Pharmaceutical Microbiology
Faculteit | Science and Engineering |
Jaar | 2021/22 |
Vakcode | WBFA025-05 |
Vaknaam | Pharmaceutical Microbiology |
Niveau(s) | bachelor |
Voertaal | Engels |
Periode | semester II a |
ECTS | 5 |
Rooster | rooster.rug.nl IIa1, IIa2 |
Uitgebreide vaknaam | Pharmaceutical Microbiology | ||||||||||||||||
Leerdoelen | Aan het eind van de cursus kan de student: 1.definities en concepten van algemeen microbiologische principes en toegepaste klinische en farmaceutische microbiologie zoals benoemd in ‘inhoudelijke beschrijving van het vak’ beschrijven; 2.met behulp van inzicht en praktische basisvaardigheden microbiologische experimenten uitvoeren; 3.experimentele resultaten bijhouden in een laboratoriumjournaal en rapporteren middels een wetenschappelijk verslag; 4.werken volgens VMT regels (Veilige Microbiologische Techniek), waarmee de student aantoont op ML-I niveau veilig te kunnen werken met micro-organismen. |
||||||||||||||||
Omschrijving | In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: a) Theorie: de prokaryote cel: de bouw en functie van celbestanddelen, verschillen met de eukaryote cel; groei en voedingseisen van micro-organismen: groeikinetiek, nutriënten en andere milieuparameters; energietransductie en metabolische diversiteit bij prokaryoten: glycolyse, de citroenzuurcyclus, elektronentransportketens, de protondrijvende kracht, gisting, anaerobe ademhaling, chemolithotrofie, de vorming van precursors voor biosynthese; taxonomische diversiteit bij micro-organismen: soort- en stambegrip, domeinen (Bacteria, Archaea, Eukarya); antibiotica: werkingsmechanisme, toepassingen, resistentie; sterilisatie en desinfectie: afstervingskinetiek, farmaceutische sterilisatiemethoden met hun toepassingen; klinische en farmaceutische microbiologie: de normale flora van het menselijk lichaam, interactie met pathogenen, de toxiciteit van toxinen, isolatie en identificatie van micro-organismen uit klinische monsters, biologische veiligheid, kwaliteitsbeheersing van farmaceutische preparaten, het gebruik van bacteriën voor analytische doeleinden; biofilms: het ontstaan van biofilms, pathogenen in biofilms, quorum sensing, antibioticatolerantie. b) Practicum: diverse technieken om contaminatievrij en onder VMT-condities te werken; fasecontrast-microscopie; sterilisatie d.m.v. UV-straling; isolatie van micro-organismen, kweken van bacteriecultures in batch, ophopingscultures, het uitstrijken op agarplaten; het bepalen van de groeisnelheid en verdubbelingstijd in een batch-cultuur; identificatie van bacteriën m.b.v. genetische technieken; antibiotica: cross-streak, gehaltebepaling, resistentieoverdracht d.m.v. conjugatie; onderzoek van de microbiologische zuiverheid van farmaceutische preparaten en grondstoffen volgens de farmacopee. |
||||||||||||||||
Uren per week | |||||||||||||||||
Onderwijsvorm |
Hoorcollege (LC), Practisch werk (PRC), Werkcollege (T)
(Hoorcolleges: 14 uur; practicum: 40 uur (aanwezigheid verplicht); zelfstudie: 58 uur) |
||||||||||||||||
Toetsvorm |
Meerkeuze toets (MC), Practisch werk (PR), Schriftelijk tentamen (WE)
(Schriftelijk tentamen (50%), VMT-toets (bestaat uit open vragen en meerkeuzevragen), practicumbeeordeling (bestaat uit de praktische vaardigheid, de uitwerkingen van de resultaten, het bijhouden van een labjournaal en een verslag, 50%). Zie ''opmerkingen''.) |
||||||||||||||||
Vaksoort | bachelor | ||||||||||||||||
Coördinator | dr. J.A.K.W. Kiel | ||||||||||||||||
Docent(en) | dr. R.H. Cool ,dr. J.A.K.W. Kiel ,prof. dr. P. Olinga | ||||||||||||||||
Verplichte literatuur |
|
||||||||||||||||
Entreevoorwaarden | Entry requirements: Molecular Biology of the Cell 1+2 and The Cell, a Practical approach. | ||||||||||||||||
Opmerkingen | Het schriftelijk tentamen bestaat uit open vragen en deze vragen gaan over de theorie (inhoud van de hoorcolleges en literatuur). Het practicumcijfer wordt als volgt berekend: de praktische vaardigheid telt voor 20% mee, de uitwerkingen van de resultaten voor 40%, het labjournaal voor 15% en het verslag voor 25%. Alle onderdelen moeten voldoende zijn. Het eindcijfer wordt voor 50% bepaald door het tentamen en voor 50% door het practicum. Beide onderdelen moeten voldoende zijn. Het practicum en de VMT-toets moeten voldoende zijn om het VMT-certificaat te kunnen ontvangen. De VMT-toets telt niet mee voor het eindcijfer, maar moet voldoende zijn om het vak af te kunnen ronden. |
||||||||||||||||
Opgenomen in |
|