Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Peer influence in clinical workplace learning

A study of medical students’ use of social comparison in clinical practice
Promotie:Mw. A.N. (Janet) Raat
Wanneer:01 juni 2015
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. J. Cohen-Schotanus, prof. dr. J.B.M. (Jan) Kuks
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Peer influence in clinical workplace learning

Coassistenten erg belangrijk voor elkaars ontwikkeling tot arts

Coassistenten vergelijken zichzelf vaker met medestudenten dan met arts-assistenten of medisch specialisten. Deze onderlinge vergelijkingen blijken bovendien een belangrijke rol te spelen in het ontwikkelingsproces van coassistenten, zo concludeert Janet Raat. Zij onderzocht de invloed van onderling vergelijken op het leerproces van coassistenten. De studie kan helpen om het leerproces van coassistenten tijdens hun coschappen verder te bevorderen.

Tot voor kort werd gedacht dat coassistenten vooral leren van artsen, die optreden als docent en rolmodel. Maar coassistenten leren ook van de omgang met patiënten en – vooral – van elkaar. Tot nu toe was weinig bekend over hoe dat laatste precies in zijn werk gaat en hoeveel invloed coassistenten op elkaar uitoefenen. Raat onderzocht het door middel van een grootschalig vragenlijstonderzoek, een experimentele studie, een kwalitatieve studie onder twaalf coassistenten die vier weken lang een geluidsdagboek bijhielden, en een kwantitatieve studie naar stress en onderlinge vergelijkingen tijdens de coschappen.

Het vooroordeel dat onderling vergelijken niet goed is en stress oplevert, blijkt meestal niet juist. Raat stelt voorop dat het zich vergelijken met medestudenten juist van belang is voor een goede, professionele ontwikkeling tot basisarts. Zulke vergelijkingen hebben over het algemeen een positieve invloed op het leren in de klinische praktijk. Het verdient daarom volgens Raat aanbeveling om onderlinge contacten te faciliteren, en om het vergelijkingsgedrag te bespreken in mentor- of coachgesprekken. Dat laatste is vooral van belang voor coassistenten met veel stress – zij geven veel vaker dan coassistenten zonder stress een negatieve uitleg aan hun vergelijkingen waardoor zij extra in de problemen kunnen raken.

Janet Raat (1960) studeerde Medische Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij onderzoeksinstituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen, onderzoeksprogramma Center for Research and Innovation in Medical Education, die het onderzoek ook financierde. Raat werkt als onderzoeker medisch onderwijs in het UMCG.