Connecting, interacting and supporting
| Promotie: | J. (Jasperina) Brouwer, PhD |
| Wanneer: | 22 mei 2017 |
| Aanvang: | 11:00 |
| Promotors: | prof. dr. W.H.A. (Adriaan) Hofman, A. (Andreas) Flache, Prof |
| Copromotor: | dr. E.P.W.A. Jansen |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Gedrags- en Maatschappijwetenschappen |
Kleinschalig groepsonderwijs niet voor iedereen gunstig
Geen massacolleges meer maar kleinschalig groepsonderwijs. Dit is hoe het hedendaagse hoger onderwijs en de manier waarop universiteiten zich presenteren als aantrekkelijk voor studenten. Studenten leren elkaar immers snel kennen wanneer ze samenwerken binnen de kleine groepen. De vraag is of het indelen van een cohort in kleine groepen voldoende is om alle studenten te helpen met de relatievorming die naar verwachting bijdraagt aan hun studieprestaties.
Uit de analyse van longitudinale vragenlijst- en sociale netwerkdata bleek dat wanneer studenten verwachten succesvol te zijn in hun studie, ze ook beter presteren. Het geloof in eigen kunnen werd versterkt door de relaties met medestudenten en docenten. Binnen leergemeenschappen, als een van de onderzochte vormen van kleinschalig groepsonderwijs, vormden zich hechte groepen. Nadere analyse liet echter zien dat wanneer kleine groepen worden gevormd en de studenten zelf hun weg zoeken in de universiteit, het risico bestaat op prestatiesegregatie. De beter presterende studenten creëren meer hulpbronnen binnen de leergemeenschappen en dan vooral met eveneens beter presterende medestudenten.
Maar wat te doen met de student die moeite heeft om de tentamens succesvol af te ronden? Deze studenten raken bevriend, zoeken hulp en werken bij voorkeur samen met eveneens lager presterende studenten. Wanneer de ambitie van de Nederlandse overheid luidt dat elke student het beste uit zichzelf moet halen (zie strategische agenda hoger onderwijs 2015-2025) dan zal meer onderzoek nodig zijn naar wat er binnen de kleine groepen moet gebeuren om het potentieel van alle studenten te benutten.