Onderwijssociologie
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen |
Jaar | 2020/21 |
Vakcode | SOBA207A |
Vaknaam | Onderwijssociologie |
Niveau(s) | bachelor |
Voertaal | Nederlands |
Periode | semester II a |
ECTS | 5 |
Rooster | rooster.rug.nl |
Uitgebreide vaknaam | Onderwijssociologie | ||||||||||||||||
Leerdoelen | Na afloop van dit college hebben studenten de volgende kennis, inzichten en vaardigheden: Kennis 1. Weten wat de kenmerken en de kenmerkende aspecten van het Nederlandse onderwijsbestel zijn. 2. Weten wat de belangrijkste theorieën, denkers en onderzoekers op het terrein van de onderwijssociologie zijn. 3. Op de hoogte zijn van de belangrijkste hoofdvragen en vraagstukken op het terrein van het onderwijs. 4. Beschikken over specifieke kennis en inzicht over de rol van het onderwijs in sociale ongelijkheid en integratie in de samenleving. Inzicht 5. Inzicht hebben in het samenspel van overheid en markt en overheids- en marktfalen in het domein van het onderwijs. 6. Herkennen en kritisch analyseren van actuele vraagstukken op het terrein van onderwijs. 7. Kritisch analyseren van beleidsinterventies en de evaluatie daarvan. 8. Het identificeren en benoemen van dilemma’s en trade-offs tussen verschillende beleidsdoelstellingen in het onderwijs. Vaardigheden 9. De vaardigheid actuele vraagstukken te analyseren en verbinden met theoretische kennis. 10. Het zelf formuleren van antwoorden op actuele vraagstukken. 11. Het zelf formuleren van nieuwe vragen en onderzoeksvragen. 12. Communiceren en debatteren over vraagstukken in het onderwijs. |
||||||||||||||||
Omschrijving | Bij de cursus Onderwijssociologie wordt vanuit een sociologische invalshoek een overzicht gegeven van de relatie tussen onderwijs en maatschappij. Daarbij gaat de cursus in op de actuele ontwikkelingen en vraagstukken op het terrein van onderwijs, tegen de achtergrond van het samenspel van de vier ordes: markten, overheden, organisaties en de primaire orde. Het onderwijs is in Nederland een nog steeds vrijwel geheel door de overheid gefinancierde voorziening, die wordt aangeboden via een omvangrijk stelsel van (overheids-)organisaties. Specifiek Nederlands is verder de institutionele context van het onderwijs, die nog altijd wordt gekenmerkt door een verzuilde structuur met elementen van marktwerking . Dit brengt voor de onderwijsorganisaties geheel nieuwe opgaven met zich mee, en roept vragen op rond situaties van overheidsfalen en marktfalen. Uitgebreid wordt ook ingegaan op verklaringen voor onderwijsvraagstukken. |
||||||||||||||||
Uren per week | 4 | ||||||||||||||||
Onderwijsvorm | hoorcollege | ||||||||||||||||
Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) DIGITAL | ||||||||||||||||
Vaksoort | bachelor | ||||||||||||||||
Coördinator | dr. G.E. Huitsing | ||||||||||||||||
Docent(en) | dr. G.E. Huitsing | ||||||||||||||||
Verplichte literatuur |
|
||||||||||||||||
Entreevoorwaarden | |||||||||||||||||
Opmerkingen | |||||||||||||||||
Opgenomen in |
|