT modellen | PABA3016 |
Gedrags- en maatschappij wetenschappers onderzoeken vaak constructen die niet direct waarneembaar zijn. Voorbeelden van deze latente constructen zijn optel-, deel- en breukenvaardigheid op de basisschool, taalontwikkeling van kinderen in de kleuterleeftijd, de politieke attitude van respondenten en de houding van mensen ten opzichte van etnische minderheden. Deze constructen worden vaak gemeten met toetsen of vragenlijsten. In deze workshop worden meetmodellen behandeld die gebruikt kunnen worden om belangrijke eigenschappen van toetsen en vragenlijsten als betrouwbaarheid, validiteit en dimensionaliteit te analyseren. In de hoorcolleges zal de theorie achter de modellen worden toegelicht en in de computerpractica zal hiermee geoefend worden op data met behulp van verschillende computerprogramma’s. Deze workshop is bij uitstek geschikt voor studenten die tijdens een werkstuk of thesis met vragenlijsten te maken krijgen. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. M.C.S. Paap | Docent(en) | dr. M.C.S. Paapprof. dr. M.J. Warrens | Onderwijsvorm | computerpracticum, hoorcollege | Toetsvorm | opdrachten | ECTS | 2.5 | Opmerkingen | Dit boek is te vinden als e-book in de UB-collectie. Je kunt het vinden via SmartCat. Je kunt de volgende link gebruiken: https://rug.on.worldcat.org/oclc/610219616
LET OP: de genoemde literatuur is aanvullend, niet verplicht! |
|
| terug naar boven |
|
48 | Workshop: Observeren | PABA3015 |
Observeren is een onderzoeksmethode die zowel in de beroepspraktijk van pedagogen, onderwijskundigen en leraren als in wetenschappelijk onderzoek in deze sectoren veel voorkomt. Allerlei onderzoeksvragen naar gedrag van mensen vragen om onderzoek door middel van observatie. In de cursus wordt aandacht besteed aan en geoefend in de fases van de onderzoekscyclus: wat is een observeerbare onderzoeksvraag, het ontwerp van een observatie-onderzoek, het observatie-instrumentarium, het uitvoeren van de observatie, betrouwbaarheid en validiteit, het verwerken van de gegevens en het trekken van conclusies. |
|
| terug naar boven |
|
49 | Workshop: Statistische modelbouw | PABA3011 |
Deze workshop is bedoeld om studenten te leren hoe je een statistisch model kunt bouwen. Gegeven een onderzoeksprobleem en na literatuurverkenning is in de meeste gevallen bekend welke relaties relevant zijn voor onderzoek. Op basis daarvan kan een conceptueel model worden geconstrueerd. Om daarna te onderzoeken of deze relaties in de data terug te vinden zijn, is statistische modelbouw nodig. Dit kan op verschillende manieren, zoals puur statistisch, puur inhoudelijk, of een combinatie van beide. De keuze hoe of wat is mede afhankelijk van het doel en de vraagstelling van het onderzoek. In deze workshop zal de nadruk liggen op de toepassing. Studenten zullen verschillende modellen construeren en toepassen op echte data. Het vak wordt afgesloten met een individueel werkstuk. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. W.J. Post | Docent(en) | dr. W.J. Post | Onderwijsvorm | computerpracticum, hoorcollege | Toetsvorm | opdracht | ECTS | 2.5 | Entreevoorwaarden | Het vak borduurt voort op statistische modellen 2. Aangeraden wordt om alleen in te schrijven als een student reeds statistische modellen 2 gevolgd heeft, of dit simultaan met statistische modelbouw volgt. |
|
| terug naar boven |
|
50 | Workshop: Systematische literatuurreview | PABA3017 |
Tijdens deze workshop bespreken we verschillende soorten systematische literatuurreviews en de rationale achter het uitvoeren van dergelijke reviews. Welke onderzoeksvragen zijn geschikt om met een systematische literatuurreview te beantwoorden en welke niet? Daarnaast zullen we de verschillende stappen van een systematische literatuurreview doorlopen waarbij de student telkens praktische opdrachten krijgt om te oefenen met de verschillende onderdelen. De cursus wordt afgerond met een werkstuk waarin verslag wordt gedaan van de gemaakte opdrachten. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. C. Vrijen | Docent(en) | dr. C. Vrijen | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | Toetsvorm | werkstuk | ECTS | 2.5 |
|
| terug naar boven |
|