Informatie over Ba Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
Hieronder staan het programma en de vakomschrijvingen van Ba Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Klik op de naam van een vak in een schema om naar de omschrijving te gaan.
» Jaar 1 (Major) | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
semester I a | verplicht | LQX017P05 | Griekse Taalvaardigheid I | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | LQX018P05 | Latijnse Taalvaardigheid I | Nederlands | 5 | 4 | ||
verplicht | LQX029P05 | Overgangsmodule Grieks I | Nederlands | 5 | variabel | ||
verplicht | LQX030P05 | Overgangsmodule Latijn I | Nederlands | 5 | variabel | ||
verplicht | LQX033P05 | Inleiding op de Oud-Griekse wereld | Nederlands | 5 | 4 | ||
semester I b | verplicht | LQX021P05 | Griekse Taalvaardigheid II | Nederlands | 5 | 2 | |
verplicht | LQX023P05 | Latijnse Taalvaardigheid II | Nederlands | 5 | 2 | ||
verplicht | LQX031P05 | Overgangsmodule Grieks II | Nederlands | 5 | variabel | ||
verplicht | LQX032P05 | Overgangsmodule Latijn II | Nederlands | 5 | variabel | ||
verplicht | LQX034P05 | Inleiding op de Romeinse wereld | Nederlands | 5 | 4 | ||
semester II | verplicht | LQX025P05 | Griekse Taalvaardigheid III | Nederlands | 5 | 2 | |
verplicht | LQX026P05 | Latijnse Taalvaardigheid III | Nederlands | 5 | 2 | ||
semester II a | verplicht | LQX036P05 | Grieks drama: Polis en Podium | Engels en Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | LQX038P05 | Hoogtepunten van de klassieke literatuur | Nederlands | 5 | 4 | ||
semester II b | verplicht | LQX035P05 | Onderzoek & Verslag: academisch vaardig | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | LQX037P05 | Latijns drama: Slaven en Tirannen | Engels en Nederlands | 5 | 4 | ||
Opmerkingen | 1. De student die géén eindexamen Grieks heeft gedaan volgt de Overgangsmodules Grieks I en II in plaats van Griekse Taalvaardigheid I en II. | ||||||
» Jaar 2 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
semester I | verplicht | LQX018B05 | Griekse en Latijnse taalkunde | Nederlands | 5 | 2 | |
verplicht | LQX047B05 | Zelfstandige literatuurstudie I | Nederlands | 5 | variabel | ||
verplicht | Vrije ruimte | Engels en Nederlands | 10 | variabel | |||
semester I a | verplicht | LQX038B05 | Grieks epos | Nederlands | 5 | 4 | |
semester I b | verplicht | LQX039B05 | Latijns epos | Nederlands | 5 | 4 | |
semester II | verplicht | LQX046B10 | OZC Oude geschiedenis en archeologie | Engels en Nederlands | 10 | variabel | |
semester II a | verplicht | LQX019B05 | Griekse en Latijnse poëzie-analyse | Engels en Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | LQX043B05 | Epigrafie en papyrologie | Nederlands | 5 | 4 | ||
semester II b | verplicht | LQX026B05 | Onderzoekscollege Antieke Wijsbegeerte | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | LQX044B05 | Historiografie in de Oudheid | Engels en Nederlands | 5 | 2 | ||
» Jaar 3 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
semester I | verplicht | Minor | Engels en Nederlands | 30 | variabel | ||
keuze | LQX040B15 | MINOR Stage GLTC | Nederlands | 15 | variabel | ||
semester II | keuze | Specialisatieruimte (op gebied oudheid) | Engels en Nederlands | 5 | variabel | ||
semester II a | verplicht | LQX045B05 | Zelfstandige literatuurstudie II | Nederlands | 5 | variabel | |
verplicht | LQX052B05 | Onderzoekscollege Grieks: Theocritus | Engels en Nederlands | 5 | 2 | ||
semester II b | verplicht | LQX051B05 | Onderzoekscollege Latijn: Horatius | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | LQX999B10 | Ba-scriptie GLTC | Nederlands | 10 | variabel |
1 | Ba-scriptie GLTC | LQX999B10 | |||||||||||||||||||||||||||
Scriptie over een onderwerp naar keuze, in principe in aansluiting op een van de derdejaars onderzoekscolleges, op het gebied van Grieks, Latijn, Oude Geschiedenis, Klassieke en Mediterrane Archeologie, Antieke Wijsbegeerte, of een combinatie daarvan. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
2 | Epigrafie en papyrologie | LQX043B05 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit vak maken de studenten kennis met documentaire teksten in het Grieks en het Latijn. Na inleidende colleges over de geschiedenis van de epigrafie en over de heuristiek, krijgen de studenten oefeningen in het ontcijferen van epigrafische teksten van foto’s. Ook worden de epigrafische genres besproken. Studenten maken verder kennis met de documentaire en literaire papyrologie. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
3 | Grieks drama: Polis en Podium | LQX036P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Deze cursus bestaat uit twee bijeenkomsten van twee uur per week. Voor elk college (met uitzondering van het eerste) bereiden de studenten een passage in het Grieks voor die op college besproken zal worden wat betreft grammaticale en interpretatieve kwesties. Enkele keren zal ook een stuk secundaire literatuur ter lezing worden opgegeven en door studenten gepresenteerd worden tijdens college als achtergrond bij het gelezene. Het tentamen zal bestaan uit vragen over het gelezen pensum en alles wat er tijdens het college aan de orde is gekomen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
4 | Grieks epos | LQX038B05 | |||||||||||||||||||||||||||
De module Grieks Epos concentreert zich, na een algemene inleiding, op een aantal centrale thema’s in het Griekse epos. Daarbij staan met name de Ilias en Odyssee centraal, maar er zullen ook colleges gewijd worden aan enkele andere auteurs uit de epische traditie. Daarbij zal steeds aandacht besteed worden aan zowel de teksten zelf als aan de cultuur-historische en literair-historische inbedding ervan (bij dat laatste met speciale aandacht voor intertekstualiteit en receptie). | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
5 | Griekse en Latijnse poëzie-analyse | LQX019B05 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit college wordt een inleiding gegeven in de manier waarop moderne literatuurwetenschappelijke methodes kunnen worden gebruikt bij de interpretatie van Griekse en Latijnse poëzie. Korte Griekse en Latijnse gedichten uit verschillende genres worden gelezen en geanalyseerd. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
6 | Griekse en Latijnse taalkunde | LQX018B05 | |||||||||||||||||||||||||||
Kennismaking met de algemene en de historische taalkunde; de student leert feiten uit de taalbeschrijving van het Grieks en Latijn te plaatsen in een wijder taalkundig kader. Gedurende het hele semester leest de student zelfstandig een inleiding in de algemene taalwetenschap. Tijdens de colleges staat in het eerste blok de (historische) taalkunde (vooral van het Grieks), in het tweede blok de (moderne) taalkunde. Daarnaast leert de student omgaan met relevante digitale hulpmiddelen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
7 | Griekse Taalvaardigheid I | LQX017P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het vergroten van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op (1) het verwerven van een systematisch overzicht van de voornaamste morfologische, syntactische en syntactisch-semantische verschijnselen van het Grieks; (2) vergroting van de woordenschat; (3) training in lees- en analysevaardigheid door het lezen van geselecteerde passages Lysias. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
8 | Griekse Taalvaardigheid II | LQX021P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het vergroten van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op (1) het verwerven van een systematisch overzicht van de voornaamste morfologische, syntactische en syntactisch-semantische verschijnselen van het Grieks; (2) vergroting van de woordenschat; (3) training in lees- en analysevaardigheid door het lezen van geselecteerde passages Lysias. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
9 | Griekse Taalvaardigheid III | LQX025P05 | |||||||||||||||||||||||||||
In dit college vergroten de studenten hun (ver)taalvaardigheid van het Grieks. Aandacht wordt daarbij vooral besteed aan a) het verwerven van een systematisch overzicht van de de voornaamste syntactische en syntactisch-semantische verschijnselen van het Grieks; b) vergroting van de kennis van de stamtijden van het werkwoord; c) training in taalvaardigheid door het lezen (en waar nodig vertalen) van een dialoog van Plato. Tijdens het eerste uur worden de door de studenten gemaakte opdrachten besproken en is er ruimte voor het behandelen van vragen. Verder oefenen we met de stamtijden. In het laatste deel van dit uur wordt een inleiding gegeven op de nieuwe stof, waarbij er steeds naar wordt gestreefd om expliciet voort te bouwen op bestaande kennis. Het tweede uur staat in het teken van het lezen van de Ion, een korte dialoog van Plato. We beginnen steeds met een korte herhaling van de eerder gelezen passage; de rest van het college wordt besteed aan het lezen van de (thuis voorbereide) nieuwe passage. De besproken syntactische, semantische en pragmatische verschijnselen komen, waar relevant, expliciet terug tijdens de lectuur van de Ion. Het is belangrijk om hier duidelijk verschil te maken tussen doel en middelen van het vertaalpracticum. Het doel is om het inzicht in het Grieks en de leesvaardigheid te vergroten; de eigenlijke vertaling is slechts een middel om dit doel te bereiken (het gebruik tijdens college van een uitgeschreven vertaling is om die reden verboden). Alle toetsen die voor dit college worden afgenomen hebben de vorm van een schriftelijk tentamen. Er vinden in totaal vier toetsen plaats met een verschillende weging: - tussentoets 1 (weging: 5%): KGG Stamtijden, §§ 86 en 87, lijst A 1-60 (20 minuten); - toets 1 (weging: 40%): CGCG voor zover behandeld; gelezen stof Plato; onvoorbereide passage Plato (120 minuten); - tussentoets 2 (weging: 5%): KGG Stamtijden, §§ 86 en 87, lijst A en B (20 minuten); - toets 2 (weging: 50%): CGCG geheel; gelezen stof Plato; onvoorbereide passage Plato (120 minuten) | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
10 | Historiografie in de Oudheid | LQX044B05 | |||||||||||||||||||||||||||
This module provides an introduction to the study of historiographical Greek and Latin texts. We will read sustained sections of Herodotus book 9 and Tacitus Annales book 15 in the original. Other passages as well as other authors are read in translation. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
11 | Hoogtepunten van de klassieke literatuur | LQX038P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Op elk college wordt een periode, genre of auteur uit de antieke literatuurgeschiedenis behandeld. De belangrijkste gegevens hierover staan in een door de docenten gemaakt overzicht. Daarnaast worden geselecteerde passages uit belangrijke werken in vertaling gelezen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
12 | Inleiding op de Oud-Griekse wereld | LQX033P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het chronologisch opgezette college ´Cultuurhistorie van de oudheid´ richt zich op kennisverwerving van en inzicht in de Griekse en Romeinse beschavingen in de periode van de Oudheid. Door middel van beknopte inleidingen in de Oude Geschiedenis, Klassieke Archeologie en Filosofie van de Oudheid, die verzorgd worden door docenten van deze drie vakgroepen, richt dit vak zich op het bieden van de noodzakelijke historische en culturele context voor een beter begrip van de auteurs uit de oudheid. Aan de hand van wekelijkse colleges en opdrachten waarbij teksten uit de oudheid in een bredere historische, filosofische en/of archeologische context geplaatst worden, wordt de meerwaarde van de integratie van een tekst in een ruimere culturele context geïllustreerd en benadrukt. Het vak bestaat uit twee losse modules, een Grieks en een Romeins deel, van elk 5 ECTS. Dit eerste deel richt zich op de geschiedenis, filosofie en (materiële) cultuur van de Griekse wereld in de oudheid. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
13 | Inleiding op de Romeinse wereld | LQX034P05 | |||||||||||||||||||||||||||
De chronologisch opgezette colleges “Inleiding op de Oud-Griekse Wereld” en “Inleiding op de Romeinse Wereld” richten zich op de Griekse en Romeinse beschavingen in de periode van de Oudheid. Door middel van beknopte inleidingen in de Oude Geschiedenis, Klassieke Archeologie en Filosofie van de Oudheid, die verzorgd worden door docenten van deze drie vakgroepen, richt dit vak zich op het bieden van de noodzakelijke historische en culturele context voor een beter begrip van de auteurs uit de oudheid. Aan de hand van wekelijkse colleges en opdrachten waarbij teksten uit de oudheid in een bredere historische, filosofische en/of archeologische context geplaatst worden, wordt de meerwaarde van de integratie van een tekst in een ruimere culturele context geïllustreerd en benadrukt. Het vak bestaat uit twee modules, een Grieks en een Romeins deel, van elk 5 ECTS. Dit tweede deel richt zich op de geschiedenis, filosofie en materiële cultuur van de Romeinse wereld in de oudheid. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
14 | Latijns drama: Slaven en Tirannen | LQX037P05 | |||||||||||||||||||||||||||
De Amphitruo van Plautus en de Thyestes van Seneca zullen in hun geheel worden gelezen, grotendeels in het Latijn. Op de colleges zullen geselecteerde passages worden vertaald en besproken, en daarnaast zullen meer algemene aspecten van het Latijnse drama aan de orde komen. Iedere student houdt een korte presentatie op basis van secundaire literatuur. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
15 | Latijns epos | LQX039B05 | |||||||||||||||||||||||||||
Na een algemene inleiding over de aard en thematiek van Latijnse epiek, zal de focus in dit college liggen op Ovidius' Metamorphosen en Vergilius' Aeneis. Hierbij zal steeds aandacht besteed worden aan zowel de teksten zelf als aan de cultuur-historische en literair-historische inbedding ervan (bij dat laatste met speciale aandacht voor intertekstualiteit en receptie). Met het oog op een analyse van de poëtische aspecten van stijl en verscompositie, zullen studenten onder meer oefenen in het maken van een literaire vertaling en hun keuzes op het gebied van klank, ritme, register en andere aspecten verdedigen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
16 | Latijnse Taalvaardigheid I | LQX018P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het vergroten van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op: (a) het verwerven van een systematisch overzicht van de Latijnse morfologie; (b) het vergroten van de woordenschat; (c) het trainen in (ver)taalvaardigheid door het lezen en vertalen van geselecteerde passages uit de Latijnse literatuur | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
17 | Latijnse Taalvaardigheid II | LQX023P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het verder uitbreiden van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op: (a) het verwerven van een systematisch overzicht van de Latijnse morfologie; (b) het verwerven van een overzicht van de belangrijkste syntactisch-semantische aspecten van het Latijn; (c) het vergroten van de woordenschat; (d) het trainen in (ver)taalvaardigheid door het lezen en vertalen van geselecteerde passages uit de Latijnse literatuur. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
18 | Latijnse Taalvaardigheid III | LQX026P05 | |||||||||||||||||||||||||||
De studenten vergroten hun (taal)vaardigheid van het Latijn. De kennis van de Latijnse grammatica wordt verder uitgediept, met een focus op syntaxis, en toegepast middels lectuur van passages uit Sallustius en Cicero. Daarnaast wordt de kennis van de stamtijden uitgebreid. Wekelijks wordt een onderdeel van de syntaxis bestudeerd en toegelicht en een deel van het pensum gelezen. We oefenen syntaxis zowel op college als in zelfstudie aan de hand van opgaven gebaseerd op originele klassieke teksten. Het leespensum Sallustius/Cicero wordt door de studenten thuis voorbereid en op college gezamenlijk behandeld. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
19 | MINOR Stage GLTC | LQX040B15 | |||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
20 | Onderzoek & Verslag: academisch vaardig | LQX035P05 | |||||||||||||||||||||||||||
We beginnen met een beknopte inleiding in de geschiedenis van ons vak. Vervolgens maken we in de eerste colleges kennis met verschillende vormen van wetenschappelijke literatuur, en met de belangrijkste hulpmiddelen van de classicus: woordenboeken, commentaren, wetenschappelijke grammatica’s en digitale textdatabases. Na een korte inleiding op paleografie en tekstkritiek oefenen we het gebruik van kritische edities en het interpreteren van een kritisch apparaat. Tijdens wekelijkse schriftelijke opdrachten leert de student in de praktijk deze hulpmiddelen effectief te gebruiken. In de tweede helft van het blok krijgt de student een inleiding op het schrijven van een paper. Hoe formuleer je een vraagstelling en hoe is een goede paper opgebouwd? Hoe ziet een wetenschappelijk stijl eruit? Ook de formele kant van het onderzoek komt aan bod: bibliograferen en correct verwijzen naar primaire en secundaire bronnen. Aan het einde van het eerste blok heeft elke student een opzet gemaakt voor een korte paper. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
21 | Onderzoekscollege Antieke Wijsbegeerte | LQX026B05 | |||||||||||||||||||||||||||
Tijdens dit college staan de Platoonse Apologie en Phaedo centraal. Samen zijn deze teksten een portret van de oerfilosoof Socrates dat eeuwenlang mensen heeft geïnspireerd maar ook moeilijke filosofische vragen heeft opgeroepen. In de Apologie verantwoordt Socrates zich tegenover zijn medeburgers voor zijn levenswijze en omschrijft hij wat filosofie voor hem betekent. In de Phaedo zien we hem op de laatste dag van zijn leven in gesprek met zijn vrienden over de onsterfelijkheid van de ziel. In deze cursus onderzoeken we wie Socrates volgens Plato was, hoe hij filosofie bedreef, hoe literatuur en filosofie in Plato's werk samengaan, en waarom, volgens hem, het onkritische leven het niet waard is geleefd te worden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
22 | Onderzoekscollege Grieks: Theocritus | LQX052B05 | |||||||||||||||||||||||||||
The central focus of this course is the bucolic poetry of Theocritus. Even though bucolic poetry has predecessors in Archaic and Classical literature, it was given decisive shape by Theocritus in the Hellenistic period. The singing goatherds and countryside settings, as well as the broader poetic characteristics, of several Theocritean Idylls provided a lasting reference point for other Hellenistic poets, such as Moschus and Bion, and indeed Latin poets, chief among them Virgil. A selection of Theocritus’ Bucolic Idylls will be studied alongside both earlier and later related texts. The course will explore both broader questions of genre and the specific poetics of individual poems. Activities: - students prepare Greek texts, using commentaries and dictionaries. The texts are discussed in class - students read a selection of articles and book-sections on the topic - students prepare mini-presentations - students actively contribute to the discussion and provide feedback on the presentations of other students - students write a paper on a theme related to the topic of the seminar. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
23 | Onderzoekscollege Latijn: Horatius | LQX051B05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het is niet makkelijk de vinger te leggen op het eerste boek van Horatius’ Satiren, het eerste ons bekende boek van zijn hand. Als lezer horen we levenslessen aan, worden we meegenomen naar de straten van Rome, en krijgen we veel te horen over het satirische genre zelf. In dit college zullen we samen kijken naar dit literaire experiment, waarbij we onder andere stil zullen staan bij Horatius’ zelfrepresentatie, zijn beschrijvingen van de ‘zelfkant’ van het leven in Rome, programmatische uitspraken over literatuur, en de status van het boek als ‘pre-Augusteïsch’ werk. Studenten geven twee kleinere presentataties in de loop van het semester (één thematische, één gebaseerd op een specifieke passage), en een langere presentatie aan het eind. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
24 | Overgangsmodule Grieks I | LQX029P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het vergroten van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op (1) het verwerven van een systematisch overzicht van de voornaamste morfologische, syntactische en syntactisch-semantische verschijnselen van het Grieks; (2) vergroting van de woordenschat; (3) training in lees- en analysevaardigheid door het lezen van geselecteerde passages Lysias. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
25 | Overgangsmodule Grieks II | LQX031P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het vergroten van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op (1) het verwerven van een systematisch overzicht van de voornaamste morfologische, syntactische en syntactisch-semantische verschijnselen van het Grieks; (2) vergroting van de woordenschat; (3) training in lees- en analysevaardigheid door het lezen van geselecteerde passages Lysias. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
26 | Overgangsmodule Latijn I | LQX030P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het vergroten van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op: (a) het verwerven van een systematisch overzicht van de Latijnse morfologie; (b) het vergroten van de woordenschat; (c) het trainen in (ver)taalvaardigheid door het lezen en vertalen van geselecteerde passages uit de Latijnse literatuur | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
27 | Overgangsmodule Latijn II | LQX032P05 | |||||||||||||||||||||||||||
Het doel van dit college is het verder uitbreiden van de (ver)taalvaardigheid. Hiertoe richt het college zich op: (a) het verwerven van een systematisch overzicht van de Latijnse morfologie; (b) het verwerven van een overzicht van de belangrijkste syntactisch-semantische aspecten van het Latijn; (c) het vergroten van de woordenschat; (d) het trainen in (ver)taalvaardigheid door het lezen en vertalen van geselecteerde passages uit de Latijnse literatuur | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
28 | OZC Oude geschiedenis en archeologie | LQX046B10 | |||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
29 | Zelfstandige literatuurstudie I | LQX047B05 | |||||||||||||||||||||||||||
De student leest zelfstandig 35 pp. Grieks en 35 pp. Latijn, en mag zelf kiezen tussen onderstaande pakketten: Pakket 1 Grieks: - Homerus Ilias boek 9 - Herodotus 1.6–1.17; 1.23–1.49; 1.53–1.56.4; 1.85–1.91 Latijn: - Vergilius, Aeneis, boek 2- Livius AUC -- 1.1–1.2 Aeneas' strijd in Latium -- 1.4–1.8.3 Het leven van Romulus -- 15.6 –16.8 De dood van Romulus Of Pakket 2 Grieks: - Sophocles, Ajax 1–133, 430–595, 646–692, 719–865 - Demosthenes, Kransrede (redevoering 18) 141–198 Latijn: - Lucanus, Burgeroorlog, boek 2, selectie: 1–44, 63 (v.a. Tales pietas)–398, 439–609, 650–694, 704–736. (ΝΒ. Lees de tussengelegen passages in vertaling.) - Cicero, Tegen Catilina 3 | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
30 | Zelfstandige literatuurstudie II | LQX045B05 | |||||||||||||||||||||||||||
De studenten lezen zelfstandig een pensum van ca. 80 pagina's OCT aan Griekse of Latijnse teksten. De keuze van de teksten is vrij, maar dient te worden overlegd met de door de student zelf aan te zoeken docent(en). Het wordt sterk aanbevolen teksten te kiezen die samenhangen met het scriptieonderwerp. Het tentamen is een mondeling tentamen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||