1 | Citizenship development and education | PAMAE012 |
|
|
| terug naar boven |
|
2 | Contemporary Youth Issues | PAMAY205 |
This course acquaints students with contemporary topics in youth research and policy making around the world. We focus on key challenges faced by young people, ranging from health to sexuality, migration and minority status, to employment and social exclusion. In a series of lectures, we tackle a range of questions including “Why do we need to talk about this issue?”, “How many young people are affected by it and how does it impact their health and well-being?”, and “What are current policies and practice approaches to tackling this issue?”. Students are expected to be active co-producers of knowledge by conducting own research, presenting results to the group, discussing implications for current practice, and making well-founded suggestions for improvements to a non-academic audience. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | dr. T. Kretschmer | Docent(en) | dr. T. Kretschmer | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | werkstuk (individueel) | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
3 | DMCP:using Research to improve Policy and Practice | PAMAY204 |
|
|
| terug naar boven |
|
4 | Domain-specific Professional Skills | PAMAE009 |
|
|
| terug naar boven |
|
5 | Education for a better world | PAMAE014 |
|
|
| terug naar boven |
|
6 | Ethics in Care and Education | PAMA5105 |
|
|
| terug naar boven |
|
7 | Expertise, education and psychological practice | PAMAE013 |
|
|
| terug naar boven |
|
8 | In the best interests of the child | PAMAE011 |
|
|
| terug naar boven |
|
9 | Innovations and Transf. in Youth Care and Edu. | PAMAY303 |
|
|
| terug naar boven |
|
10 | Internship | PAMAY501 |
|
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | dr. P.R. Schreuder | Docent(en) | | Onderwijsvorm | stage | Toetsvorm | stageverslag | ECTS | 10 |
|
| terug naar boven |
|
11 | Internship | PAMA5196 |
De student doet 560 uur praktijkervaring op in een organisatie waarin zorg, onderwijs of ondersteuning wordt geboden aan personen met doofblindheid. Onderdeel van deze praktijkervaring is het uitvoeren van diagnostiek en interventie. De student schrijft hierover een stageverslag, waarin hij kritisch reflecteert op de organisatie, de diagnostiek en interventie en hetgeen de student heeft geleerd van de praktijkervaring. Tevens werkt de student een casus uit in een verslag, waarin hij voor één persoon met doofblindheid de stappen van de orthopedagogische handelingscyclus beschrijft. |
|
| terug naar boven |
|
12 | Introduction to Deafblindness | PAMA5191 |
De theoretische introductie bestaat uit specifieke thema's die zich richten op de impact van doofblindheid op ontwikkeling en leren, op methoden die ontwikkelig en leren in kaart brengen en op interventies die de ontwikkeling en leren bevorderen. Het betreft ondermeer de volgende thema's: cognitieve ontwikkeling, diagnostiek, sociale ontwikkeling en identiteit, communicatie interventies, ondersteuning van opvoeders, tactiele gebarentaal en betekenisvolle activiteiten. Tijdens de colleges over de verschillende thema's worden studenten geacht actief te participeren tijdens video-analyses en opdrachten waarbij theorie aan praktijk aan elkaar worden verbonden. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | dr. S. Damen | Docent(en) | dr. S. Damenprof. dr. H.J.M. Janssen | Toetsvorm | schriftelijk tentamen (essay) | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Relevante bachelor opleiding; voldoende kennis van methodologie; voldoende vaardigheid in het Engels | Opmerkingen | Artikelen: zie Nestor |
|
| terug naar boven |
|
13 | Master thesis | PAMA5197 |
De kern van de Master thesis bestaat uit het relatief zelfstandig ontwerpen en uitvoeren van onderzoek. Daarover wordt gerapporteerd in de ‘masterthesis’. De masterthesis is een academisch verslag van een afgerond wetenschappelijk onderzoek. Het verslag moet aantonen dat de student in staat is een eigen wetenschappelijke bijdrage te kunnen leveren aan het onderzoek naar doofblindheid. De masterthesis is een individueel product. Uit de thesis moet blijken dat een gedegen oriëntatie heeft plaatsgehad op de literatuur met betrekking tot het onderwerp, er sprake is geweest van een wetenschappelijk verantwoorde data verzameling en er een theoretisch kader is gebruikt voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten. De student presenteert zijn thesis voor een internationaal publiek tijdens de graduation day van de Master Deafblindness in september. |
|
| terug naar boven |
|
14 | Master's thesis | PAMAY502 |
|
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | dr. P.R. Schreuder | Docent(en) | | Toetsvorm | werkstuk | ECTS | 20 |
|
| terug naar boven |
|
15 | Masterstage Orthopedagogiek | PAMA5165 |
Centraal bij de masterstage staat het kennismaken met de Orthopedagogische praktijk en het oefenen van vaardigheden die in deze praktijk relevant zijn. Een belangrijk onderdeel van de stage is het opdoen van ervaring met de werkzaamheden van de orthopedagoog in een praktijksetting. Deze praktijksetting kan betrekking hebben op onder andere het onderwijs, jeugdhulp of mensen met een beperking. Wetenschappelijke inzichten en methodische kennis worden in deze periode getoetst aan de werkwijze(n) in een orthopedagogische voorziening. Het welslagen van de stage vereist dat je de benodigde professionele basisvaardigheden van het betreffende veld eigen maakt en leert om op academisch niveau te reflecteren op de eigen werkzaamheden en de context waarin deze worden uitgevoerd.
Onderdelen van de stage zijn de 'Stageterugkomdagen' (bijeenkomsten die georganiseerd worden tijdens de periode waarin de stage wordt gelopen) en de Integrale Casusbeschrijving.
Omschrijving Integrale Casusbeschrijving
De casusbeschrijving is een verslag van een orthopedagogisch diagnostisch onderzoek en interventie in een problematische opvoedings- en/of onderwijsleersituatie. In het verslag dient naar voren te komen dat de student contextgericht, veranderingsgericht en dialooggestuurd te werk is gegaan vanuit een transactionele visie op ontwikkeling. De uitvoering van het onderzoek en de interventie zal binnen de praktijkinstelling plaatsvinden. De student dient in deze casus, in overleg met de praktijk-instelling, een zo groot mogelijk aandeel te hebben in alle fasen van de orthopedagogische diagnostiek en interventie. Integrale Casusbeschrijving is een onderdeel van de masterstage en dient met een voldoende te worden afgerond. Zonder een voldoende beoordeling van de casusbeschrijving kan het stagecijfer niet definitief worden. Indien de student de Basisaantekening Diagnostiek van de Nederlandse Vereniging voor Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) wil behalen, dienen tijdens een klinische stage minimaal 200 uren te worden besteed aan diagnostiek en twee extra casussen te worden uitgewerkt volgens de richtlijnen van de NVO. Deze kunnen binnen dit vak beoordeeld laten worden. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | H.J. Zwartenkot-Norder, MSc. | Docent(en) | diverse docentendr. C.B. Lunenborg B.G. Poolman | Onderwijsvorm | praktische oefening, stage, werkcollege, zelfstudie, hoorcollege, intervisie | Toetsvorm | deelname, opdrachten, schriftelijke opdrachten, stageverslag, verslag | ECTS | 25 | Entreevoorwaarden | Relevant Bachelordiploma, dan wel een afgerond schakelprogramma van de SPO. | Opmerkingen | In de handleiding voor het Masterproject worden de onderdelen van het Masterproject beschreven. Tevens zijn alle benodigde formulieren en protocollen hierin opgenomen. De handleiding is te downloaden van Nestor. Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van de handleiding en de hierin genoemde regelgeving m.b.t. het Masterproject na te leven. Alle betrokken docenten en coördinatoren voor de stage zijn te bereiken via het emailadres: stage.ortho@rug.nl.
Meer informatie over Integrale Casusbeschrijving staat in de Handleiding Integrale Casusbeschrijving op Nestor. Staat het antwoord op je vraag niet in de handleiding? Mail dan naar: casus.ortho@rug.nl. |
|
| terug naar boven |
|
16 | Masterthese Orthopedagogiek | PAMA5166 |
Centraal bij de uitvoer van de masterthesis staat het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het rapporteren hiervan. Onderwerpen worden aangeboden door de afdeling Orthopedagogiek en sluiten aan bij één van de lopende onderzoeksthema's van de afdeling. De onderzoeksresultaten worden beschreven in een wetenschappelijk verslag en mondeling gepresenteerd en verdedigd tijdens het forum. De instapmomenten zijn september en februari. Let op: studenten die starten in februari worden verzocht zich in oktober via ProfressWWW in te tekenen, zodat de onderwerpen tijdig verdeeld kunnen worden. Voor de studenten die starten in september, worden de onderwerpen verdeeld via een voorbereidende omgeving. Hiervoor worden studenten automatisch ingeschreven als ze zich inschrijven voor de voorbereiding voor de masterstage. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Coordinator | dr. J. Luijkx | Docent(en) | diverse docenten | Onderwijsvorm | responsiecollege, zelfstudie, hoorcollege, practicum | Toetsvorm | deelname, presentatie, scriptie | ECTS | 20 | Entreevoorwaarden | Afgeronde Bacheloropleiding | Opmerkingen | In de Handleiding voor het Masterproject worden de onderdelen van het Masterproject beschreven. Tevens zijn alle benodigde formulieren en protocollen hierin opgenomen. De handleiding is te downloaden van Nestor. Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van de handleiding en de hierin genoemde regelgeving m.b.t. het Masterproject na te leven. |
|
| terug naar boven |
|
17 | Methods | PAMA5193 |
Deze cursus bestaat uit werkcolleges over kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Studenten werken daarbij aan opdrachten waarin methoden worden toegepast voor het onderzoek naar doofblindheid. Studenten worden gedurende hun masterjaar gecoacht en ondersteund bij het kiezen van een onderzoeksopzet en het selecteren en toepassen van instrumenten voor het verzamelen van gegevens in een onderzoeksproject. Daarnaast krijgen ze coaching en ondersteuning bij de data-analyse. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | dr. S. Damen | Docent(en) | dr. S. Damen | Onderwijsvorm | werkcollege, zelfstudie | Toetsvorm | opdrachten | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
18 | Methods in Youth Research | PAMAY104 |
The Methods in Youth Research course covers different methodologies and analytical techniques for research among and with youth in the social sciences. The course consists of seminars, working lectures, self-study, and individual assignments.
Lecturers will discuss key aspects of different methodologies, including youth participation, quantitative, and qualitative research. Practical examples will be used to illustrate the applicability of different methods to answer different research questions that are of relevance to youth, society, and policy-related topics.
Qualitative research – Will provide an introduction into qualitative analysis of written text (e.g., transcribed interviews, diaries, documents, Tweets). First, some principles of data reduction and interpretation will be explained. We will focus on (open) coding and thematic analysis, and developing a coding book using selected materials.
Quantitative research - Will provide an introduction into the use of (secondary) datasets and person-based approaches. Presenting data from studies such as TRAILS, the sessions focus on practical applications of quantitative methods. We seek to clarify how longitudinal methods can inform about risk, protective, and promotive factors for positive youth development. |
|
| terug naar boven |
|
19 | Orthopedagogische refl. - De brug tussen th & pr | PAMA5104 |
Aan het einde van de Masteropleiding Orthopedagogiek is het belangrijk om stil te staan bij de status van de theorievorming, van het onderzoek en van de praktijk. Op die manier slaan we nog eenmaal de brug tussen orthopedagogiek als praktijkgerichte wetenschap enerzijds en de wetenschappelijk gefundeerde orthopedagogische praktijk anderzijds. Hoe kijken we daar op terug aan het einde van de studie? Hoe zijn de verschillende theorieën te waarderen? En welk wetenschappelijk onderzoek kan de toets der kritiek doorstaan? |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Nederlands | Docent(en) | prof. dr. H.J.M. Janssendr. J. Knot-Dickscheit | Onderwijsvorm | hoorcollege | Toetsvorm | opdracht, schriftelijk tentamen (essay) DIGITAL | ECTS | 5 | Opmerkingen | - Het vak Orthopedagogische reflectie wordt twee keer per jaar aangeboden: één keer voor de studenten die in september met hun master zijn gestart en één keer voor de studenten die in februari met hun master zijn gestart. Het vak wordt gegeven in het tweede semester van het master jaar (bij de 'september-instroom' dus in april-juli, bij de 'februari-instroom' dus in oktober-januari). Zorg ervoor dat je je bij het juiste vak aanmeldt. - Dit is een afsluitend vak van de master. Je volgt dit vak daarom aan het eind van je studiejaar (en dus niet eerder). |
|
| terug naar boven |
|
20 | Participation and Policy | PAMAY107 |
The United Nations Convention on the Rights of the Child (UNCRC, 1989) states that all children should have access to education (art. 28) and that they have the right to express their views and to be heard on matters that concern them (art. 12). These articles convey a notion of what it means to be a child and of the importance of participation in society. However, the concept of ‘child and youth participation’ is a contested one. On the local, national and international level, the cultural context of societies influences concepts and definitions of young persons’ participation, leading to a broad diversity in policies and practices. In some societies child and youth participation is implemented in several policies and practices, engaging children and young people in fundamental ways. In other countries child and youth participations is little more than a token. A similar situation can be found on the organizational level: some organizations show a strong focus in their policy on children and youth participation, while others do not. This difference becomes even more visible when young people have disabilities or special educational needs (SEN). The importance of their participation is often overlooked, or they are consulted only for matters relating to their needs or disability: they are not addressed as typically developing children or youth. This raises questions about the scope and consequences of vulnerability in relation to participation. In this course you will study how conceptualisations of child and youth participation shape social, educational or care practices, thus inhibiting or enabling the improvement of these practices. Informed by theories and pedagogical views on children and youth participation, you will analyse and discuss examples of this as described in (children and youth) policy documents. Students of the track Youth0-21, Society and Policy will focus on international youth policy documents, students of the track ‘Orthopedagogiek’ will focus on policy documents of the organization of their internship. |
|
| terug naar boven |
|
21 | Qualitative Research Methods | GMREMA02 |
|
|
| terug naar boven |
|
22 | Research Thesis | PAMAE021 |
In het afstudeeronderzoek worden de kennis en vaardigheden die de student in de opleiding verwerft en ontwikkelt, geïntegreerd. Het algemene leerdoel van het afstudeerproject is het zelfstandig kunnen opzetten en uitvoeren van en rapporteren over een wetenschappelijk onderzoek. Van de student wordt daarbij verwacht dat hij/zij kritisch kan reflecteren op vraagstellingen, methodologische kwesties en onderzoeksresultaten. In de these laat de student zien dat hij/zij een consistent betoog kan formuleren, met helder onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, en duidelijk de eigen bevindingen kan presenteren en hierop kan reflecteren. |
|
| terug naar boven |
|
23 | Stage | PAMAE010 |
De opleiding stelt zich ten doel dat afgestudeerden in staat zijn de wetenschappelijke inzichten die zij tijdens de opleiding hebben opgedaan kunnen toepassen in het werkveld, en hierin als zelfstandige beroepsbeoefenaar werkzaam kunnen zijn. De stage beoogt studenten vertrouwd te maken met de eisen die aan hen als beroepsbeoefenaar worden gesteld, en hen kennis te laten maken met het beroepenveld waarin zij hun kennis en inzichten kunnen toepassen. De stage vindt plaats bij een instelling of een organisatie werkzaam ten behoeve van het onderwijs of de jeugdzorg. Tijdens de stage verricht de student activiteiten waardoor hij kennis krijgt van de werkzaamheden van professionals, verhoudingen tussen professionals, de dagelijkse gang van zaken binnen professionele organisaties.
De stage kent twee dimensies. (1) Studenten maken tijdens de stage kennis met het functioneren van de organisatie en de werkzaamheden van professionals door deel te nemen aan enkele reguliere activiteiten binnen de organisatie. (2) Studenten brengen een specifiek vraagstuk in kaart dat binnen de betreffende instelling of organisatie actueel is, of werken zij mee aan een concreet product / ontwerp / beleidsadvies of dergelijke. De twee dimensies worden uiteraard geïntegreerd. |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | dr. A. Zuurmond | Docent(en) | dr. A. Zuurmond | Onderwijsvorm | practicum | Toetsvorm | dossier | ECTS | 5 |
|
| terug naar boven |
|
24 | Student Diversity in the (Inclusive) Classroom | PAMAOWL07 |
In this course, major theoretical, methodological, instructional and organisational advances that have occurred in the field of (special needs) education are focused upon. The core issue is how (effectively) support meets learner needs. Hence, two major themes are addressed: 1. The role of teachers and counsellors interacting with the diversity of students: cultural biases, interpersonal and intercultural diversity; 2. Opportunities to support learner (special) needs in learning (problems in the acquisition and automatization of reading, spelling, writing, math, information-processing and working memory problems), in social-emotional, in self-concept related and in behavioural challenges within the (inclusive) classroom context. |
|
| terug naar boven |
|
25 | Theories and Models | PAMA5192 |
In dit vak demonstreren studenten dat ze een metaview ontwikkeld hebben waardoor ze in staat zijn bepaalde dialogische en ontwikkelingsgerichte theorieen en modellen te koppelen aan hun eigen masterproject. Voor het schrijven van hun essay gebruiken ze de verplichte literatuur bestudeerd als introductie op dit master programma |
Faculteit | Gedrags- en MaatschappijWetenschappen | Voertaal | Engels | Coordinator | prof. dr. H.J.M. Janssen | Docent(en) | | Toetsvorm | opdracht | ECTS | 5 | Entreevoorwaarden | Relevante bachelor opleiding; voldoende kennis van methodologie; voldoende vaardigheid in het Engels (TOEFL score of 550-600) | Opmerkingen | Artikelen: zie Nestor |
|
| terug naar boven |
|