1 | Arbeidsovereenkomstenrecht | RGMHA00106 |
Tijdens de hoorcolleges worden verschillende arbeidsrechtelijke thema's besproken. Aan de orde komen onder andere: het kwalificatievraagstuk (werknemer of zzp'r; platformarbeid), aspecten van loon, bijzondere bedingen, wijziging van de arbeidsovereenkomst, overgang van onderneming, ziekte van de werknemer (civielrechtelijke aspecten), aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen, gelijke behandeling, de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, ontbindende voorwaarde. Bijzondere aandacht is er voor het ontslagrecht (drie of vier colleges). In de colleges wordt, waar relevant, ingegaan op de verhouding tussen de 'bijzondere' arbeidsrechtelijke regels en het algemene contractenrecht. Bij de behandeling is er, waar mogelijk, aandacht voor de Europese herkomst van de regels. Enkele colleges zullen worden verzorgd door docenten "uit de praktijk", bijv. een college over procederen in ontslagzaken. |
|
| terug naar boven |
|
2 | Bijzondere Overeenkomsten | RGMPR03506 |
Verbintenissenrecht c.s. biedt een verdieping in de systematiek en werking van het verbintenissenrecht aan de hand van twee samenhangende thema's: bijzondere overeenkomsten en algemene leerstukken. Voortbouwend op de kennis die op bachelorniveau is verworven, wordt ingegaan op een aantal belangrijke overeenkomsten, zoals koop, opdracht en vaststelling. Gekeken wordt naar de inhoud van deze in boek 7 geregelde contracten in samenhang met het algemene rechtshandelingen- en overeenkomstenrecht in de Boeken 3 en 6 BW. Voorts wordt ingegaan op de Europese achtergrond van een aantal van deze contracten (bijvoorbeeld koop op afstand, consumentenkoop). Verder wordt een aantal algemene leerstukken aan de orde gesteld: samenloop, nietigheid en verjaring. Gelden bijvoorbeeld naast de bijzondere regels over koop op afstand, onverkort de algemene regels over (koop)overeenkomsten (een vraag van samenloop)? Kan een contract dat dwingend recht van Boek 7 schendt deels geldig zijn of zelfs worden geconverteerd in een volledig geldig contract (vragen van nietigheid)? Hoe lang kunnen rechten worden uitgeoefend (een vraag van verjaring)? Uiteraard komt niet alleen de regelgeving aan de orde, maar ook hoe in rechtspraak en rechtspraktijk met deze problemen wordt omgegaan. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. mr. dr. C.M.D.S. Pavillon | Docent(en) | prof. mr. dr. H.E. Boschmaprof. mr. dr. C.M.D.S. Pavillonmr. L.B.A. Tigelaarprof. mr. dr. A.J. Verheij | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Burgerlijk Recht 2 geadviseerd
- Burgerlijk Recht 3 geadviseerd.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2019 het vak Verbintenisrecht C.S. met vakcode RGMPR01306 hebben afgelegd.
| Opmerkingen | Dit vak wordt live gegeven in blok 1 en extra aangeboden via online colleges met 1 responsiecollege in blok 4. Eén (extra) tentamenkans in blok 4. |
|
| terug naar boven |
|
3 | Civiele Rechtspleging | RGMPR10206 |
De actualiteit en het groeiend praktisch belang van de procesrechtelijke dimensie van het recht, dwingen om aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen. - Bewijsrecht: het bewijsrecht geeft regels voor de vaststelling van feiten op grond waarvan de rechter moet beslissen. De juiste verhouding tussen de feitelijke en juridische grondslag van een in het privaatrecht wortelende aanspraak raakt de kern van het civiele geding, speelt een cruciale rol in de verwezenlijking van materieelrechtelijke aanspraken en is van groot belang voor het vertrouwen van het publiek in de rechtspraak. Via het proces stroomt de werkelijke wereld door middel van de regels van het bewijs het recht binnen. - De tendens om door middel van voorlopige en bewarende maatregelen het executierisico te beperken en een tijdelijk noodverband te leggen neemt steeds grotere vormen aan. Het is snel recht, maar tijdelijk en onzeker. - De dwangsomveroordeling is het instrument om tegemoet te komen aan de wens om het executierecht zo in te richten dat degene die in het gelijk gesteld is, krijgt waar hij recht op heeft. Daardoor is het recht in staat het toenemende aantal verplichtingen anders dan het betalen van een geldsom af te dwingen. - De digitalisering van de civiele rechtspraak verloopt moeizaam, maar zal vroeger of later haar beslag krijgen -reden genoeg om aan dit praktische aspect aandacht te besteden. - Als laatste wordt aandacht besteed aan de geschilafhandeling buiten de overheidsrechter om als uiting van de trend tot zelfregulering, partijautonomie en de wens om de gang naar de rechter te vermijden. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. P. Koerts | Docent(en) | mr. P. Koertsprof. mr. A.I.M. van Mierlo | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2019 het vak Burgerlijk Procesrecht 2 met vakcode RGMPR00106 hebben afgelegd.
- Geadviseerd: Burgerlijk Procesrecht.
|
|
| terug naar boven |
|
4 | Collectief Arbeidsrecht | RGMHA00206 |
Tijdens de hoorcolleges worden vier thema’s besproken: 1. CAO-recht: - De ontwikkeling van collectieve arbeidsvoorwaardenvorming in Nederland; - Recht op (toelating tot) collectieve onderhandelingen; - Vakverenigingsrecht; - Inhoud, werking en uitleg van CAO’s; - Algemeenverbindendverklaring van CAO’s en nawerking; - Samenloop van CAO's (waaronder samenloop als gevolg van overgang van onderneming) 2.Het recht op collectieve actie: - Nederlandse jurisprudentie (toetsingsmodel Hoge Raad) - Grensoverschrijdende collectieve acties 3.Medezeggenschapsrecht: - Het advies- en instemmingsrecht van de ondernemingsraad; - De ondernemingsovereenkomst - De verhouding vakbond-ondernemingsraad - Primaat van de politiek - Enqueterecht vakbonden 4. Reorganisatie: - Collectief ontslag (WMCO) - Sociaal plan - Wijziging van arbeidsvoorwaarden
In de hoorcolleges zullen ter voorbereiding op het tentamen casus worden besproken. Ongeveer twee colleges zullen worden gegeven door een gastspreker. |
|
| terug naar boven |
|
5 | Europees Arbeidsrecht | RGMHA03006 |
De Europese invloeden op het Nederlandse arbeidsrecht worden steeds groter. Een groot deel van het Nederlandse arbeidsrecht komt uit Europa, denk bijvoorbeeld aan de rechtsregels inzake gelijke behandeling, arbeidstijden, en overgang van onderneming. Het overgrote deel van die regelgeving is afkomstig van de Europese Unie. Het is daarom steeds lastiger het Nederlandse arbeidsrecht te kennen zonder kennis van het Europese arbeidsrecht. Daarnaast werken steeds meer werknemers in Europa tijdelijk ‘over de grens’, denk aan internationale detachering in de bouw- en transportsector. Dat roept niet alleen veel arbeidsrechtelijke vragen op, maar leidt soms ook tot weerstand(social dumping, uitbuiting van werknemers).
In dit vak zullen onder andere de volgende onderwerpen de revue passeren: het sociale beleid en de wetgevingsinstrumenten van de Europese Unie, de open methode van coördinatie (OMC), sociale grondrechten, het toenemende belang van het EU (arbeids)recht en de wisselwerking met het nationale recht, gelijke behandeling, vrij verkeer van werknemers, grensoverschrijdende detachering, overgang van onderneming. |
|
| terug naar boven |
|
6 | Goederenrecht C.S. | RGMPR00306 |
In dit vak wordt aandacht besteed aan het verhaalssysteem van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder ook de goederenrechtelijke zekerheidsrechten. Daarbij komen onder meer aan de orde het verhaalsrecht op goederen, de verschillende vormen van voorrang, vestiging en executie van (stil) pandrecht op zaken en vorderingen, hypotheek, eigendomsvoorbehoud, retentierecht, recht van reclame en (het verbod van) fiduciaire rechtsverhoudingen. Ook worden dwarsverbanden gelegd met het beslag- en executierecht en het faillissementsrecht. Naast het verhaalssysteem van Boek 3 worden de beperkte genotsrechten – vooral het erfpachtrecht en de erfdienstbaarheid - en het appartementsrecht behandeld. De te bestuderen stof bouwt voort op de vakken Burgerlijk Recht 1 en 2.
Werkwijze: Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en responsiecolleges (optioneel). |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. E.F. Verheul | Docent(en) | mr. E.F. Verheulprof. mr. dr. F.M.J. Verstijlen | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Geadviseerd: Burgerlijk recht 2.
|
|
| terug naar boven |
|
7 | Huurrecht | RGAPR90506 |
Naast de algemene bepalingen die gelden voor alle huurovereenkomsten, wordt afzonderlijk ingegaan op de huur van woonruimte en bedrijfsruimte. Op het vlak van de woonruimte wordt bijv. de overlastproblematiek behandeld, de huur voor bepaalde tijd en de opzegging op grond van dringend eigen gebruik (kan een ouder die een huis in Groningen heeft en dat heeft verhuurd, rechtsgeldig de huur opzeggen omdat zoon of dochter in Groningen komt studeren?). Ook wordt besproken welke (onderhouds)plichten voor rekening van de verhuurder danwel de huurder komen. Stilgestaan wordt verder bij het huurprijzenrecht (betaal ik voor mijn (studenten)kamer niet een te hoge huurprijs?) Eveneens komen 'onderhuur' en 'medehuur' ter sprake. Bij de bespreking van de huur en verhuur van bedrijfsruimte komt o.a. aan de orde de problematiek met betrekking tot de supermarktketens, de zgn. winkel-in-winkel-verhuur' (d.w.z. AH, die in het door haar gehuurde pand de vlees- en versafdeling' aan een afzonderlijke onderneming heeft verhuurd en besluit de versafdeling zelf te gaan exploiteren). Het vak huurrecht is voor de rechtspraktijk van groot belang, in het bijzonder voor diegenen die een loopbaan in de advocatuur ambiëren. De maatschappelijke impact van het vak komt bij alle genoemde onderdelen ter sprake. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | vacature | Docent(en) | | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is als keuzevak alleen toegankelijk voor studenten met een afgeronde juridische WO-propedeuse en voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Indien dit vak als keuzevak wordt afgerond tijdens de bacheloropleiding dan kunnen de studiepunten niet meetellen voor een masteropleiding.
|
|
| terug naar boven |
|
8 | Inleiding Criminologie | RGMCR01106 |
Het bieden van een eerste kennismaking met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na het volgen van het vak is de student in staat de volgende velden en onderwerpen binnen de criminologie te benoemen en te beschrijven, mede aan de hand van actuele ontwikkelingen op het terrein van criminaliteit en criminaliteitsbestrijding:
- Strafrechtelijke en criminologische vragen: normatief en empirisch denken
- Criminologie, politiek en beleid
- Het domein van de criminologie
- Aard en omvang van criminaliteit
- Beeldvorming rond criminaliteit
- Verklaringen voor criminaliteit
- Slachtofferproblematiek
- Reacties op criminaliteit
|
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. M. Althoff | Docent(en) | dr. M. Althoff | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is als keuzevak alleen toegankelijk voor studenten met een afgeronde juridische WO-propedeuse en voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Indien dit vak als keuzevak wordt afgerond tijdens de bacheloropleiding dan kunnen de studiepunten niet meetellen voor een masteropleiding.
| Opmerkingen | Dit vak wordt live gegeven in blok 1 en extra aangeboden via online colleges met 1 responsiecollege in blok 4. Eén (extra) tentamenkans in blok 4. |
|
| terug naar boven |
|
9 | Insolventierecht | RGAHA90206 |
Het insolventierecht regelt de verhouding van door financieel onvermogen in betalingsmoeilijkheden verkerende schuldenaren tot hun schuldeisers. In dit vak wordt eerst aandacht besteed aan de mogelijkheden voor de schuldenaar om buiten een insolventieprocedure om tot een akkoord met de schuldeisers te komen. Daarna worden verschillende insolventieprocedures behandeld, nl. de surseance van betaling en het faillissement. Belangrijke onderwerpen die aan bod komen zijn: - De gevolgen die de opening van deze procedures hebben voor de positie van degenen die partij zijn bij overeenkomsten met de insolvente schuldenaar
- De positie van schuldeisers met een pand- of hypotheekrecht dan wel een retentierecht na opening van een insolventieprocedure
- De positie van de fiscus na opening van een insolventieprocedure
- Taken en aansprakelijkheid van de faillissementscurator
- Faillissementspauliana en verrekening in faillissement
- Vereffening van de boedel
- Grensoverschrijdende insolventieprocedures
|
|
| terug naar boven |
|
10 | Internationaal Arbeidsrecht | RGMHA51106 |
Het vak Internationaal Arbeidsrecht besteedt aandacht aan het internationale arbeidsrecht in ruime zin. Startpunt zijn de Conventies en Aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Hierbij komen belangrijke onderwerpen aan bod die in de andere verplichte vakken niet of nauwelijks zijn behandeld, zoals kinderarbeid en dwangarbeid. Daarnaast is er aandacht voor de ‘meerlagigheid’ van het arbeidsrecht: sommige onderwerpen zijn zowel in het kader van de ILO, de EU, het EVRM, het ESH en het nationale arbeidsrecht geregeld. Hoe moet de jurist omgaan met al deze verschillende rechtsbronnen, met name in geval van conflict tussen die lagen? |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. dr. H.H. Voogsgeerd | Docent(en) | Gastdocent(en)mr. dr. H.H. Voogsgeerd | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | paper | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die volledig toegelaten zijn tot een Master opleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Dit vak staat niet open voor uitwisselingsstudenten van een andere Faculteit.
- Ofwel Collectief Arbeidsrecht ofwel Europees Arbeidsrecht hebben behaald met minimaal een 5.
- Niet af te leggen indien International Labour Law (RGMHA50606) is behaald voor 1-9-2020.
|
|
| terug naar boven |
|
11 | Internationaal en Europees Strafrecht | RGMSR01506 |
De student raakt vertrouwd met het complexe en meervoudige karakter van internationaal strafrecht, waarbij aandacht is voor de daaraan verbonden samenhang, ontwikkelingen en grenzen, en de specifieke wijze waarop de nationale rechtsorde wordt beïnvloed. De instrumenten van de Raad van Europa en van de Europese Unie nemen in dit kader een belangrijke plaats in. De student verkrijgt specialistische kennis van en grondig inzicht in bronnen en beginselen van zowel internationaal strafrecht als Unierecht, positieve verplichtingen, jurisdictierecht en diverse vormen van internationale rechtshulp, waaronder uitlevering/overlevering, de overdracht van strafexecutie en kleine rechtshulp. De student is in staat zelfstandig rechtsvragen met een internationaalrechtelijke of Europeesrechtelijke component te herkennen, daarbij de juiste bronnen en hiërarchische verhoudingen te betrekken, en op basis daarvan tot een gewogen antwoord te komen.
In de colleges en de literatuur wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: • bronnen en beginselen van internationaal strafrecht • de plaats van internationaal strafrecht in de nationale rechtsorde • de Raad van Europa, het EVRM en positieve verplichtingen • bronnen en beginselen van het strafrecht van de Europese Unie • jurisdictierecht • rechtshulprecht, waaronder het recht met betrekking tot uitlevering, overlevering, de overdracht van vervolging en van executie, en kleine rechtshulp • rechtshulprecht binnen de EU: rechtshulp op grond van wederzijdse erkenning |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. dr. W. Geelhoed | Docent(en) | mr. dr. W. Geelhoedmr. dr. V.H. Glerum | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
| Opmerkingen | - Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-07 het vak Internationaal Strafrecht hebben gehaald.
|
|
| terug naar boven |
|
12 | Internationaal Privaatrecht | RGMPR00506 |
In internationale gevallen is het niet altijd vanzelfsprekend dat het Nederlandse recht van toepassing is of dat de Nederlandse rechter bevoegd is over een geschil te oordelen. Over de vraag wanneer dit wel en wanneer dit niet het geval is, beslissen regels van internationaal privaatrecht (IPR). IPR kan worden omschreven als nationaal recht dat erop is gericht problemen die voortvloeien uit de samenloop van nationale rechtstelsels bij internationale privaatrechtelijke rechtsverhoudingen te reguleren. Het omvat regels inzake de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter (internationaal jurisdictierecht), inzake de vraag naar het toepasselijke recht (conflicten- of verwijzingsrecht) en regels inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen (internationaal executierecht). Steeds vaker ook komen deze regels in geharmoniseerde vorm in verordeningen vanuit Brussel tot ons. Door de groei van het internationale rechtsverkeer wordt de Nederlandse jurist (rechter, notaris, advocaat etc.) steeds vaker geconfronteerd met vragen van internationaal privaatrecht. Een gedegen kennis van dit vakgebied is dan ook van belang. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. mr. dr. M.H. ten Wolde | Docent(en) | mr. J.G. Knotprof. mr. dr. M.H. ten Wolde | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
| Opmerkingen | Dit vak wordt live gegeven in blok 2 en extra aangeboden via online colleges en 1 responsiecollege in blok 3 (één tentamenkans, gelijk met hertentamen in blok 3). |
|
| terug naar boven |
|
13 | Jeugdrecht | RGAPR90606 |
Tot dit vak behoren zowel een civielrechtelijk als een strafrechtelijk deel. In het civielrechtelijk deel zullen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde komen: minderjarigheid, handelings(on)bekwaamheid, (ouderlijk) gezag, kinderbeschermingsmaatregelen m.b.t. het ouderlijk gezag, kind en echtscheiding, afstammingsrecht en adoptie. Tot het strafrechtelijk deel behoren het materiële jeugdstrafrecht (Boek I, Titel VIIIA WvSr) en het jeugdstrafprocesrecht (Boek IV, Titel II WvSv) in relatie de fundamentele rechten en vrijheden die voortvloeien uit het EVRM en het Internationaal verdrag tot bescherming van de rechten van het kind (IVRK). |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. mr. dr. L.C.A. Verstappen | Docent(en) | dr. mr. M.J.F. van der Wolfprof. mr. dr. L.C.A. Verstappen | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is als keuzevak alleen toegankelijk voor studenten met een afgeronde juridische WO-propedeuse en voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Indien dit vak als keuzevak wordt afgerond tijdens de bacheloropleiding dan kunnen de studiepunten niet meetellen voor een masteropleiding.
|
|
| terug naar boven |
|
14 | Masterscriptie 12 ec | RG00061012 |
Nadere eisen en richtlijnen
Nadere eisen en richtlijnen m.b.t. scriptie zijn opgenomen in het scriptiereglement. Zie Kennisbank Rechten voor meer informatie.
Voorbereiding
Ter voorbereiding op het schrijven van een scriptie organiseert de faculteit een scriptievoorbereidingstraject, bestaande uit een hoorcollege (4 x per jaar), een bibliotheekinstructie en een scriptiepracticum. De student is verplicht de onderdelen scriptiecollege en bibliotheekinstructie van het scriptievoorbereidingstraject te volgen alvorens een scriptieonderwerp ter goedkeuring voor te leggen aan de scriptiecoördinator. Het volgen van het onderdeel scriptiepracticum is facultatief, maar wordt sterk aanbevolen. Voor bijzonderheden over het Scriptievoorbereidingstraject zie de vakomschrijving in Ocasys. Hierin is informatie opgenomen over de onderdelen van het traject en speciale literatuur die bij het schrijven van een scriptie wordt aanbevolen. Voor Masterstudenten Internationaal en Europees Recht geldt een apart engelstalig scriptievoorbereidingstraject (Thesisclass) zie de vakomschrijving in Ocasys.
Een artikel in Ars Aequi of een ander wetenschappelijk tijdschrift kan ook als een scriptie worden gehonoreerd, mits hierover tevoren overleg is gepleegd met de docent die anders als scriptiebegeleider zou zijn opgetreden. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Docent(en) | | ECTS | 12 | Entreevoorwaarden | Uitsluitend toegankelijk voor masterstudenten. | Opmerkingen | Live online college: zie Forum Scriptorum op Studentportal (overige colleges) |
|
| terug naar boven |
|
15 | Materieel Strafrecht | RGMSR00306 |
In dit vak wordt aandacht besteed aan een aantal onderdelen van het materiële strafrecht, die in het kader van de strafrechtelijke bachelorvakken nog niet uitvoerig aan de orde zijn gekomen. Het betreft enerzijds een aantal algemene leerstukken, zoals het legaliteitsbeginsel, de ne bis in idem-regel van art. 68 Sr en de problematiek van het strafrechtelijk overgangsrecht. Anderzijds wordt aandacht besteed aan een aantal groepen van delicten, zoals vermogensdelicten, valsheidsdelicten, zedendelicten en verkeersdelicten. In onderlinge samenhang met deze delicten zullen bijv. ook de samenloopregeling en het leerstuk specialis-generalis worden behandeld. |
|
| terug naar boven |
|
16 | Mededingingsrecht | RGMEE00206 |
Het vak wordt gegeven door middel van hoorcolleges en werkgroepen; laatstgenoemde zullen in de tweede helft van het semester plaatshebben. Ook tijdens de hoorcolleges wordt uitgegaan van participatie van de studenten. Deelname aan de werkgroepen is facultatief. Tijdens deze werkgroepen zullen studenten casus oplossen en oefenen met tentamenvragen die een kritische analyse van het recht vergen.
De volgende onderwerpen komen aan de orde:
- Beginselen van mededinging als economisch fenomeen (marktafbakening, marktvormen en hun verband met de gedragingen en prestaties) - Beginselen van mededingingsrecht - Het kartelverbod (art. 101 VWEU/6 Mw.) - Het verbod van misbruik van een machtspositie (art. 102 VWEU/24 Mw.) - De controle op concentraties (Vo. 139/2004 en Hfdst. 5 Mw.) - Het verbod van staatssteun (art. 107 VWEU) - Mededingingsrecht ten aanzien van overheidsingrijpen in de mededinging (art. 106 VWEU en de nuttig effect doctrine) - Handhaving van de mededingingsregels - Rechtsbescherming in het mededingingsrecht |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. mr. dr. H.H.B. Vedder | Docent(en) | prof. mr. dr. H.H.B. Vedder | Onderwijsvorm | hoorcollege, werkgroep | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Verplicht: Europees Recht.
- Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Dit vak is niet toegankelijk voor studenten die het vak Competition law hebben gevolgd of volgen.
|
|
| terug naar boven |
|
17 | Omgevingsrecht | RGMBE02406 |
Het omgevingsrecht is het recht betreffende de fysieke leefomgeving. Het milieurecht en het ruimtelijk bestuursrecht vormen belangrijke onderdelen van het omgevingsrecht. Beide rechtsgebieden komen in dit vak aan de orde. Daarnaast is in elk geval aandacht voor het natuurbeschermingsrecht. In de praktijk is binnen de genoemde rechtsgebieden veel samenhang en het ene rechtsgebied beïnvloedt niet zelden het andere gebied. In toenemende mate wordt gestreefd naar afstemming en integratie van de rechtsgebieden. Dat heeft onder andere geleid tot de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en zal leiden tot de invoering van de centrale Omgevingswet.
Onderwerpen die aan de orde komen zijn: - bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling (Wro) - omgevingsvergunningen in verschillende vormen en voor verschillende onderwerpen, zoals bouwen en milieu (Wabo) - (milieu)beleidsplannen, (milieu)kwaliteitseisen en (milieu)effectrapportages (Wm); - Natuurbeschermingsrecht voor het beschermen van gebieden en soorten (Wet natuurbescherming) - De doorwerking van (internationale en Europese) beginselen, de handhaving en de rechtsbescherming in het omgevingsrecht |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. mr. dr. K.J. de Graaf | Docent(en) | prof. mr. dr. K.J. de Graafprof. dr. mr. H.D. Tolsmaprof. mr. dr. G.A. van der Veen | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is als keuzevak alleen toegankelijk voor studenten met een afgeronde juridische WO-propedeuse en voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Indien dit vak als keuzevak wordt afgerond tijdens de bacheloropleiding dan kunnen de studiepunten niet meetellen voor een masteropleiding.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2015 het vak Omgevingsrecht 1 hebben afgelegd.
|
|
| terug naar boven |
|
18 | Ondernemingsrecht 1 (NV- en BV Recht) | RGMHA00606 |
Het vak Ondernemingsrecht I geeft inzicht in een aantal kernthema's van het ondernemingsrecht. De volgende onderwerpen worden behandeld:- kenmerken vennootschapsrecht; vennootschap in oprichting;
- kapitaalbescherming: bijeenbrengen en instandhouden van het kapitaal;
- aandeelhouders;
- interne organisatie; besluitvorming; bevoegdheden organen; oligarchie;
- nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten;
- vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang;
- concernverhoudingen;
- jaarrekening en decharge;
- onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid van bestuurders.
Tijdens de colleges zal aandacht worden besteed aan actuele ontwikkelingen. |
|
| terug naar boven |
|
19 | Ondernemingsrecht 2 | RGMHA02006 |
Centraal staat de analyse en toepassing van een aantal regelingen waarmee is beoogd een evenwicht te creëren tussen de belangen van de aandeelhouders, werknemers en schuldeisers enerzijds en de belangen van het bestuur van de vennootschap anderzijds. In dit kader wordt aandacht besteed aan verschillende regels van effectenrechten vennootschapsrecht. Aan de orde komen onder meer: corporate governance en aandeelhoudersactivisme, structuurvennootschappen, regels omtrent toezicht op financiële markten, effectenverkeer, openbare biedingen, conflicten in de onderneming, de positie van minderheidsaandeelhouders en medezeggenschap van werknemers. |
|
| terug naar boven |
|
20 | Overheid en Privaatrecht | RGMBE03006 |
De invalshoek van het vak is de overheidsaansprakelijkheid. Het vraagstuk van de aansprakelijkheid van de overheid voor door haar veroorzaakte schade vertoont zowel overeenkomsten als verschillen met het aansprakelijkheidsrecht zoals dat in het rechtsverkeer tussen burgers geldt. Daarbij worden zowel de grenzen tussen privaat- en publiekrecht als die tussen rechtmatige en onrechtmatige daad overschreden. De overheid kan bij de uitoefening van haar taken uiteraard fouten maken en is daarvoor op grond van de onrechtmatigheid van dat foutieve handelen aansprakelijk. Zowel het publiekrecht als het privaatrecht geeft daarvoor een basis. Dat onrechtmatig handelen kan zowel publiek- als privaatrechtelijk overheidshandelen betreffen. Zowel de bestuursrechter als de burgerlijke rechter vervullen in dit kader een rol. Maar niet alleen schade, veroorzaakt door op zichzelf onrechtmatig handelen kan tot aansprakelijkheid van de overheid leiden. Ook schadeveroorzakend handelen dat op zichzelf rechtmatig en zelfs geboden kan zijn, kan tot aansprakelijkheid leiden. Deze aansprakelijkheid kan gebaseerd zijn op wet- en regelgeving (bijv. onteigeningswet en art. 6.1 Wet ruimtelijke ordening) maar ook op algemene rechtsbeginselen (m.n. het égalitébeginsel). In het vak zullen de grondslagen van het overheidsaansprakelijkheidsrecht, de rechterlijke competentieverdeling en enkele specifieke voorbeelden worden besproken. Ter verdieping van het inzicht in het nationale rechtssysteem en ter verbreding van de kennis van het aansprakelijkheidsrecht over de nationale grenzen heen zal ook aandacht worden geschonken aan de basiselementen van het overheidsaansprakelijkheidsrecht in andere rechtsstelsels. |
|
| terug naar boven |
|
21 | Personen- en Familierecht | RGMPR00606 |
Op het personen- en familierecht in brede zin, een rechtsgebied waarmee iedereen wel eens te maken krijgt, hebben maatschappelijke ontwikkelingen veel invloed gehad. Dit blijkt bijvoorbeeld uit recente wetswijzigingen, zoals de Wet openstelling huwelijk voor twee personen van hetzelfde geslacht, wetsvoorstellen en jurisprudentie. Op het college komen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde:- afstammingsrecht
- (gezamenlijk) gezag / gezamenlijke voogdij
- naamrecht
- samenleven
- geregistreerd partnerschap
- huwelijk en echtscheiding
- curatele, onderbewindstelling en mentorschap
- erfrecht
|
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. dr. I. Visser | Docent(en) | prof. mr. F. Ibilimr. dr. J.H.M. ter Haarprof. mr. dr. L.C.A. Verstappenmr. dr. I. Visser | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is als keuzevak alleen toegankelijk voor studenten met een afgeronde juridische WO-propedeuse en voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Indien dit vak als keuzevak wordt afgerond tijdens de bacheloropleiding dan kunnen de studiepunten niet meetellen voor een masteropleiding.
|
|
| terug naar boven |
|
22 | Personenschade: Theorie & Praktijk | RGMPR10306 |
Onder personenschade wordt verstaan de letsel- en overlijdensschade veroorzaakt door bijvoorbeeld een verkeersongeval, arbeidsongeval, medische fout of geweldsincident. Daarbij kunnen zich tal van vraagstukken voordoen op het gebied van het aansprakelijkheids-, schadevergoedings- en verzekeringsrecht. Personenschade is een maatschappelijk relevant thema, omdat deze vorm van schade in onze moderne samenleving onvermijdelijk is maar zeer diep kan ingrijpen in iemands (gezins)leven. Daarbij hebben niet alleen getroffenen, maar ook de tot vergoeding van de schade aangesprokenen belang bij duidelijkheid en een zo soepel mogelijk verloop van de schaderegeling. In de praktijk blijken zich telkens weer nieuwe complexe schadegevallen voor te doen en is de afwikkeling van personenschade inmiddels een zelfstandig specialisme geworden. Personenschade heeft tevens de aandacht van de wetgever en politiek, en komt geregeld aan bod in de media. Ook in Europees verband is er aandacht voor personenschade, getuige bijvoorbeeld de toenemende rechtspraak hierover van het EHRM. De materie wordt vanuit verschillende invalshoeken benaderd en het vak is in de eerste plaats geschikt voor studenten met een privaatrechtelijke belangstelling. Ook rechtenstudenten uit andere richtingen kunnen aan dit vak deelnemen, maar die moeten ermee rekening houden dat zij zich extra zullen moeten inspannen. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. mr. dr. A. Kolder | Docent(en) | prof. mr. dr. A. Kolder | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2020 het vak Letselschade en Beroepsziekten (RGAPR90706) hebben behaald.
|
|
| terug naar boven |
|
23 | Recht Decentrale Overheden | RGMST01006 |
Stilgestaan wordt bij de staatsrechtelijke positie van en de verhouding tussen de diverse ambten en organen. Niet alleen vanuit de bestuursstructuur, maar ook met aandacht voor de politieke cultuur en de historische ontwikkeling. Naast deze institutionele kwesties is er ook aandacht voor de functionele aspecten: de gemeente als lokale democratie, lokale rechtsstaat en lokale verzorgingsstaat. Hoe besluit een gemeente over taken van handhaving, zorg en dienstverlening en hoe voert de gemeente deze uit? Hoe worden bevoegdheden verdeeld? Hoe komt de gemeente aan zijn middelen en hoe ziet de financiële functie eruit (financieel statuut, begroting/rekening en belastingen)? Dan is er natuurlijk nog de vraag naar de toekomst van het lokaal bestuur. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van de bestuurskracht van gemeenten, de bestuurlijke drukte op regionaal niveau en de grootstedelijke problematiek. Is het antwoord daarop opschaling of samenwerking, of zelfs differentiatie tussen gemeenten? Bijvoorbeeld de verdampte lokale autonomie: waarom lukt decentralisatie van taken niet en hoe kunnen gemeenten meer ruimte krijgen? Bijvoorbeeld de legitimatie van het gemeentebestuur: waarom lopen verkiezingsopkomsten terug en hoe erg is dat? |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. W v.d. Woude | Docent(en) | prof. mr. dr. H.E. Broring A.J. Munnekemr. W v.d. Woude | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
| Opmerkingen | Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-08 Recht Lagere Overheid hebben gehaald. |
|
| terug naar boven |
|
24 | Sanctierecht | RGMSR00406 |
Het vak sanctierecht houdt zich bezig met de regelingen voor de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties. Het sanctiestelsel staat centraal. Aandacht zal worden besteed aan zowel vermogenssancties als vrijheidsbenemende sancties en zowel aan straffen als maatregelen. Tijdens de hoorcolleges zullen onder meer de externe en interne rechtspositie van gedetineerden en terbeschikkinggestelden aan de orde komen. Belangrijke regelingen zijn artikel 3, 5 en 8 EVRM, de Penitentiaire Beginselenwet en de Beginselenwet terbeschikkinggestelden. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. mr. M.J.F. van der Wolf | Docent(en) | prof. mr. S. Struijkdr. mr. M.J.F. van der Wolf | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
|
|
| terug naar boven |
|
25 | Seminaar Togamaster (Rechtspleging) | RGMPR02806 |
In de Togamaster komen studenten uit verschillende specialisaties binnen de opleiding Nederlands Recht, met verschillende studieroutes. Om de band tussen studenten en docenten te bevorderen wordt een gemeenschappelijk seminaar ingesteld. Hierdoor wordt voorkomen dat de studie een te zeer geïndividualiseerd karakter krijgt. Het Seminaar Rechtspleging heeft een totale omvang van 6 ec en is als volgt over de semesters verdeeld: - deel 1: jaar 4 - 1e semester: schrijfpracticum; bibliotheekinstructie
- deel 2: jaar 4 - 2e semester: terugkomdagen en presentaties ethiek door de studenten;
- deel 3: jaar 5 - 1e semester: papers/presentatie en colleges Vergelijkend Bewijsrecht.
|
|
| terug naar boven |
|
26 | Sociale Zekerheidsrecht | RGMBE01006 |
Het keuzevak vangt aan met het leggen van een kennisfundament van het Nederlandse socialezekerheidstelsel. Dit gebeurt aan de hand van enkele hoorcolleges. Om het kennisfundament te toetsen wordt al in week drie een MC-tentamen afgenomen, waarvan een deel van de vragen door de cursisten zelf wordt voorbereid en ingeleverd. Vervolgens wordt een aantal colleges verzorgd waarin aandacht wordt besteed aan twee thema’s (die van jaar tot jaar variëren). Het ene thema heeft raakvlakken met het arbeidsrecht, het ander thema met het bestuursrecht. Tijdens de colleges worden gerichte onderzoeksopdrachten uitgezet. Op basis hiervan moeten de studenten alleen of in samenwerking met anderen een paper schrijven. In de laatste bijeenkomsten moeten de papers worden verdedigd. In het keuzevak wordt telkens een bijzonder gastcollege of excursie georganiseerd. Studenten zijn betrokken bij de organisatie. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. dr. G.J. Vonk | Docent(en) | prof. dr. G.J. Vonk | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | paper, tussentoets | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid. |
|
| terug naar boven |
|
27 | Staats- en Bestuursr. in Eur. Perspect. | RGMST00906 |
In dit vak staat de verhouding van het nationale staats- en bestuursrecht tot het Europese recht centraal. Daarbij gaat het om de relatie tussen het positieve Unierecht en het Nederlandse staats- en bestuursrecht, de relatie tussen Europese instellingen en Nederlandse organen en de vraag hoe die relatie begrepen moet worden. Europese leerstukken, zoals bij voorbeeld rechtstreekse werking, wordt niet alleen bestudeerd om ze te kunnen toepassen, ook worden ze vergeleken met hun Nederlandse equivalent. De mogelijke spanningen die daarbij ontstaan zijn het interessantst. Drie onderwerpen verdienen hierbij speciale aandacht: 1. Soevereiniteit en democratie; 2. Aanbestedingsrecht; 3. Subsidierecht. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. M. Duchateau | Docent(en) | mr. M. Duchateauprof. mr. dr. S.H. Ranchordás | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen; open boek) (digitaal indien mogelijk), take home tentamen | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2016 het vak Staats- en Bestuursrecht in Communautair Perspectief hebben afgelegd.
| Opmerkingen | - Op Studentportal (Nestor) staat nadere informatie over het vak.
|
|
| terug naar boven |
|
28 | Staats en Bestuursr.: Rechtsvergelijking | RGMST01306 |
Het mastervak Staats- en bestuursrecht: rechtsvergelijking verdiept de kennis die is opgedaan in de staats- en bestuursrechtelijke bachelorvakken op een aantal terreinen. Dat doet het door de leerstukken die in die vakken zijn behandeld te vergelijken met equivalenten daarvan in verschillende met Nederland vergelijkbare staten. Het doel daarvan is tweeledig. In de eerste plaats wordt zo een beter inzicht verkregen in de werking van het Nederlandse recht, juist doordat in de vergelijking de vanzelfsprekendheden en vooronderstellingen van het Nederlandse systeem worden blootgelegd. In de discussie of het in Nederland beter kan, kan het buitenland bovendien tot op zekere hoogte als inspiratiebron dienen.
In de tweede plaats is het Nederlandse staats- en bestuursrecht geen geïsoleerd verschijnsel. De actualiteit omvat steeds nadrukkelijker staats- en bestuursrechtelijk nieuws uit andere landen. Het is vandaag de dag van groot belang op hoofdlijnen ook kennis te hebben van de voornaamste uitgangspunten van andere landen waarmee Nederland in de praktijk, ook in Europees verband, nauwe contacten onderhoudt. Dit mastervak kent een mix van werk- en toetsvormen waarin niet alleen de docenten (zowel live als met behulp van video’s) collegegeven, maar de studenten uitdrukkelijk ook zelf aan het woord komen in papers, presentaties en peer-feedback. Daarmee ontstaan er ook enige ruimte voor studenten om zich met name te verdiepen in een onderwerp van hun keuze. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. M. Duchateau | Docent(en) | mr. M. Duchateauprof. mr. H.G. Hoogers Nog niet bekend | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | papers, presentatie(s), take home tentamen | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-10 het vak Mensenrechten in Europa hebben behaald.
- Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-2020 het vak Grondrechten (RGMST00106) hebben behaald.
|
|
| terug naar boven |
|
29 | Stage Togamaster | RGMPR80012 |
De Kennismakingsstage omvat in semester 1b een periode van in totaal zes weken, waarbinnen bij elk van de drie deelnemende organisaties/togavelden een kennismakingstage wordt gelopen. De Werkstage omvat in semester 2ab een periode van vijf maanden, waarbinnen stage wordt gelopen bij een van de deelnemende organisaties. De nadere regeling hiervan is opgenomen in het Stagereglement Togamaster. NB: De faculteit is bij dit vak afhankelijk van de medewerking van derden. Vanwege corona zijn stageorganisaties die bij de Praktijkmaster (Togamaster) betrokken zijn waarschijnlijk niet allemaal in staat om stages aan te bieden in studiejaar 2020-2021. Daarom kan de invulling van dit vak in studiejaar 2020-2021 afwijken van de omschrijving. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. E.E. Slob | Docent(en) | mr. E.E. Slob | ECTS | 12 | Entreevoorwaarden | Voor toelating Togamaster / plaatsing Stage geldt de Toelatingsregeling Togamaster, te vinden via Kennisbank Rechten. | Opmerkingen | De nadere regeling voor de Stage Togamaster is opgenomen in het Stagereglement Togamaster (zie Kennisbank Rechten.) |
|
| terug naar boven |
|
30 | Strafprocesrecht Dwangmiddelen | RGMSR00706 |
In dit vak staat het vooronderzoek in strafzaken centraal. Ingegaan wordt op enkele bijzondere dwangmiddelen, zoals de inbeslagneming van voorwerpen en daaraan gekoppelde betredings- en doorzoekingsbevoegdheden, en het voorarrest. Voorts wordt aandacht besteed aan de bijzondere opsporingsbevoegdheden, zoals de stelselmatige observatie en de infiltratie. Daarnaast wordt de positie van de functioneel verschoningsgerechtigde in het vooronderzoek besproken, alsmede die van de rechter-commissaris. Diverse deelonderwerpen worden daarbij in het licht geplaatst van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (de artt. 5, 6 en 8). In het vak wordt verder aandacht besteed aan belangrijke overeenkomsten en verschillen tussen enkele besproken dwangmiddelen uit de commune strafvordering en equivalenten uit de bijzondere wetgeving (Opiumwet, WED, WWM). Het streven is om de verworven kennis door middel van enkele gastsprekers (zoals een rechter-commissaris) af te laten zetten tegen de strafvorderlijke praktijk. |
|
| terug naar boven |
|
31 | Strafprocesrecht Rechtsmiddelen | RGMSR00806 |
Het mastervak Rechtsmiddelen is een verdiepend vak waarbij met name word voortgebouwd op de bij Strafrecht 3 behandelde stof. De verschillende rechtsmiddelen vormen de hoofdmoot van dit vak. Behandeld zullen worden het hoger beroep en het beroep in cassatie tegen rechterlijke uitspraken, alsmede de rechtsmiddelen tegen rechterlijke beschikkingen en de buitengewone rechtsmiddelen: de cassatie in het belang der wet en de herziening. Daarnaast komt aan bod het doen van verzet bij OM-afdoening, de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en gratie. Aan de orde komen vragen als welk rechtsmiddel staat in welk geval open, op welke wijze moet dit worden aangewend, hoe wordt de zaak na het instellen van een rechtsmiddel behandeld en welke beslissingen kunnen volgen. De stof wordt gedoceerd door middel van (hoor)colleges. |
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Coordinator | mr. dr. R. Robroek | Docent(en) | prof. dr. mr. A.E. Harteveldmr. dr. R. Robroek | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ECTS | 6 | Entreevoorwaarden | - Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot een masteropleiding van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
| Opmerkingen | Dit vak wordt live gegeven in blok 2 en extra aangeboden via online colleges en 1 responsiecollege in blok 3 (één tentamenkans, gelijk met hertentamen in blok 3). |
|
| terug naar boven |
|
32 | 5 hoofdvakken Nederlands Recht (6ec p/v) | RGDOS06 |
|
Faculteit | Rechtsgeleerdheid | Voertaal | Nederlands | Docent(en) | | ECTS | 24 | Entreevoorwaarden | - Zie het betreffende mastervak.
- Voor nadere informatie over de entreevoorwaarden van de Togamaster Nederlands Recht zie Kennisbank Rechten.
|
|
| terug naar boven |
|