Faculteit | Letteren |
Jaar | 2020/21 |
Vakcode | LWX016P05 |
Vaknaam | Gesch. en theorie van kunsten & media, B |
Niveau(s) | propedeuse |
Voertaal | Engels en Nederlands |
Periode | semester I b |
ECTS | 5 |
Rooster | Rooster onder voorbehoud |
Uitgebreide vaknaam | Geschiedenis en theorie van kunsten en media, B | ||||||||||||||||||||||||
Leerdoelen | De student is in staat belangrijke ontwikkelingen (stilistische en inhoudelijke stromingen, het gebruik van verschillende media) in de geschiedenis van de kunsten in – voornamelijk, maar niet uitsluitend – de Westerse cultuur, van de prehistorie tot heden, in hun context te karakteriseren. De student heeft enige ervaring met het zelfstandig en kritisch lezen en verwerken van wetenschappelijke literatuur. De student kan gevonden resultaten mondeling en schriftelijk presenteren. | ||||||||||||||||||||||||
Omschrijving | Dit college biedt een overzicht van de ontwikkeling van de kunsten, van de eerste verbale, visuele en beeldende, muzikale en performatief - theatrale uitingen, tot aan de opkomst van nieuwe media en de grensoverschrijdende ontwikkelingen van onze tijd. De aandacht gaat daarbij uit naar de relatie tussen ontwikkelingen in de kunsten en de ontwikkeling van a) de dragers of media (de ‘technologie’ van, o.a., lichaam, voorwerpen, gesproken en geschreven taal, instrumenten, architectuur, film en digitale media) en b) de context (sociaal-economisch; cultureel). Daarnaast wordt ook de wederzijdse beïnvloeding van de kunsten nadrukkelijk aan de orde gesteld. Na een inleiding over de begrippen kunst, cultuur en media, en hun onderlinge relatie, wordt de ontwikkeling van de kunsten chronologisch behandeld, waarbij een beperkt aantal vragen de behandeling van de stof stuurt: 1) Welke kunsten, respectievelijk genres, zijn op een bepaald tijdstip dominant? 2) Hoe ontstaat en verandert een bepaalde kunstvorm, respectievelijk genre? 3) Hoe hangt de ontwikkeling (ontstaan en verandering) van de kunsten, respectievelijk genres, samen met technologische ontwikkelingen? 4) Welke functie(s) vervullen de kunsten, respectievelijk genres, binnen een cultuur, en hoe hangt dit samen met de ontwikkeling van de culturele context? De nadruk ligt op de ontwikkelingen in het West-Europese cultuurgebied met inbegrip echter van de wederzijdse beïnvloeding van westerse en niet-westerse kunsten. |
||||||||||||||||||||||||
Uren per week | 4 | ||||||||||||||||||||||||
Onderwijsvorm | hoorcollege, werkcollege | ||||||||||||||||||||||||
Toetsvorm | multiple choice, schriftelijk tentamen, schriftelijke opdracht(en) | ||||||||||||||||||||||||
Vaksoort | propedeuse | ||||||||||||||||||||||||
Coördinator | prof. dr. B.P. van Heusden | ||||||||||||||||||||||||
Docent(en) | prof. dr. B.P. van Heusden | ||||||||||||||||||||||||
Entreevoorwaarden | Aan dit vak kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat Geschiedenis en theorie van Kunsten en Media A is gevolgd. | ||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | 80% aanwezigheidsplicht en actieve deelname tijdens de werkcolleges. Dit vak staat open als bijvak en Open College. Hoofdvakstudenten hebben voorrang op bijvakstudenten. |
||||||||||||||||||||||||
Opgenomen in |
|