Internationaal en Europees Strafrecht
Faculteit | Rechtsgeleerdheid |
Jaar | 2020/21 |
Vakcode | RGMSR01506 |
Vaknaam | Internationaal en Europees Strafrecht |
Niveau(s) | master |
Voertaal | Nederlands |
Periode | semester I b (Blok 2) |
ECTS | 6 |
Rooster | rooster.rug.nl |
Uitgebreide vaknaam | Internationaal en Europees Strafrecht | ||||||||||||||||||||
Leerdoelen | • U kunt beginselen van rechtsmacht, en de concrete uitwerking daarvan in het Nederlandse strafrecht, toepassen in een gemiddeld complexe casus; • U kunt beoordelen of, en toelichten hoe materieel en formeel strafrecht mag worden geharmoniseerd; • U kunt uitleggen op welke manier Europees strafrecht doorwerkt in het Nederlandse strafrecht; • U kunt de rol van Europese instituties in de strafrechtelijke handhaving evalueren; • U kunt fundamentele rechten toepassen in een gemiddeld complexe casus van internationale samenwerking in strafzaken; • U kunt in een gemiddeld complexe casus beoordelen of toepassing mag worden gegeven aan instrumenten van internationale strafrechtelijke samenwerking, zowel wanneer die op klassieke leest geschoeid zijn als wanneer die toepassing geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning; |
||||||||||||||||||||
Omschrijving | De student raakt vertrouwd met het complexe en meervoudige karakter van internationaal strafrecht, waarbij aandacht is voor de daaraan verbonden samenhang, ontwikkelingen en grenzen, en de specifieke wijze waarop de nationale rechtsorde wordt beïnvloed. De instrumenten van de Raad van Europa en van de Europese Unie nemen in dit kader een belangrijke plaats in. De student verkrijgt specialistische kennis van en grondig inzicht in bronnen en beginselen van zowel internationaal strafrecht als Unierecht, positieve verplichtingen, jurisdictierecht en diverse vormen van internationale rechtshulp, waaronder uitlevering/overlevering, de overdracht van strafexecutie en kleine rechtshulp. De student is in staat zelfstandig rechtsvragen met een internationaalrechtelijke of Europeesrechtelijke component te herkennen, daarbij de juiste bronnen en hiërarchische verhoudingen te betrekken, en op basis daarvan tot een gewogen antwoord te komen. In de colleges en de literatuur wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: • bronnen en beginselen van internationaal strafrecht • de plaats van internationaal strafrecht in de nationale rechtsorde • de Raad van Europa, het EVRM en positieve verplichtingen • bronnen en beginselen van het strafrecht van de Europese Unie • jurisdictierecht • rechtshulprecht, waaronder het recht met betrekking tot uitlevering, overlevering, de overdracht van vervolging en van executie, en kleine rechtshulp • rechtshulprecht binnen de EU: rechtshulp op grond van wederzijdse erkenning |
||||||||||||||||||||
Uren per week | 4 | ||||||||||||||||||||
Onderwijsvorm |
hoorcollege
(14x2 uur hoorcolleges (gedurende het blok)) |
||||||||||||||||||||
Toetsvorm | schriftelijk (essayvragen) (digitaal indien mogelijk) | ||||||||||||||||||||
Vaksoort | m5-niveau, juridisch | ||||||||||||||||||||
Coördinator | mr. dr. W. Geelhoed | ||||||||||||||||||||
Docent(en) | mr. dr. W. Geelhoed ,mr. dr. V.H. Glerum | ||||||||||||||||||||
Verplichte literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Entreevoorwaarden |
|
||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||
Opgenomen in |
|