Uitgebreide vaknaam |
Communicatie- en Mediarecht |
Leerdoelen |
Na afloop van dit vak heeft de student grondige kennis van en inzicht in het geldende communicatie- en mediarecht. De informatierechten uit art. 8 en 10 EVRM komen uitgebreid aan de orde, evenals de art. 7, 10 en 13 Grondwet. De student heeft het vermogen om zelfstandig vraagstukken omtrent uitingen op internet juridisch te analyseren. |
Omschrijving |
Informatievoorziening via digitale kanalen is inmiddels voor velen de enige wijze waarop zij geïnformeerd raken. In deze tijd van nepnieuws en informatiebubbels is kennis over het scheiden van feit en fictie, van nudging en manipulatie, of van het gebruik van persoonlijke gegevens belangrijk. Ook speelt de rol van degene die de berichten doorgeeft een rol: hier komt aan de orde de rol van de journalist, de rol van een webbeheerder of internetsite. |
Uren per week |
2 |
Onderwijsvorm |
hoorcollege
(7x2 uur hoorcolleges)
|
Toetsvorm |
schriftelijk (essayvragen)
|
Vaksoort |
b-niveau, juridisch
|
Coördinator |
mr. dr. A.M. Klingenberg
|
Docent(en) |
mr. dr. A.M. Klingenberg
|
Verplichte literatuur |
Titel |
Auteur |
ISBN |
Prijs |
Klapper |
|
|
|
|
Entreevoorwaarden |
- Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die minimaal 45 EC WO-propedeusevakken hebben behaald of het vak in een goedgekeurd pre-master- of beschikkingsprogramma volgen.
- Niet af te leggen voor studenten die voor 1/9/2018 het vak Informatie- en Mediarecht hebben afgelegd.
|
Opmerkingen |
|
Opgenomen in |
|