Faculteit | Rechtsgeleerdheid |
Jaar | 2021/22 |
Vakcode | RGMBE40206 |
Vaknaam | VAR Pleitwedstrijd |
Niveau(s) | master |
Voertaal | Nederlands |
Periode | semester II |
ECTS | 6 |
Rooster | rooster.rug.nl |
Uitgebreide vaknaam | VAR Pleitwedstrijd (Recht in Praktijk) | ||||||||
Leerdoelen | Na afloop van de VAR pleitwedstrijd zijn studenten in staat: een complexe casus te analyseren en de materieelrechtelijke en procesrechtelijke vragen te inventariseren en ordenen; deze vragen binnen de strakke termijnen te beantwoorden en, vanuit verschillende rollen (eiser dan wel verweerder), de antwoorden in qua taal en structuur correcte procesrechtelijke stukken te verwerken (beroepschrift, verweerschrift, pleitnotities, overige stukken); de standpunten mondeling op overtuigende wijze ten overstaan van een juryrechtbank (waarvan professionele rechters deel uitmaken) voor het voetlicht te brengen en de vragen van deze rechtbank adequaat te beantwoorden; uitgaande van de te verdedigen rechtspositie zowel schriftelijk als ter zitting strategisch te handelen, met respect voor de wederpartij. Beoogd wordt op deze punten een niveau te halen dat zich kan meten met wat van in de praktijk werkzame juristen wordt verlangd. | ||||||||
Omschrijving | Het algemene bestuursrecht bestrijkt vele bijzondere rechtsgebieden (omgevingsrecht, socialezekerheidsrecht, vreemdelingenrecht, etc.). In het kader van deze rechtsgebieden zijn algemene bestuursrechtelijke vragen van groot praktisch belang, zowel waar het gaat om het materiële als het procesrecht. De Vereniging voor Bestuursrecht VAR organiseert jaarlijks een (landelijke) wedstrijd waarin studenten de gelegenheid wordt geboden op hoog niveau een bestuursrechtelijke casus te behandelen. Deze casus, die zich toespitst op een van de bijzondere rechtsgebieden, vormt een mengeling van materiële en procesrechtelijke vragen. Nadat de casus door de organisatie is toegezonden aan de deelnemende faculteiten (in beginsel alle juridische faculteiten van Nederland), beginnen de studenten een analyse van deze casus te maken. Welke rechtsvragen staan centraal? Waar zitten de lastige punten die nader onderzoek vergen? Zijn er recente ontwikkelingen die extra aandacht verdienen? Na deze verkennende fase is er een schriftelijke en een mondelinge fase. In de schriftelijke fase schrijvende de studenten, afhankelijk van de toebedeelde procesrol, een beroep- of verweerschrift. Dit gebeurt onder begeleiding van twee docenten, waarbij het eigen werk op meerdere bijeenkomsten kritisch wordt doorgenomen. Op een woensdag in mei vindt aan een van de deelnemende faculteiten het pleiten ten overstaan van een juryrechtbank plaats. Dan wordt de strijd aangebonden met een of meer andere faculteiten. Ter voorbereiding op dit “afpleiten” wordt een zitting van de rechtbank bezocht en wordt een oefenbijeenkomst gehouden, waarbij een of meer ervaren rechters de oefenrechtbank vormen. Geoefend wordt in het houden van een overtuigend pleidooi alsook in het adequaat beantwoorden van (onverwachte) vragen. Wanneer de deelnemende studenten de finale bereiken, moeten zij in korte tijd een extra casus voorbereiden en deze vervolgens plenair bepleiten. |
||||||||
Uren per week | variabel | ||||||||
Onderwijsvorm | praktisch vak, zie opmerkingen | ||||||||
Toetsvorm |
paper(s), presentatie(s), zie opmerkingen
(Actieve bijdrage aan processtukken en pleiten) |
||||||||
Vaksoort | m5-niveau, juridisch | ||||||||
Coördinator | prof. mr. dr. K.J. de Graaf | ||||||||
Docent(en) | prof. mr. dr. K.J. de Graaf ,prof. dr. mr. H.D. Tolsma | ||||||||
Entreevoorwaarden | Bestuursrecht: Besluitvorming, Bestuursrecht: Inleiding, Bestuursrecht: Rechtsbescherming behaald. | ||||||||
Opmerkingen | De toets bestaat uit de beoordeling, door zowel de jury als de docenten, van de (schriftelijke) werkstukken en de (mondelinge) pleidooien. | ||||||||
Opgenomen in |
|