Uitgebreide vaknaam |
Archeologisch veldwerk I |
Leerdoelen |
De student leert archeologisch veldwerk uit te voeren volgens de wetenschappelijke standaard, waarbij primaire data wordt vastgelegd en beschreven. De student krijgt inzicht in de context, doelstellingen en mogelijke interpretaties van de bij het veldwerk verzamelde gegevens en leert een opgravingsverslag op te stellen volgens de wetenschappelijke standaard. |
Omschrijving |
Bij dit vak worden de vaardigheden aangeleerd die nodig zijn om zelfstandig in archeologisch veldwerk te kunnen participeren. Hieronder vallen praktische vaardigheden in landmeetkunde, tekenwerk en archeologisch grondwerk. Het vak bestaat uit een combinatie van voorbereidende colleges (waarin de gang van zaken tijdens veldwerk wordt toegelicht, evenals de omgang met de gebruikelijk aan te treffen vondsten), practica, een tentamen en drie weken veldwerk. De deelnemers leren omgaan met landmeetkundige instrumenten (zoals de waterpas en hoekspiegel) en leren technieken om nauwkeurig met de hand in het veld locaties uit te zetten en in te meten. Door middel van praktische oefening in het documenteren (in tekening) van vlakken en profielen, wordt de deelnemers duidelijk gemaakt wat geldende eisen zijn aan archeologische standaard documenten zoals vlak- en profieltekeningen. Eveneens wordt geoefend met het accuraat en gangbaar afbeelden van veel voorkomende vondstcategorieën zoals vaatwerk en andere gebruiksvoorwerpen. Door vier weken mee te werken op archeologisch opgravingen (bij voorkeur in en rondom Groningen) worden deze vaardigheden in de praktijk toegepast en wordt er geoefend in de verschillende aspecten van het archeologisch grondwerk (zoals het zetten van coupes, schaven van vlakken en profielen, verrichten van boringen, nemen van grondmonsters en uitvoeren van primaire vondstverwerking). Gedurende de drie weken rapporteren de deelnemers dagelijks over hun werkzaamheden in dagrapporten, die in hun vorm zo veel mogelijk overeen komen met de rapporten geschreven door de opgravingsleider. Deze dagrapporten worden becommentarieerd door de docent(en) en opgenomen in het eindverslag (opgravingsverslag) dat door iedere deelnemer afzonderlijk over de opgraving wordt geschreven. |
Uren per week |
variabel |
Onderwijsvorm |
hoorcollege, practicum, praktische oefening, veldwerk
|
Toetsvorm |
schriftelijk tentamen, verslag
(Tentamen voorafgaand aan veldwerk)
|
Vaksoort |
propedeuse
|
Coördinator |
dr. S. Arnoldussen
|
Docent(en) |
dr. S. Arnoldussen
, student-assistent
, student-assistent
, student-assistent
|
Verplichte literatuur |
Titel |
Auteur |
ISBN |
Prijs |
Opgraven volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.2 Handleiding Groninger Instituut voor Archeologie, RUG |
Nieuwhof, A. & S. Arnoldussen, 2012 |
|
€
20,00
|
Bovenstaande is verkrijgbaar bij de portier vanaf het eerste college. |
|
|
|
Overige verplichte literatuur middels studiehandleiding ontsloten. |
|
|
|
|
Entreevoorwaarden |
Ingeschreven staan als voltijds student Archeologie. |
Opmerkingen |
Werkvorm veldwerk: per week groepsgewijs onder begeleiding van wetenschappelijk- en technisch personeel. |
Opgenomen in |
|