Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Rhegmatogenous retinal detachment

Incidence, risk factors, postoperative recovery & vision related quality of life
Promotie:Dhr. M.A.J. (Mathijs) van de Put
Wanneer:10 december 2014
Aanvang:11:00
Promotor:prof. dr. J.M.M. Hooymans
Copromotor:dr. L.I. Los
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Rhegmatogenous retinal detachment

Toename verwacht van patiënten met een netvliesloslating 

Het aantal patiënten met een netvliesloslating zal de komende jaren groeien. Dat verwacht UMCG-onderzoeker Mathijs van de Put op basis van twee Nederlandse pilot studies. Een netvliesloslating treedt inmiddels twee keer zo vaak op als in eerdere studies werd geconcludeerd, bij 1 op de 5.000 Nederlanders. Een netvliesloslating blijkt verder het meest voor te komen bij mensen tussen de 65-69 jaar, en vaker bij mannen dan bij vrouwen. Nu het aantal 55-plussers toeneemt, zal het aantal patiënten met een netvliesloslating ook verder stijgen.

Het netvlies is de binnenbekleding van het oog. Het oog is gevuld met glasvocht, een doorzichtige gel, die het grootste deel van het oog opvult. Wanneer iemand ouder wordt, kan deze gel vervloeien en tijdens dit proces kunnen er scheurtjes in het netvlies ontstaan. Hierdoor kan het vervloeide glasvocht achter het netvlies terecht komen en op die manier een netvliesloslating veroorzaken. Om schade aan het netvlies en daardoor slechtziendheid of blindheid te voorkomen, is het belangrijk om een netvliesloslating te behandelen.

Van de Put concludeert dat het in meer dan 95% van de gevallen lukt om met één of meer operaties het netvlies weer aanliggend te krijgen. Wel is het zicht van patiënten na de operatie vaak minder goed dan voor de netvliesloslating. Dit is met name het geval wanneer de gele vlek, het gebied dat betrokken is voor scherp zien, betrokken was bij de loslating. Dit blijkt in ongeveer de helft van de gevallen te gebeuren. Tot slot stelde de promovendus vast dat naast het langer bestaan van de netvliesloslating ook de hoeveelheid vocht onder het netvlies ter hoogte van de gele vlek een factor van belang is voor het postoperatieve herstel. Hoe minder vocht en hoe korter de netvliesloslating bestaat, hoe beter de mogelijkheden zijn voor herstel.

Mathijs van de Put (1981) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij het W.J. Kolff Instituut van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door de Professor Mulder Stichting, Stichting Blindenhulp en de Stichting Nederlands Oogheelkundig Onderzoek.