Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Pharmacokinetics of antifungal drugs in severely ill patients

Promotie:Mw. M.J.P. (Marjolijn) van Wanrooy
Wanneer:17 juni 2015
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. T.S. (Tjip) van der Werf, prof. dr. J.G.W. (Jos) Kosterink, prof. dr. D.R.A. Uges
Copromotor:dr. J.W.C. (Jan-Willem) Alffenaar
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Pharmacokinetics of antifungal drugs in severely ill patients

Beter inzicht in werking antischimmelmiddelen bij ernstig zieke patiënten

Patiënten met een sterk verzwakte afweer zijn extra vatbaar voor levensbedreigende invasieve schimmelinfecties. Apotheker Marjolijn van Wanrooy onderzocht in deze kwetsbare patiëntengroep wat het lichaam precies doet met twee antifungale geneesmiddelen, voriconazol en anidulafungin.

Invasieve schimmelinfecties zijn binnendringende infecties op plekken dieper in het lichaam, zoals in de bloedbaan, de longen, lever of hersenen. Ze kunnen levensbedreigend zijn voor patiënten met een sterk verzwakte afweer: mensen met bloedkanker, mensen die een transplantatie hebben gehad, of op de intensive care (IC) liggen. Door nieuwe behandelingen wordt deze groep groter.  

Van Wanrooy ontdekte dat de blootstelling aan anidulafungin in IC-patiënten aan de lage kant is, maar toch afdoende omdat de gevonden schimmels nog gevoelig genoeg zijn voor het middel. Het afnemen van veel bloedmonsters is niet altijd mogelijk en bovendien vaak niet wenselijk bij ernstig zieke patiënten. Van Wanrooy ontwikkelde daarom ook een methode om de afname van het aantal bloedmonsters te beperken tot nog maar één monster.

Van het geneesmiddel voriconazol is bekend welke concentraties in het bloed optimaal zijn om de schimmel effectief te bestrijden. De concentraties variëren sterk in de praktijk waardoor het belangrijk is om de concentraties bij patiënten te meten. Bij een afwijkende concentratie kan een advies voor dosisaanpassing worden gegeven. Van Wanrooy stelde vast dat er soms onvoldoende informatie beschikbaar was om een goed advies te geven, dat de geadviseerde dosering niet altijd werd opgevolgd, en dat de momenten van bloedafname vaak te snel op elkaar volgden. Ze benadrukt daarom het belang van een goede samenwerking tussen de verschillende betrokken afdelingen. Ook stelde de promovenda vast dat tijdens een sterke ontstekingsreactie de afbraak van voriconazol verminderd is – en daarbij de bloedconcentraties hoger zijn. Deze kennis kan goed toegepast worden om de voriconazol-dosering bij individuele patiënten te optimaliseren.

Marjolijn van Wanrooy (1978) studeerde Farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Klinische Farmacie en Farmacologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Van Wanrooy werkt nu als apotheker in Service Apotheek Coevering in Geldrop.