Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Personal growth in organizational contexts

The effectiveness of a personal growth training for employees and leaders
Promotie:Dhr. T. (Thomas) Kowalewski
Wanneer:02 februari 2015
Aanvang:16:15
Promotors:R.P.M. (Rafael) Wittek, Prof, prof. dr. S.M. (Siegwart) Lindenberg, PhD
Copromotor:dr. G.G. Anthonio
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Personal growth in organizational contexts

Effectiviteitstraining levert effecten op, maar niet altijd zoals verwacht

Onder de verschillende benaderingen die organisaties hanteren om de effectiviteit van hun personeel te verbeteren, is de focus op zelfverbetering, persoonlijke ontwikkeling en persoonlijk leiderschap de laatste decennia in populariteit toegenomen. Persoonlijke groei wordt gezien als een noodzakelijke voorwaarde voor het vergroten van de effectiviteit op de werkplek en ze worden zowel op leidinggevend als niet-leidinggevend personeel toegepast. Critici geven aan dat de zelfverbeteringsindustrie een ongereguleerde sector is en dat de producten ervan vaak niet wetenschappelijk zijn onderzocht. Thomas Kowalewski deed onderzoek naar de populaire training ‘The 7 Habits of Highly Effective People’ van Stephen R. Covey. Hij ging na welk nut deze training heeft als instrument voor de ontwikkeling van medewerkers en leiders binnen organisaties. Voor zowel de organisaties als voor de medewerkers en managers vond hij effecten die verschillende consequenties kunnen hebben.

Medewerkers en teams die een ‘7 Habits’-training gevolgd hebben vertonen achteraf meer innovatief werkgedrag dan medewerkers in de controleconditie, maar blijken die innovatieve werkgedragingen zich niet automatisch te vertalen in een betere werkprestatie. In lijn met de bewering van trainingen zoals de ‘7 Habits’-training dat ze bijdragen aan de zelfverbetering van individuen, laat dit onderzoek zien dat medewerkers die de training gevolgd hebben, minder zelfregulerende tegenslagen ervaren na een periode van werk-thuisconflicten in vergelijking met medewerkers uit de controleconditie. Echter, medewerkers die de training volgden zijn achteraf ook minder tevreden over hun carrièremogelijkheden, de inhoud van hun baan en hun werk in het algemeen vergeleken met medewerkers in de controleconditie. Een mogelijke verklaring voor dit effect is dat medewerkers die de training volgden zich achteraf nieuwe en ambitieuze doelen voor hun carrière stellen waardoor mogelijke discrepancies tussen hun huidige en hun ideale carrière makkelijker zichtbaar worden.

Managers die de reguliere ‘7 Habits’-training volgden, aangevuld met een coachingstraining van hetzelfde programma (train-the-trainer), worden door hun medewerkers in sterkere mate als transformationele leiders waargenomen, een stijl van leidinggeven die in de literatuur overwegend gekoppeld wordt aan effectieve medewerkers en effectieve organisaties. Echter, het volgen van alleen de reguliere ‘7 Habits’-training, als een maatregel om ‘effectief leiderschap’ te verhogen, gaat samen met een toename van autocratisch leiderschap, een stijl van leidinggeven die het minst consequent wordt gekoppeld aan effectief leiderschap in de bestaande leiderschapsliteratuur.

Afsluitend concludeert Thomas Kowalewski dat de training aantoonbare effecten heeft op specifieke gedragingen en cognities van de deelnemers. Hij verwacht dat de antwoord op de vraag hoe deze effecten op lange termijn zullen uitpakken mede wordt bepaald door hoe organisaties na de training met deze effecten zullen omgaan.

Thomas Kowalewski deed zijn onderzoek bij het Interuniversitair Centrum voor Sociaal-Wetenschappelijke Theorievorming en Methodenontwikkeling (ICS). Het werd gefinancierd door FranklinCovey Nederland, Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen.