1 | Archeologie en Erfgoed WOII | LPX019M05 |
Het doel van de cursus is om meer inzicht te verschaffen in de recente processen van erfgoedvorming in Nederland met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, de daarbij spelende morele dilemma’s en maatschappelijke uitdagingen, en de rol en positie die conflictarcheologen (kunnen) innemen. De recente ontwikkelingen worden zowel vanuit een theoretisch als praktisch perspectief benaderd, terwijl de blik ook gericht zal zijn op de ons omringende landen.
De reeks bestaat uit een hoorcollege, werkcolleges, een gastcollege en een werkbezoek op locatie. Bij alle onderdelen is ruime gelegenheid tot discussie, waaraan de student actief deelneemt. Toetsing vindt plaats via een presentatie en een paper. |
|
| terug naar boven |
|
2 | Archeologie en Maatschappij | LPX018M05 |
Het doel van de cursus is om meer inzicht te verschaffen in de rol van archeologie in de huidige maatschappij. Die rol is de afgelopen drie decennia aan sterke veranderingen onderhevig geweest en zal blijven veranderen. Om tendensen te herkennen, zijn zowel een theoretisch fundament als het werken met praktische voorbeelden vereisten, waarvoor de blik ook gericht zal zijn op de ons omringende landen.
Colleges worden afgewisseld door werkbezoeken op locatie. Bij alle onderdelen is ruime gelegenheid tot discussie, waaraan de student actief deelneemt. Er is aandacht voor differentiatie van de lesstof naar een individuele voorkeur. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. J.H.M. Peeters | Docent(en) | dr. J.H.M. Peeters | Onderwijsvorm | werkcollege | Toetsvorm | nog niet bekend | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Afgeronde Bachelor Archeologie |
|
| terug naar boven |
|
3 | MA-internship Archaeology | LPX014M10 |
In deze module volgt de student een maatschappelijke stage. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels en Nederlands | Coordinator | C. Çakirlar, PhD. | Docent(en) | C. Çakirlar, PhD. | Onderwijsvorm | practicum, stage, zelfstudie (begeleid) | Toetsvorm | portfolio, verslag | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | Studenten dienen 20 ects aan Ma-vakken te hebben behaald van het eerste semester alvorens zij kunnen starten met de masterscriptie. | Opmerkingen | De stage kan gedurende zeven weken voltijds worden gevolgd, dan wel gedurende een langere periode minder uren per week. > De balie van het Mobility Office is dagelijks geopend tussen 13.00-16.00 uur en bevindt zich op dezelfde plek als de balie van BSZ. Informatie over spreekuren is beschikbaar via de Student Portal-Career-Master's Placement. Nuttige literatuur: Esther Haag: Stagelopen in stappen, Handboek voor stages in het hoger onderwijs. 2010. Den Haag: Boom/Lemma. ISBN 978-90-5931-616-4 Uitvoerige algemene informatie over de masterstage is te vinden via: 1. de Student Portal - Career(nuttige links, stagevacatures, evenementen) - Master's Placement met vermelding van procedures, stagecoördinator(en) en formulieren voor inschrijving, stageplan, evaluatie, beurzen. 2. www.rug.nl/let/mobilityoffice en 3. www.rug.nl/let/careerstrategy |
|
| terug naar boven |
|
4 | Master's Thesis in Archaeology | LPX999M20 |
De student wordt voor dit onderdeel geacht zelfstandig een wetenschappelijke vraagstelling te formuleren en een onderzoek op te zetten volgens een te verantwoorden werkwijze. Hij/zij dient voor het onderzoek relevante gegevens te verzamelen, te rangschikken, analyseren, correleren en waarderen, en relevante conclusies te trekken. Conclusies worden op heldere en overzichtelijke wijze schriftelijk weergegeven. De beschikbare tijd wordt zodanig ingedeeld dat de student de scriptie binnen de daarvoor gestelde tijd afrond. Studenten die hebben gekozen voor de specialisatie ecologische archeologie kiezen een ecologisch onderwerp voor de scriptie. Studenten worden gestimuleerd het onderwerp van de scriptie te relateren aan lopend onderzoek, doorgaans gecombineerd met veldwerk of stage. De scriptie gaat vaak gepaard met materiaalonderzoek, digitaliseren van kaarten of het verwerken van grote bestanden. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Engels en Nederlands | Coordinator | prof. dr. P.A.J. Attema | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | zelfstudie (begeleid) | Toetsvorm | presentatie, scriptie | ECTS | 20 | Entreevoorwaarden | Studenten dienen 20 ects aan Ma-vakken van het eerste semester te hebben behaald alvorens zij kunnen starten met de masterscriptie. |
|
| terug naar boven |
|
5 | Projectontwerp en Uitwerking | LPX016M10 |
Archeologisch veldwerk binnen en buiten Nederland levert een grote hoeveelheid rapporten en opgravingsverslagen op (de zogenaamde basisrapportage), die de basis vormen voor verder wetenschappelijk onderzoek en ‘het verhaal’ over een bepaalde periode of een bepaald onderwerp uit het verleden. Uitgangspunt voor de basisrapportage zijn de onderzoeksvragen die in een Plan van Eisen (PvE) of ander onderzoeksplan zijn opgesteld. Deze hebben vaak betrekking op de periodisering en ontwikkeling van een vindplaats, en de specialistische uitwerking van vondsten (o.a. aardewerk, vuursteen en dierlijk bot) en botanische resten (zaden en pollen). In de praktijd blijkt er echter een spanningsveld te bestaan tussen de opgestelde onderzoeksvragen en de wijze waarop deze in samenhang met elkaar worden beantwoord: individuele specialisten beschrijven wel hun bevindingen, maar vaak los van elkaar en zonder de integratie in een overkoepelende synthese. Om het ‘gat’ tussen individu en collectief te overbruggen, gaan de studenten binnen dit vak groepsgewijs met een (deel van een) opgraving aan de gang: er wordt gezamenlijk een uitwerkingsplan opgesteld (aansluitend bij de onderzoeksvragen), individueel wordt een specialistisch onderzoek opgesteld, en de uitkomsten van dit onderzoek worden gezamenlijk in een synthese verwerkt. |
|
| terug naar boven |
|
6 | Regionale Synthese | LPX017M10 |
Zowel in de academische en commercieel-archeologische praktijk als in de publieksarcheologie is het vermogen om veelsoortige gegevens op een kritische manier bijeen te brengen en met elkaar te verbinden een vereiste om te komen tot een rapport, presentatie of narratief dat uitgaat boven de beschrijving en analyse van een individuele vondstplek.
Deze module is erop gericht studenten te leren op een regionale schaal landschappelijke, topografische en historiografische gegevens te verbinden met gegevens afkomstig van (bio)archeologisch onderzoek.
Daartoe zullen de studenten groepsgewijs aan een specifieke regiostudie werken en hierover mondeling en schriftelijk rapporteren.
Binnen elke groep zijn de rollen zo verdeeld dat er een multidisciplinaire benadering ontstaat waarbij de individuele inbreng per student duidelijk is afgebakend. |
Faculteit | Letteren | Voertaal | Nederlands | Coordinator | prof. dr. P.A.J. Attema | Docent(en) | prof. dr. P.A.J. Attemadr. P.M. van Leusen | ECTS | 10 | Entreevoorwaarden | afgeronde Bachelor in archeologie | Opmerkingen | participatie in alle werkcolleges is verplicht. De voertaal is Nederlands. Bij voldoende intersse kunnen Engelstalige studenten deelnemen in een Engelstalige werkgroep. |
|
| terug naar boven |
|