Informatie over Ba Rechtsgeleerdheid - afstudeerrichting Fiscaal Recht
Hieronder staan het programma en de vakomschrijvingen van Ba Rechtsgeleerdheid - afstudeerrichting Fiscaal Recht Klik op de naam van een vak in een schema om naar de omschrijving te gaan.
» Jaar 1 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
semester I | verplicht | RSDOS20 | Studiestartgroepen | Nederlands | 1 | ||
semester I a | verplicht | RGPAR00310 | Algemene Rechtswetenschap 1 | Nederlands | 10 | 8 | |
verplicht | RGPRG00105 | Rechtsgeschiedenis | Nederlands | 5 | 5 | ||
semester I b | verplicht | RGPAR410AD | Algemene Rechtswetenschap 2 | Nederlands | 10 | 8 | |
verplicht | RGPAR410BD | Algemene Rechtswetenschap 2 - ITJ | Nederlands | variabel | |||
verplicht | RGPST00105 | Staatsrecht 1 | Nederlands | 5 | 6 | ||
semester II | keuze | RGDOS09 | Kies Bewust; jouw beroepsperspectief | Nederlands | variabel | ||
semester II a | verplicht | RGPBE00305 | Bestuursrecht: Inleiding | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | RGPPR00110 | Burgerlijk Recht 1 | Nederlands | 10 | 8 | ||
semester II b | verplicht | RGPAR00005 | Juridische Onderzoeksvaardigheden 1 | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | RGPSR00110 | Strafrecht 1 | Nederlands | 10 | 8 | ||
Opmerkingen |
| ||||||
» Jaar 2 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
semester I a | verplicht | RGBFI00705 | Bedrijfseconomie voor Fiscalisten | Nederlands | 5 | 6 | |
verplicht | RGBFI10110 | Inleiding Belastingrecht | Nederlands | 10 | 8 | ||
semester I b | verplicht | RGBPR00110 | Burgerlijk Recht 2 | Nederlands | 10 | 8 | |
verplicht | RGBFI00605 | Formeel Belastingrecht | Nederlands | 5 | 4 | ||
semester II a | verplicht | RGBFI00210 | Inkomstenbelasting | Nederlands | 10 | 6 | |
verplicht | RGBDOW0005 | Jur. Onderzoeksvaardigheden 2 | Nederlands | 5 | 4 | ||
semester II b | verplicht | RGBHA00010 | Handelsrecht | Nederlands | 10 | 6 | |
verplicht | RGBFI00205 | Winst | Nederlands | 5 | 6 | ||
Opmerkingen | LET OP: DE INTEKENING VOOR DE STUDENTENRECHTBANK VINDT PLAATS VOOR AANVANG VAN BLOK 1 (in augustus) VAN JAAR 3 (zie Kennisbank Rechten) | ||||||
» Jaar 3 | |||||||
Periode | Type | Code | Naam | Taal | ECTS | Uren | |
semester I a | verplicht | RGBFI00105 | Loonheffingen | Nederlands | 5 | 2 | |
verplicht | RGBFI00410 | Omzet- en Overdrachtsbelasting | Nederlands | 10 | 6 | ||
semester I b | verplicht | RGBEO00005 | Openbare Financiƫn | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | RGBEE10010 | Recht van de Europese Unie | Nederlands | 10 | 6 | ||
semester II | verplicht | RGBAR40110 | Studentenrechtbank | Nederlands | 10 | variabel | |
semester II a | verplicht | RGBFI00110 | Vennootschapsbelasting | Nederlands | 10 | 6 | |
semester II b | verplicht | RGBPR00105 | Burgerlijk Recht 3 | Nederlands | 5 | 4 | |
verplicht | RGBFI00405 | Fiscaal Comptabele Verantw. | Nederlands | 5 | 6 | ||
Opmerkingen | LET OP: DE INTEKENING VOOR DE STUDENTENRECHTBANK VINDT PLAATS VOOR AANVANG VAN BLOK 1 (in augustus) VAN JAAR 3 (zie Kennisbank Rechten) EN HET ONDERWIJS BEGINT AL IN BLOK 2
|
1 | Algemene Rechtswetenschap 1 | RGPAR00310 | |||||||||||||||||||||||||||
Dit vak bestaat uit twee onderdelen: Rechtsvorming en Rechtsvinding. In het onderdeel Rechtsvorming gaat de aandacht vooral uit naar de algemene systematiek van het geldende recht, de indelingen van het recht, de verbanden tussen de verschillende rechtsgebieden, de organisatie van de rechtspraak en de in het recht gehanteerde begrippen en basistheorieën. In relatie tot het staats- en burgerlijk recht wordt het niet nagelaten om waar mogelijk dwarsverbanden te leggen met het bestuursrecht, strafrecht, bedrijfsrecht, internationaal en Europees recht. Waar mogelijk wordt stilgestaan bij actuele juridische ontwikkelingen. In het onderdeel Rechtsvinding vormen de rechtspraak, het proces van rechtsvinding en de gehanteerde methoden van uitleg van de wet het middelpunt van de belangstelling. De hiervoor vereiste vaardigheden als het hanteren van de wet en het analyseren van juridische teksten worden geoefend. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
2 | Algemene Rechtswetenschap 2 | RGPAR410AD | |||||||||||||||||||||||||||
Dit vak bestaat uit drie onderdelen: Rechtsvorming, Rechtsvinding en Informatietechnologie voor Juristen(ITJ). In het onderdeel Rechtsvorming gaat de aandacht vooral uit naar de algemene systematiek van het geldende recht, de indelingen van het recht, de verbanden tussen de verschillende rechtsgebieden, de organisatie van de rechtspraak en de in het recht gehanteerde begrippen en basistheorieën. In relatie tot het staats- en burgerlijk recht wordt het niet nagelaten om waar mogelijk dwarsverbanden te leggen met het bestuursrecht, strafrecht, bedrijfsrecht, internationaal en Europees recht. Waar mogelijk wordt stilgestaan bij actuele juridische ontwikkelingen. In het onderdeel Rechtsvinding vormen de rechtspraak, het proces van rechtsvinding en de gehanteerde methoden van uitleg van de wet het middelpunt van de belangstelling. De hiervoor vereiste vaardigheden als het hanteren van de wet en het analyseren van juridische teksten worden geoefend. Het vak ARW 2 bouwt voort op ARW 1. De stof van ARW 1 behoort ook tot de stof van ARW 2. Meer informatie over het onderdeel ITJ vindt u op Ocasys onder "Algemene rechtswetenschap 2 ITJ". NB Voor het toekennen van de studiepunten – 10 ECTS – dient zowel het tentamen ARW2 (Rechtsvorming en Rechtsvinding) als het practicum ITJ met goed gevolg te zijn afgesloten. De onderdelen worden verzorgd door de vakgroep Algemene rechtswetenschap en rechtsgeschiedenis, sectie ARW. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
3 | Algemene Rechtswetenschap 2 - ITJ | RGPAR410BD | |||||||||||||||||||||||||||
Tijdens de studie en in de juridische praktijk is het kunnen gebruiken van de juridische ICT-ondersteuning, het vinden van juridische bronnen, en het verantwoorden van die bronnen een onmisbare vaardigheid. In het practicum wordt een overzicht gegeven van door juristen gebruikte informatie- en kennissystemen en de betekenis daarvan voor de efficientie en kwaliteit van het juridisch werk. In het practicum wordt aandacht besteed aan het zoeken van juridische informatie met behulp van Google, juridische databanken, de bibliotheekcatalogus en in de juridische bibliotheek. Ook wordt aandacht besteed aan juridische verslaglegging, de beoordeling van de kwaliteit van de gebruikte bronnen, en het beheersen van een juridische schrijfconventie. Toetsing van de vaardigheden wordt gedaan gedurende de practicumbijeenkomsten. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
4 | Bedrijfseconomie voor Fiscalisten | RGBFI00705 | |||||||||||||||||||||||||||
De volgende onderwerpen aan de orde: - Balans en Resultatenrekening; - Ondernemingsvormen; - Kosten en waardering van activa; - De boekhoudkundige principes; - de boekhouding van de eenmanszaak; en - de boekhouding van de BV/NV. Werkwijze: Hoorcolleges voor de rode draad, uitleg en verdieping van kennis. Werkgroepen voor het oefenen van vraagstukken. Actief meedoen is in de werkgroepen een voorwaarde: de studenten bereiden voor en maken vraagstukken voorafgaand aan de behandeling in de werkgroep. Mondelinge toelichting van uitkomsten door studenten zal regelmatig plaatsvinden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
5 | Bestuursrecht: Inleiding | RGPBE00305 | |||||||||||||||||||||||||||
Het bestuursrecht regelt hoe de overheid verplichtingen aan burgers kan opleggen, hoe burgers hun aanspraken ten opzichte van de overheid kunnen realiseren en wat burgers in rechte kunnen ondernemen als ze het met een besluit van de overheid niet eens zijn. Het bestuursrecht gaat over de juridische verhouding tussen overheid en burger. Deze verhouding wordt gekenmerkt door wederzijdse rechten en plichten. Zo moet de burger belasting betalen en mag hij niet bouwen zonder vergunning, maar anderzijds kan hij onder omstandigheden aanspraak maken op door de overheid te verstrekken subsidies en uitkeringen, zoals in geval van werkloosheid of ouderdom. Het bestuursrecht kent een groot aantal deelgebieden: ruimtelijk bestuursrecht, milieurecht, belastingrecht, economisch bestuursrecht, sociale zekerheidsrecht, vreemdelingenrecht. Het vak Bestuursrecht: Inleiding heeft een inleidend karakter. De onderwerpen die worden behandeld zijn onder meer de volgende. - de grondslagen van het Nederlandse bestuursrecht: legaliteitsvereiste, rechtmatigheidsbeginsel en het toedelen en overdragen van bevoegdheden. - de aard van de toegekende bestuursbevoegdheid: bevoegdheden met beleidsvrijheid, met beoordelingsvrijheid en/of beoordelingsruimte, maar ook gebonden bevoegdheden. - de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij bijzondere aandacht bestaan voor de kernbegrippen van het algemene bestuursrecht: bestuursorgaan, besluit en belanghebbende. - de belangrijkste inhoudelijke rechtsnormen in het bestuursrechtelijke besluitvormingsrecht: specialiteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
6 | Burgerlijk Recht 1 | RGPPR00110 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak besteedt aandacht aan de belangrijkste leerstukken van het vermogensrecht volgens het Burgerlijk Wetboek. Aan de orde komen hoofdzaken van het goederenrecht en het verbintenissenrecht. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het personen- & familierecht en het erfrecht. Werkwijze: Op de hoorcolleges wordt de theorie uiteengezet en worden de grote lijnen geschetst. Op de werkgroepen wordt met de theorie geoefend door middel van behandelvragen die vooraf voorbereid moeten worden. Studenten die door DOS zijn toegelaten tot de bonusregeling, kunnen door het individueel voldoen aan specifieke opdrachten en actieve deelname aan de werkgroepen in aanmerking te komen voor een halve bonuspunt bij het tentamen. Raadpleeg Studentportal voor nadere informatie en raadpleeg Bonusregeling Propedeuse (website RUG bij vraag en antwoord) voor de toelatingseisen voor de bonus. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
7 | Burgerlijk Recht 2 | RGBPR00110 | |||||||||||||||||||||||||||
Burgerlijk Recht 2 bouwt voort op Burgerlijk Recht 1 en geeft een verdieping van delen van het overeenkomstenrecht en het goederenrecht. Het vak behandelt de voor de praktijk belangrijkste juridische aspecten van veel voorkomende transacties waarbij goederen tegen betaling worden overgedragen. Het eerste deel gaat over contractuele vragen; na een korte recapitulatie van de totstandkoming van de overeenkomst wordt nader ingegaan op de inhoud en de uitvoering ervan. Daarbij komen bijvoorbeeld aan de orde: interpretatie van de overeenkomst, toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkoming, schadevergoeding en ontbinding van overeenkomsten. Ook wordt aandacht besteed aan algemene voorwaarden en vertegenwoordiging. Het tweede deel behandelt de goederenrechtelijke vragen: hoe wordt de overdracht van goederen geëffectueerd, kan de eigendom op andere manieren worden verkregen en wat is de betekenis van fabricageprocessen voor de (voorbehouden) eigendom van geleverde goederen? Daarbij komen bijvoorbeeld aan de orde: overdracht en andere wijzen van eigendomsverkrijging (verjaring, vermenging, natrekking en zaaksvorming) en gemeenschap. Werkwijze: Het vak zal worden gedoceerd aan de hand van hoorcolleges en werkgroepen. Op de werkgroepen wordt de stof behandeld aan de hand van opdrachten. Het is mogelijk om door het individueel voldoen aan specifieke opdrachten en actieve deelname aan de werkgroepen in aanmerking te komen voor een halve bonuspunt bij het tentamen.Raadpleeg Studentportal voor nadere informatie. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
8 | Burgerlijk Recht 3 | RGBPR00105 | |||||||||||||||||||||||||||
In Burgerlijk Recht 3 staan het (buitencontractuele) aansprakelijkheidsrecht en het recht inzake schadevergoeding centraal. Het vak bouwt voort op Burgerlijk Recht 1 en bestaat uit 12 hoorcolleges. Tijdens de eerste 5 bijeenkomsten komen achtereenvolgens de aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag (afd. 6.3.1 BW) en de aansprakelijkheid voor personen en zaken (afd. 6.3.2 BW) aan de orde. Een greep uit de onderwerpen: onrechtmatigheid, toerekenbaarheid en relativiteit, aansprakelijkheid voor kinderen, werkgeversaansprakelijkheid en aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen. Tijdens de 4 daaropvolgende bijeenkomsten staat het schadevergoedingsrecht centraal, primair aan de hand van de regeling van de wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding (afd. 6.1.10 BW). Onder andere aan bod komen onderwerpen als smartengeld, schrikschade, causaliteit en eigen schuld. Tijdens de laatste drie bijeenkomsten wordt stilgestaan bij de invloed van Europees en internationaal recht op het aansprakelijkheidsrecht (richtlijnen, PETL, DCFR, EVRM en Europees handvest), aan de overige verbintenissen uit de wet: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking (titel 6.4 BW) en tot slot aan de overige op art. 6:162 te baseren vorderingen en de afwikkeling van massaschade. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
9 | Fiscaal Comptabele Verantw. | RGBFI00405 | |||||||||||||||||||||||||||
Dit vak bevat comptabele aspecten van bedrijfsopvolging voor de IB. Daarnaast wordt de privé beoordeling opgesteld ter beoordeling van de volledigheid van de aangegeven winst. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
10 | Formeel Belastingrecht | RGBFI00605 | |||||||||||||||||||||||||||
Op basis van de bepalingen van de AWR wordt in de meeste gevallen de belastingschuld zoals die uit de heffingswetten voortvloeit, geconcretiseerd. Pas door de bepalingen uit de AWR wordt het mogelijk de belastingschuld te formaliseren en daardoor vorderbaar en inbaar te maken. Daarnaast bevatten de AWR en de Awb in onderlinge samenhang bepalingen omtrent de rechtsgang in belastingzaken, dat wil zeggen dat zij bezwaar, beroep en beroep in cassatie regelen (het fiscale procesrecht). Tenslotte regelt de AWR het fiscale strafrecht, zowel administratiefrechtelijk als zuiver strafrechtelijk. Kernleerstukken zijn de begrippen materiële en formele belastingschuld, aanslagregeling, fiscale administratieve boete, fiscale rechtsbescherming, bewijslastverdeling. Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges. Daarin wordt een zo compleet mogelijk overzicht van de stof gegeven en wordt de onderlinge samenhang van bepalingen geïllustreerd. De toetsing vindt plaats door middel van een essaytentamen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
11 | Handelsrecht | RGBHA00010 | |||||||||||||||||||||||||||
De studiestof betreft de verschillende privaatrechtelijke rechtspersonen en ondernemingen, te weten: eenmanszaken, personenvennootschappen, naamloze en besloten vennootschappen, verenigingen, stichtingen en coöperaties. Daarnaast worden de belangrijkste regels en beginselen in het faillissementsrecht uiteengezet en maken studenten kennis met de bijzondere problemen die spelen in dit bijzondere onderdeel van het handelsrecht. Er worden hoorcolleges en werkgroepen verzorgd. Van studenten wordt verwacht dat zij de hoor- en werkcolleges actief volgen. Dit houdt in dat zij zich terdege voorbereiden door bestudering van de vooraf opgegeven literatuur en jurisprudentie. In het leerboek over het ondernemingsrecht zijn casus opgenomen die voor een deel tijdens de colleges worden besproken. Voor het onderdeel faillissementsrecht worden casus op Studentportal (Nestor) geplaatst die tijdens de colleges worden besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
12 | Inkomstenbelasting | RGBFI00210 | |||||||||||||||||||||||||||
Bij het vak Inkomstenbelasting staat de Wet inkomstenbelasting 2001 centraal. Aan de orde komt wie belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting (de subjectieve binnenlandse en buitenlandse belastingplicht). Een belangrijk deel van het vak is gewijd aan het inkomensbegrip zoals dat geldt voor niet-ondernemers. In dit verband komen aan de orde het inkomen uit buiten onderneming verrichte arbeid, uit periodieke uitkeringen, uit de eigen woning, uit aandelen (gehouden door grootaandeelhouders of door beleggers), uit verzekeringen en andere beleggingen. Voorts wordt ingegaan op het voor de Wet inkomstenbelasting 2001 kenmerkende boxensysteem met de daarbij behorende belastingtarieven. Ten slotte wordt aandacht besteed aan het systeem van de heffingskortingen, de aanslagregeling en de invloed van het Europese recht op de inkomstenbelasting. Bij het vak inkomstenbelasting wordt voortgebouwd op de kennis verworven bij Belastingrecht 1. Werkwijze: Hoorcolleges, waarin de stof wordt behandeld; werkcolleges, waarin opdrachten worden behandeld. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
13 | Inleiding Belastingrecht | RGBFI10110 | |||||||||||||||||||||||||||
De cursus wordt gegeven in de vorm van een practicum ondersteund door hoorcolleges. Aanwezigheid bij de werkcolleges en actieve deelname daaraan zijn verplicht. Dit zijn de practicumverplichtingen. De cursus wordt afgesloten met een essay tentamen. Het is mogelijk een bonus van 0,5 punt bij het tentamen te verdienen. Dit kan door, naast de overige practicumverplichtingen (zie hiervóór) een schriftelijke opdracht (toets in tentamenopstelling) te maken. Studenten die deel willen nemen aan de bonusregeling dienen zich daarvoor aan het begin van de collegeperiode in te schrijven op de eerste werkgroepbijeenkomst. Aandacht wordt in ieder geval besteed aan de volgende onderwerpen: - formeel belastingrecht en invordering - loonbelasting - omzetbelasting - inkomstenbelasting, zowel voor particulieren als in de winstsfeer - vennootschapsbelasting - internationaal belastingrecht - erf- en schenkbelasting | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
14 | Jur. Onderzoeksvaardigheden 2 | RGBDOW0005 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak Juridische onderzoeksvaardigheden 2 richt zich op meta-juridisch onderzoek en meta-juridische onderzoeksmethoden. Het vak sluit aan bij het vak Juridische onderzoeksvaardigheden 1, dat zich richt op klassiek juridisch onderzoek en onderzoeksmethoden. Tijdens de werkcolleges komen studenten in groepen van ongeveer vijftien studenten bijeen om onder begeleiding van een ervaren onderzoeker een paper te schrijven over een maatschappelijk en wetenschappelijk relevant probleem. Om hiernaartoe te werken dienen studenten eveneens een aantal weken deelopdrachten te maken waar zij duidelijke schriftelijke en mondelinge feedback op krijgen. De feedback van de docent dient vervolgens verwerkt te worden in de opdrachten. Het te schrijven paper staat in relatie tot het juridisch onderzoek dat aan de faculteit rechten is of wordt gedaan en is van privaatrechtelijke, strafrechtelijke, bestuursrechtelijke, notarieel rechtelijke of belastingrechtelijke aard. Studenten kunnen zich inschrijven voor de werkcolleges die aansluiten bij hun beoogde afstudeerrichting waarbij geldt ‘vol is vol’. Tijdens de hoorcolleges wordt ingegaan op: de opdrachten, verschillende typen van juridisch onderzoek (klassiek juridisch onderzoek en meta-juridisch onderzoek), het (meta-)juridische onderzoek dat aan de faculteit plaatsvindt, verschillende juridische onderzoeksconventies, de methode van rechtsvergelijking, de empirische bestudering van het recht en overige meta-juridisch onderzoeksmethoden. Bovendien zal in aansluiting op het vak Juridische onderzoeksvaardigheden 1 aandacht worden besteed aan onderzoeksethiek. Juridische onderzoeksvaardigheden 2 is een practicum; aanwezigheid bij zowel de werkcolleges als de hoorcolleges is daarom verplicht. Omdat sprake is van opdrachten en niet van een tentamen, is in beginsel geen herkansing mogelijk. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
15 | Juridische Onderzoeksvaardigheden 1 | RGPAR00005 | |||||||||||||||||||||||||||
Algemeen Voor het practicum Juridische onderzoeksvaardigheden 1 (Jov 1) komen studenten in groepen van ongeveer vijftien personen bijeen om een kritisch commentaar te leren schrijven bij een rechterlijke uitspraak zoals in een annotatie. Ter voorbereiding hierop maken zij een deelopdracht en dienen studenten mee te doen aan een online thuistoets: de bibliotheektoets. Voor de bibliotheektoets dienen studenten bovendien te slagen. Op elke schrijfopdracht geeft de docent duidelijke schriftelijke en mondelinge feedback die studenten vervolgens verwerken opdat zij een verbeterde versie inleveren. Naast de werkcolleges zijn er tevens hoorcolleges waarin de volgende onderwerpen aan bod komen: praktische tips bij de opdrachten, methoden van juridisch onderzoek en bijgaande wetenschappelijke schrijf- en onderzoeksconventies. Werkgroepinschrijving naar rechtsgebied De rechterlijke uitspraak voor de eindopdracht houdt verband met juridisch onderzoek dat aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid wordt gedaan en ziet op een kwestie uit het privaatrecht, strafrecht, bestuursrecht, staatsrecht, ondernemingsrecht, arbeidsrecht, notarieel recht, belastingrecht, IT-recht, Europees recht, internationaal recht of uit de bestuurskunde. Studenten schrijven zich in voor een werkgroep die aansluit bij de beoogde afstudeerrichting waarbij geldt ‘vol is vol’. Eenmaal ingeschreven is het niet mogelijk om van werkgroep te ruilen. Indien een student niet meer kan voldoen aan de verplichtingen van het practicum, wordt naïnschrijving geweigerd. Verplichtingen Dit practicum kent geen herkansing aangezien het geen afsluitend tentamen heeft. Onderdeel van de toetsing van dit practicum is aanwezigheid bij zowel de werkcolleges als de hoorcolleges en deelname aan een online thuistoets. Alle (verbeterde) opdrachten moeten op tijd worden ingeleverd. Mocht u een deadline missen, dan levert u uw stuk alsnog onverwijld in. U mag éénmaal afwezig zijn op een hoorcollege zonder verdere gevolgen. Van de verplichte werkcolleges mag u eveneens éénmaal missen; dit heeft echter wel één cijferpunt aftrek op uw (deel)opdracht van die week tot gevolg. Vaker afwezig zijn, een opdracht niet inleveren dan wel meerdere opdrachten te laat inleveren, leidt tot uitsluiting van het practicum. Bij een aantoonbaar zwaarwegende bijzondere omstandigheid kan afwezigheid, het te laat inleveren van een opdracht dan wel het missen van een toets verontschuldigbaar zijn. Of daar sprake van is beoordeelt de studieadviseur via: studieadvies-rechten@rug.nl. Vakantie, (studie)uitjes, studiereizen, huwelijken, afrijden of jubileumvieringen leveren per definitie geen verontschuldigbare redenen op, ook niet als die lang van te voren zijn gepland. De Faculteit Rechtsgeleerdheid gaat ervan uit dat u tijdens collegeweken beschikbaar bent voor onderwijs. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
16 | Kies Bewust; jouw beroepsperspectief | RGDOS09 | |||||||||||||||||||||||||||
Online bijeenkomsten per richting met een docent en alumnus. Weet jij het al? Welke afstudeerrichting je straks gaat kiezen? Wordt het Fiscaal Recht, Internationaal en Europees Recht, IT-Recht, Juridische Bestuurskunde, Nederlands Recht of Notarieel Recht? Binnen de bachelor Rechtsgeleerdheid heb je best veel keuze! Fijn natuurlijk, maar soms ook lastig. Want hoe bepaal je nou welke richting het beste bij jou past? De Kies Bewust Campagne heeft als doel het vergroten van de kennis van het werkveld/beroepsperspectief en de relaties tussen de eerstejaars vakken, de afstudeerrichtingen en het werkveld om daarmee de kans dat jij meteen de juiste afstudeerrichting kiest in relatie tot je loopbaanwensen te vergroten. Eén van de redenen om te kiezen voor een bepaalde afstudeerrichting, is het beroepsperspectief: wat voor baan kun je ermee krijgen? Tijdens 'Kies bewust, jouw beroepsperspectief!' krijg je heel concreet inzicht in de mogelijkheden. Oud-studenten van onze opleiding komen jou vertellen over het werk dat zij nu doen, hoe dit werk zich verhoudt tot de opleiding en de vakken die je volgt én welke weg zij hebben bewandeld om de baan te krijgen. Een docent van de afstudeerrichting zal de gegeven informatie aanvullen. Natuurlijk is er volop gelegenheid om vragen te stellen. Data online bijeenkomst per richting: woensdag 9 maart van 15.00 tot 17.00 uur Kies Bewust Juridische Bestuurskunde met docent Maarten Bouwmeester en alumni Jenna Hulzebos, senior beleidsmedewerker bij ministerie van Binnenlandse Zaken en Remco van Riezen, bestuursadviseur bij gemeente Zeist woensdag 16 maart van 15.00 tot 17.00 uur Kies Bewust Internationaal en Europees Recht met docent Hans Vedder en alumna Marloes Bulthuis, Officer Humanitarian Aid, ministerie van Buitenlandse Zaken woensdag 23 maart van 15.00 tot 17.00 uur Kies Bewust Fiscaal Recht met docent Mirjam de Weerdt en alumni mr. Ester Post, fiscalist Belastingdienst, en mr. Laurens-Jan Horsthuis, Tax Advisor, Dirkzwager legal&tax woensdag 20 april van 15.00 tot 17.00 uur Kies Bewust Notarieel Recht met docent Birgit Snijder-Kuipers en alumna mr. Clarianne Jansen, kandidaat-notaris familie en erfrecht, Bosscher en Janssens woensdag 4 mei van 15.00 tot 17.00 uur Kies Bewust IT-Recht met docent Pepijn Tukker en alumni Niek Bakker voorheen juridisch adviseur bij ICT-recht, nu juridisch medewerker bij Bout Advocaten en mr. Meike de Groot, advocaat stagiair, DeHaan Advocaten woensdag 11 mei van 15.00 tot 17.00 uur Kies Bewust Nederlands Recht met docent Berend Roorda en alumni Rob van Essen, bedrijfsjurist Groningen Seaports en mr. Wiebe Claus, senior-rechter Rechtbank Noord-Nederland | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
17 | Loonheffingen | RGBFI00105 | |||||||||||||||||||||||||||
In het vak Loonbelasting komen de loonbelasting en de premieheffing volks- en werknemersverzekeringen aan de orde. Vrijwel alle werknemers die in Nederland in dienst zijn bij een werkgever betalen loonbelasting. Hetzelfde geldt voor mensen met een uitkering. De manier waarop het loon en daarover verschuldigde belasting worden berekend en betaald aan de fiscus is het voornaamste onderwerp van dit vak. Daarnaast is er aandacht voor de premieheffing werknemersverzekeringen. Uit deze premies wordt een groot aantal in Nederland geldende uitkeringen voor werknemers betaald. De benodigde wetteksten voor de premieheffing volks- en werknemersverzekeringen komen óf op Studentportal (Nestor) te staan óf worden in de vorm van een syllabus aangeboden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
18 | Omzet- en Overdrachtsbelasting | RGBFI00410 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak behandelt twee belastingen: de omzetbelasting (ofwel: btw) en de overdrachtsbelasting. Er wordt één tentamen afgenomen. De omzetbelasting is een algemene verbruiksbelasting die de particuliere bestedingen wenst te treffen. Aandacht zal vooral worden besteed aan de heffingstechniek die is voorgeschreven in de BTW-richtlijn van de EU en in Nederland is vormgegeven in de Nederlandse Wet op de omzetbelasting 1968. De wisselwerking tussen EU-recht en de nationale regelgeving komt veelvuldig aan de orde. De overdrachtsbelasting beoogt de verkrijging van onroerende zaken te treffen. De techniek en achtergronden van deze belasting zullen aan de orde komen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de samenloop van deze heffing met de omzetbelasting. Het vak is verplicht voor de fiscaal-economische en de fiscaal-juridische studierichting. Voor de notariële studierichting vormt het een goed aansluitend keuzevak. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
19 | Openbare Financiƫn | RGBEO00005 | |||||||||||||||||||||||||||
De overheidsfinanciën worden vanuit verschillende invalshoeken geanalyseerd. De economische kant heeft ondermeer betrekking op de allocatie, verdeling, stabilisatie en de rol die belastingen daarbij (kunnen) spelen. De institutioneel-juridische kant omvat onderwerpen als de Comptabiliteitswet; de begrotingsbeginselen; de budgetcyclus; de financiële verhouding tussen de centrale en de lagere overheid. De politicologische aspecten betreffen onder andere de vraag hoe beslissingen omtrent de overheidsfinanciën tot stand komen, stemprocedures en gedragsmodellen van ambtelijke diensten. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
20 | Recht van de Europese Unie | RGBEE10010 | |||||||||||||||||||||||||||
Dit vak is gericht op studenten die straks als juristen in Nederland willen werken. De kernaspecten van dit vak hebben betrekking op het EU-recht als zodanig, maar er is ook aandacht voor de doorwerking van het EU-recht in de nationale rechtsorde. De volgende onderwerpen worden behandeld: - De Europese instellingen en institutioneel evenwicht - Het rechtsstatelijk karakter van de Unie - Bevoegdheden en besluitvorming op EU-niveau - Handhaving en rechtsbescherming binnen de EU-rechtsorde - Autonomie, voorrang, doorwerking en volle werking van unierecht - De interne markt en invloeden van andere beleidsterreinen daarop - Burgerschap van de Unie - Mededingingsrecht - Ontwikkeling van de Europese integratie | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
21 | Rechtsgeschiedenis | RGPRG00105 | |||||||||||||||||||||||||||
In het vak Rechtsgeschiedenis wordt aandacht besteed aan het begrip codificatie in het algemeen en aan de geschiedenis van enige Europese codificaties in het bijzonder (zie doelstellingen). Er wordt gekeken naar de invloed van het Romeinse recht en het natuurrecht op de ontwikkeling van het Europese recht. Ook wordt er aandacht besteed aan de Engelse Common Law als alternatief voor codificatie. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en werkgroepen. De leerstof wordt behandeld op de hoorcolleges. Op de werkgroepen wordt de kennis van de leerstof verdiept aan de hand van jurisprudentie. Daartoe dient men thuis het boek en de bijbehorende teksten uit het leerboek te bestuderen en de vragen voor te bereiden. . | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
22 | Staatsrecht 1 | RGPST00105 | |||||||||||||||||||||||||||
De volgende onderwerpen komen in het vak aan de orde: 1. Staat, overheid en constitutie 2. De vormgeving van de Nederlandse democratie 3. De samenwerking tussen regering en Staten-Generaal 4. Decentralisatie van bevoegdheden 5. Rechters en rechtspraak 6. De wisselwerking tussen nationaal en internationaal recht 7. De garantie en bescherming van grondrechten door de staat | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
23 | Strafrecht 1 | RGPSR00110 | |||||||||||||||||||||||||||
Centraal staat de bestudering van de volgende onderwerpen: - de structuur van het strafbare feit - de opbouw van de delictsomschrijving - de leerstukken wederrechtelijkheid, opzet, culpa en causaliteit - geschreven en ongeschreven strafuitsluitingsgronden - vervolgingsbeslissingen (en in dat verband o.a.: de OM-afdoening, de art. 12 procedure) - de dagvaarding en tenlastelegging - het model van de behandeling ter terechtzitting - de beraadslaging in raadkamer - de inhoud van het vonnis - sanctiesoorten (en in dat verband ook de samenloopregeling). - de rechten de de positie van het slachtoffer in het strafproces. Rond deze kern is ter verbreding van het vak een beperkt aantal andere onderwerpen gegroepeerd, waaraan op elementair niveau aandacht wordt besteed onder meer: - strafrechtstheorieën - het arsenaal van straffen en strafrechtelijke maatregelen - de vervolgingstaak van het openbaar ministerie. In het onderwijs ligt het accent op het verwerven van kennis van, en inzicht in de behandelde leerstukken en op het aanleren van vaardigheid in het zelfstandig analyseren en oplossen van strafrechtelijke vraagstukken. Het vak wordt in twee vormen onderwezen: hoorcollege, werkgroep. Het hoorcollege staat de theorie centraal. In de werkgroepen oefent de student zelf met de studiestof aan de hand van vragen over de jurisprudentie en casusposities. Het is mogelijk een halve bonuspunt te behalen bij dit vak. Zie Kennisbank Rechten voor de voorvereisten en voor meer infomatie. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
24 | Studentenrechtbank | RGBAR40110 | |||||||||||||||||||||||||||
Voor dit bachelorafsluitende vak met zeven verplichte onderdelen (zie hieronder) dient de student drie individuele schriftelijke stukken te vervaardigen en een presentatie te houden op een eindzitting. In blok 2 krijgen de deelnemers, in groepjes van drie, een zaak toegewezen. De eerste schriftelijke opdracht behelst het schrijven van een wetenschappelijk essay over de rechtsvragen uit de toegewezen casus. Voorafgaand aan het inleveren van dit essay moet aan de docent een schrijfplan worden gestuurd. Dit plan wordt door de docent van commentaar voorzien. In blok 3 wordt een pleitnota of vonnis (tweede schriftelijke stuk) alsmede een nieuwe casus en casusoplossing (derde schriftelijke stuk) geschreven en besproken. Bij elk van de drie schriftelijke stukken geldt dat er telkens een eerste (concept-)versie wordt ingeleverd, waarop de docent feedback verstrekt. Deze feedback dient te worden verwerkt in de eindversie van het stuk. In blok 4 wordt gepresenteerd op een openbare rechtszitting. Voorafgaand krijgen de deelnemers gedurende vier weken communicatietraining. Een jury (rechter of officier van justitie, advocaat, communicatietrainer en docent/begeleider) beoordeelt de presentatie ter zitting. Zie Nestor/studentportal voor de precieze data. Omdat de Studentenrechtbank het bachelorafsluitende vak is, gelden er bijzondere regels over onder meer de aanwezigheid, becijfering en roostering. In het Onderwijs- en ExamenReglement staat dat de Studentenrechtbank uit de volgende onderdelen bestaat: 1. Inleidend hoorcollege 2. Schrijfplan van het eerste schriftelijke onderdeel 3. Eerste schriftelijke onderdeel (wetenschappelijk essay + wetensch. casusoplossing) 4. Tweede schriftelijke onderdeel (gedingstuk) 5. Derde schriftelijke onderdeel (ontwerp casus + wetenschappelijke casusoplossing) 6. Communicatietrainingen 7. Eindzitting Voor een voldoende resultaat dient een student aan alle zeven onderdelen deel te nemen. Het vak kent geen vervangend tentamen dan wel vervangende opdrachten. Indien een student aan één van de zeven onderdelen niet heeft deelgenomen, wordt de student uitgesloten van verdere deelname. De onderdelen waaraan de student wel heeft deelgenomen vervallen. Als resultaat voor het vak wordt dan ‘onvoldoende’ geboekt. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
25 | Studiestartgroepen | RSDOS20 | |||||||||||||||||||||||||||
Wekelijks komt in de studiestartgroep een bepaald aspect van de rechtenstudie aan bod, zoals aantekeningen maken op een hoorcollege, tentamenvoorbereiding, wetboekgebruik en samenvatten. In blok 2 besteden we aandacht aan zelfkennis, culturele verschillen en samenwerken. De studiestartgroep wordt dit jaar online verzorgd en bestaat uit een kwart werkgroep (ca. 7-8 studenten) en wordt begeleid door een mentor. Je wordt via je studentmail uitgenodigd voor de studiestartgroep. De aanwezigheid bij de studiestartgroepen is verplicht voor alle studenten die met de rechtenopleiding beginnen en een bindend studieadvies krijgen. Voldoende deelname (minimaal actieve deelname bij 8 van de 9 bijeenkomsten en het individuele gesprek) aan de studiestartgroepen is een voorwaarde om in het tweede semester voor de bonusregeling bij sommige vakken in aanmerking te komen. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
26 | Vennootschapsbelasting | RGBFI00110 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak vennootschapsbelasting bestudeert de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Op grond van deze wet wordt een belasting geheven over de winst die onder meer naamloze en besloten vennootschappen behalen. De onderwerpen die in de colleges vennootschapsbelasting aan de orde komen zijn: de subjectieve belastingplicht voor de vennootschapsbelasting (dat wil zeggen: wie zijn belastingplichtig?) en de berekening van de winst waarbij onder meer aan bod komen: de deelnemingsvrijstelling,de fiscale aspecten van fusies en splitsingen, en de fiscale eenheid. Voorts wordt aandacht besteed aan de bepalingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 rond de verliesverrekening, de objectvrijstelling, de giftenaftrek, het tarief alsmede de belangrijkste heffings- en invorderingsaspecten die specifiek van belang zijn voor de vennootschapsbelasting. Bij het vak Vennootschapsbelasting wordt voortgebouwd op de kennis verworven bij de vakken Belastingrecht 1 en Winst. Werkwijze: hoorcolleges waarin de stof wordt behandeld; werkcolleges waarin casussen worden behandeld. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||
27 | Winst | RGBFI00205 | |||||||||||||||||||||||||||
Het vak behandelt de fiscale winstbepaling. De nadruk valt op de winst uit ondernemingen gedreven door natuurlijke personen, als bron voor de inkomstenbelasting. Centraal staan de onderneming, het totale en het jaarwinstbegrip, de IB-ondernemingsvormen, voorraadwaardering, fiscale reserves en de vorming van voorzieningen, de oudedagsvoorziening,de overdrachts- en liquidatiewinst, de overgang naar de BV-vorm en de terbeschikkingstellingsregeling.Daarnaast is de fiscale winstbepaling relevant voor de heffing van de vennootschapsbelasting, waar zo nodig naar verwezen wordt. Het hoorcollege geeft de hoofdlijnen weer. In het werkcollege zullen vraagstukken worden behandeld, waarbij geleerd wordt hoe met toepassing van met name standaardarresten complexe problemen kunnen worden opgelost. | |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
terug naar boven | |||||||||||||||||||||||||||||