Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Vrijheid, gelijkwaardigheid & bevoogding

Over bewonersparticipatie in het stimuleren van sociale weerbaarheid in (probleem)wijken
Promotie:Dhr. I.M. (Ivo) Nienhuis
Wanneer:13 november 2014
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. G. de Roo
Copromotor:dr. ir. T. (Terry) van Dijk
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Ruimtelijke Wetenschappen
Vrijheid, gelijkwaardigheid & bevoogding

Zelforganisatie van bewoners kan niet worden afgedwongen

Als gevolg van de huidige bezuinigingen op sociale voorzieningen moeten burgers steeds meer zelf doen om leefbaarheidsproblemen op te lossen. Zelforganisatie van burgers staat daardoor stevig in de belangstelling. Veel gemeenten en instellingen experimenteren binnen hun wijkgerichte beleid met de vraag hoe zelforganisatie van bewoners kan worden gestimuleerd. Ivo Nienhuis onderzocht in buurtgemeenschappen in Arnhem welke investeringen leiden tot betere zelforganisatie en hoe de relatie met bewoners eruit moet zien om zelforganisatie te bevorderen.

Nienhuis concludeert dat zelforganisatie niet kan worden afgedwongen, omdat intrinsieke motivatie van bewoners (het eigen belang van bewoners en de interesse in het onderwerp van zelforganisatie) één van de belangrijkste drijfveren is om actief mee te werken aan het oplossen van gedeelde leefbaarheidsproblemen.

Dat zelforganisatie niet kan worden afgedwongen, betekent volgens Nienhuis niet dat gemeenten en instellingen niets meer kunnen doen. Hij toont aan dat zelforganisatie wel degelijk te stimuleren is.  Uitgangspunt hierbij is dat het bevorderen van zelforganisatie een situationeel vraagstuk is, en daarmee mede afhankelijk van de kenmerken van een specifieke wijk. Zo is professionele bemoeienis vaak contraproductief in een buurt die prima in staat is om ervaren leefbaarheidsproblemen op te lossen. Faciliteren van bewonersinitiatieven door middel van het beschikbaar stellen van financiën, een ruimte of expertise is in die gevallen de beste manier.

Professionele bemoeienis is juist wel op zijn plaats wanneer een buurtgemeenschap de ervaren problemen oplost op een manier die niet in lijn ligt met de maatschappelijke (on)geschreven normen en waarden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een buurtgemeenschap die hangjongeren met een honkbalknuppel letterlijk de buurt uitslaat. In plaats van faciliteren is in dat geval juist een bevoogdende werkwijze op zijn plaats.

Professionele bemoeienis is ook gewenst wanneer bewoners niet in staat zijn om gezamenlijk ervaren leefbaarheidsproblemen op te lossen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer bewoners langs elkaar heen leven of uiteenlopende opvattingen hebben over het samenleven in de buurt. In plaats van faciliteren of bevoogden is het dan juist verstandig om in te zetten op een proces waar bewoners (en professionals) op basis van gelijkwaardigheid en samenspraak komen tot een gewenste oplossing voor het ervaren probleem.

Ivo Nienhuis studeerde Human Geography. Hij verrichtte zijn onderzoek bij de basiseenheid Planologie van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen en het interfacultaire Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid. Het onderzoek werd gefinancierd door het gemeenschappelijk overleg van woningbouwcorporaties in Arnhem (waaronder Vivare, Portaal, Volkshuisvesting).