Recht Decentrale Overheden
Faculteit | Rechtsgeleerdheid |
Jaar | 2020/21 |
Vakcode | RGMST01006 |
Vaknaam | Recht Decentrale Overheden |
Niveau(s) | master |
Voertaal | Nederlands |
Periode | semester I a (Blok 1) |
ECTS | 6 |
Rooster | rooster.rug.nl |
Uitgebreide vaknaam | Recht Decentrale Overheden | ||||||||||||||||||||
Leerdoelen | Studenten die dit vak met goed gevolg hebben gevolgd: - hebben een solide en specialistische kennis van het gemeente- en provincierecht - hebben een goed begrip van de rechtsbeginselen en structuurprincipes die het gemeente- en provincierecht ordenen - hebben grondig inzicht in de samenhang, ontwikkeling en grenzen van het decentrale recht - onderkennen de betekenis en relevantie van de decentrale eenheidsstaat - hebben een scherp inzicht in de institutionele inrichting van en de verhoudingen in het decentrale bestuursmodel - hebben een scherp inzicht in de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de decentrale organen - kunnen verbanden leggen met andere relevante regelgeving zoals de Algemene wet bestuursrecht - kunnen de verbinding leggen tussen het provincie- en gemeenterecht en de praktijk van het decentrale bestuur, ook in internationaal perspectief - hebben kennis van en inzicht in de discussie over de plaats van de provincies en gemeenten in de en de bestuurlijke hoofdstructuur - hebben elementaire kennis van de financiële context van het provinciale en gemeentebestuur - begrijpen de relevantie van decentrale politiek-democratische processen - kunnen opinies ontwikkelen in actuele discussies over de toekomst van het decentraal bestuur - kunnen in concrete casus de staatsrechtelijke rechtspositie (bevoegdheden en verantwoordelijkheden) van decentrale organen beoordelen, mede binnen interbestuurlijke verhoudingen - kunnen in dergelijke casus onderscheid maken tussen juridische en politieke aspecten - kunnen in dergelijke casus toepassing geven aan juridische procedures die op de staatsrechtelijke rechtspositie van decentrale organen van invloed zijn. |
||||||||||||||||||||
Omschrijving | Stilgestaan wordt bij de staatsrechtelijke positie van en de verhouding tussen de diverse ambten en organen. Niet alleen vanuit de bestuursstructuur, maar ook met aandacht voor de politieke cultuur en de historische ontwikkeling. Naast deze institutionele kwesties is er ook aandacht voor de functionele aspecten: de gemeente als lokale democratie, lokale rechtsstaat en lokale verzorgingsstaat. Hoe besluit een gemeente over taken van handhaving, zorg en dienstverlening en hoe voert de gemeente deze uit? Hoe worden bevoegdheden verdeeld? Hoe komt de gemeente aan zijn middelen en hoe ziet de financiële functie eruit (financieel statuut, begroting/rekening en belastingen)? Dan is er natuurlijk nog de vraag naar de toekomst van het lokaal bestuur. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van de bestuurskracht van gemeenten, de bestuurlijke drukte op regionaal niveau en de grootstedelijke problematiek. Is het antwoord daarop opschaling of samenwerking, of zelfs differentiatie tussen gemeenten? Bijvoorbeeld de verdampte lokale autonomie: waarom lukt decentralisatie van taken niet en hoe kunnen gemeenten meer ruimte krijgen? Bijvoorbeeld de legitimatie van het gemeentebestuur: waarom lopen verkiezingsopkomsten terug en hoe erg is dat? |
||||||||||||||||||||
Uren per week | 4 | ||||||||||||||||||||
Onderwijsvorm |
hoorcollege
(7x4 uur hoorcolleges) |
||||||||||||||||||||
Toetsvorm |
schriftelijk (essayvragen)
(+ bonusopdracht) |
||||||||||||||||||||
Vaksoort | m5-niveau, juridisch | ||||||||||||||||||||
Coördinator | mr. W v.d. Woude | ||||||||||||||||||||
Docent(en) | prof. mr. dr. H.E. Broring , A.J. Munneke ,mr. W v.d. Woude | ||||||||||||||||||||
Verplichte literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Entreevoorwaarden |
|
||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Niet af te leggen door studenten die voor 1-9-08 Recht Lagere Overheid hebben gehaald. | ||||||||||||||||||||
Opgenomen in |
|