Faculteit | Rechtsgeleerdheid |
Jaar | 2021/22 |
Vakcode | RGAAR90405 |
Vaknaam | Recht, Religie en Samenleving |
Niveau(s) | bachelor, universitaire minor |
Voertaal | Nederlands |
Periode | semester II b (Blok 4) |
ECTS | 5 |
Rooster | rooster.rug.nl |
Uitgebreide vaknaam | Recht, Religie en Samenleving | ||||||||||||||||||||
Leerdoelen | Kennis en inzicht In dit vak verwerven studenten kennis in de algemene systematiek het geldende recht en de samenhang tussen de onderscheiden rechtsgebieden, in het bijzonder het burgerlijk recht, het staats- en bestuursrecht en het strafrecht en mensenrechten. Zij raken doordrongen van de eigen aard van de rechtsbeoefening en verkrijgen inzicht in de maatschappelijke betekenis van het recht, speciaal waar het betreft de raakvlakken tussen recht, religie en samenleving. Nadat de student dit vak heeft afgerond is hij of zij in staat complexe vraagstukken op het snijvlak van religie, staat en samenleving, in een - ook voor derden- begrijpelijk kader te plaatsen, te analyseren en zo mogelijk daaraan conclusies te verbinden. Vaardigheden en attitude Studenten kunnen met behulp van relevante wetgeving, literatuur en rechtspraak complexe vraagstukken inzake de grens tussen recht en religie, meer in het bijzonder de reikwijdte en betekenis van de vrijheid van godsdienst in maatschappelijke processen, in een juiste juridische context plaatsen. |
||||||||||||||||||||
Omschrijving | Het eerste gedeelte van de collegecyclus bestaat uit een constitutioneel-historische uiteenzetting van het beginsel van scheiding van kerk en staat. In de hedendaagse pluriforme samenleving is dat volop actueel. Betekent scheiding van kerk en staat ook scheiding van politiek en religie? Mag de overheid religieuze organisaties financieren? En wat houdt de term 'Neutrale staat' in? Voor een antwoord op deze vragen zijn ook de mensenrechten erg belangrijk. In het tweede gedeelte staat centraal de positie van kerkgenootschappen. Naast de traditionele kerkgenootschappen wordt daarbij in het bijzonder ingegaan op de islamitische geloofsgemeenschappen. Ingegaan wordt op de grenzen van de organisatievrijheid. Sharia in Nederland? Is er ruimte voor pluralistische rechtspraak? Waar ligt de grens voor kerkgenootschappen en andere religieuze gemeenschappen? Die vrijheid staat na 11 september 2001 ("9/11") onder druk. Een afzonderlijk college handelt over de wijze waarop de burgerlijke rechter conflicten met een religieuze lading beoordeelt. Wat is voorts de rol van mediation? In het derde deel wordt het centrale thema vanuit de (botsende) grondrechten belicht. Denk daarbij bijv. aan een (algemeen) burkaverbod? of 'Pluriform Uniform?' (advies inzake uiterlijke verschijningsvormen politie, CGB 2007); het Advies inzake sluiten van homohuwelijk door ambs (CGB/CRM 2008); het SGP-proces (2015); Klokluiden in Tilburg? (2011) en het Kamerdebat terzake van een verbod op ritueel slachten (2011-2020). Schrapping van het verbod op godslastering (2013). Dat het vak actueel is hoeft geen betoog. Ook op Europees niveau speelt de problematiek. Denk maar aan: 6 uitspraken van het Europees hof voor de Rechten van de Mens, o.m. De Wilde t. Nederland (2021; Kerk van het Vliegend Spaghettimonster), Lautsi t. Italië (2011; is een crucifix geoorloofd in een openbare school?) en S.A.S. t. Frankrijk (2014, mag het dragen van de burka en andere gezichtsbedekkende kleding in het openbaar worden verboden?), en 4 Hof van Justitie-arresten, o.m. het Belgisch verbod op het ritueel slachten (2020). Afzonderlijke aandacht wordt besteed aan de organisatievorming van de islamitische gemeenschappen in West-Europa in het perspectief van de verhouding kerk en staat, en aan discriminatie van werknemers op de werkvloer. Er bestaan ook strafrechtelijke grenzen aan de vrijheid om uiting te geven aan religieuze overtuigingen en de vrijheid om anderen in hun geloofsovertuiging te krenken. Denk aan de Cartoonkwesties, Fitna (2008) het Spandoek-arrest (2009), de vervolging van en uitspraken tegen Wilders (2011-2020). Begin januari 2018 verscheen de Nederlandse vertaling van de Nashvilleverklaring. Op het college 'Religie en strafrecht' is daarover zeer intensief gesproken. Het vak zindert derhalve van actualiteit. Werkwijze: Onderwijsvorm: uitgangspunt 2 uur hoorcollege. Nadere informatie over het rooster is te vinden op Studentportal (Nestor). |
||||||||||||||||||||
Uren per week | 2 | ||||||||||||||||||||
Onderwijsvorm |
hoorcollege
(7x2 uur hoorcolleges. Het uitgangspunt van de onderwijsvorm is het geven van een hoorcollege. Afhankelijk van de groepsgrootte kan het tweede uur -desgewenst- worden bestemd voor een meer casusgerichte behandeling.) |
||||||||||||||||||||
Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal) | ||||||||||||||||||||
Vaksoort | b-niveau, juridisch | ||||||||||||||||||||
Coördinator | prof. mr. dr. P.B.C.D.F. van Sasse van IJsselt | ||||||||||||||||||||
Docent(en) | drs. J. Douma ,mr. F.E. Keijzer ,mr. dr. B. Roorda ,prof. mr. dr. H.D. Wolswijk | ||||||||||||||||||||
Verplichte literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Entreevoorwaarden |
|
||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||
Opgenomen in |
|