Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

The maternal brain in (pre)eclampsia

Long-term neurocognitive functioning
Promotie:Mw. I.R. (Ineke) Postma
Wanneer:02 juli 2014
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. J.G. Aarnoudse, prof. dr. J.M. (Anke) Bouma
Copromotor:dr. G. Zeeman
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
The maternal brain in (pre)eclampsia

Cognitieve problemen na zwangerschapsvergiftiging

Hoewel zwangerschapsvergiftiging altijd werd gezien als een voorbijgaande aandoening bij zwangere vrouwen, ervaren sommige vrouwen nog jaren na een zwangerschapsvergiftiging vergeetachtigheid, concentratieproblemen en angstige en depressieve gevoelens. Ineke Postma onderzocht daarom in haar promotieonderzoek of deze klachten inderdaad een gevolg van zwangerschapsvergiftiging kunnen zijn.

Zwangerschapsvergiftiging, ofwel pre-eclampsie, komt in Nederland voor bij 3% van de zwangere vrouwen, in ontwikkelingslanden zelfs bij 15%. Bij zwangerschapsvergiftiging is er sprake van een te hoge bloeddruk en eiwitverlies in de urine. Daardoor krijgen de organen van de vrouw niet genoeg bloed. Als de hersenen betrokken raken en een vrouw stuipen of toevallen krijgt, waarbij ook bewustzijnsverlies optreedt, wordt dit eclampsie genoemd. Eclampsie komt in Nederland slechts bij 0,06% van de zwangerschappen voor, maar draagt bij aan een groot deel van de moedersterfte.

Uit het onderzoek van Postma blijkt dat vrouwen jaren na een zwangerschapsvergiftiging op vragenlijsten meer cognitieve klachten en een slechtere kwaliteit van leven rapporteren dan vrouwen na een normale zwangerschap. Deze cognitieve klachten blijken echter niet naar voren te komen op neurocognitieve tests in een gecontroleerde testomgeving. Postma concludeert dat vrouwen na zwangerschapsvergiftiging wel goed kunnen functioneren in een gecontroleerde omgeving, maar in complexe, stressvolle situaties in het dagelijks leven vaker  problemen kunnen ervaren.

Tot slot deed Postma onderzoek naar mogelijke veranderingen in de witte stof van de hersenen van vrouwen met en zonder zwangerschapsvergiftiging en relateerde dat aan het cognitief functioneren van deze vrouwen. Zij ontdekte wel een verschil in wittestofveranderingen tussen vrouwen met en zonder zwangerschapsvergiftiging, maar kon geen verband leggen tussen de veranderingen in de witte stof en de gerapporteerde cognitieve klachten.

Ineke Postma (1987) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij deed haar onderzoek bij de afdeling Obstetrie en Gynaecologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Haar onderzoek is onderdeel van de onderzoekslijn ‘Causes and consequences of cerebrovascular complications due to hypertensive disease in pregnancy.’ Het onderzoek is gefinancierd door de Junior Scientific Masterclass van het UMCG, de Jan Cornelis de Cock Stichting en ZonMw.