Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

C5a receptors in renal transplantation

Promotie:Mw. M.B. (Maaike) van Werkhoven
Wanneer:06 mei 2015
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. W.J. van Son, prof. dr. J.L. (Jan-Luuk) Hillebrands
Copromotors:dr. M.A.J. Seelen, dr. J. Damman
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
C5a receptors in renal transplantation

Overleving en kwaliteit donornier verbeteren door C5-receptoren te remmen

Er is een nijpend tekort aan donornieren, waardoor ernstig zieke Nederlandse nierpatiënten maar liefst vijf jaar op een nieuwe nier moeten wachten. Wetenschappers zijn daarom hard op zoek naar manieren om de wel beschikbare donornieren zo goed mogelijk te laten overleven: voor, tijdens en na de transplantatie. Maaike van Werkhoven vermoedt dat het remmen van de C5L2 receptor in de hersendode donor, en van de receptoren C5aR en C5L2 tijdens het transport van de nier, de kwaliteit en overleving van niertransplantaten waarschijnlijk aanzienlijk kan verbeteren.

Om de langetermijnoverleving van donornieren te verbeteren bestuderen onderzoekers het complementsysteem, een belangrijk onderdeel van het aangeboren immuunsysteem. Dit systeem wordt geactiveerd in hersendode donoren en is betrokken bij schade aan en afstoting van getransplanteerde nieren, maar de rol van individuele factoren in dit systeem is nog grotendeels onbekend. Van Werkhoven onderzocht twee factoren: de receptoren C5aR en C5L2. Deze receptoren zijn eiwitten in de celmembraan die signalen kunnen doorgeven en zo een (in het geval van nierschade onwenselijke) celreactie op gang kunnen brengen.

Van Werkhoven en haar collega’s brachten eerst de exacte plek van deze twee receptoren in de nier in kaart. Vervolgens bestudeerden ze de rol van de receptoren in de hersendode donor en tijdens de periode van zuurstoftekort van de nier, zoals bij het transport van de nier het geval is. Omdat deze rol cruciaal blijkt te zijn, concluderen zij dat het afremmen van de receptoren kan bijdragen aan een betere uitkomst na transplantatie. Voordat deze resultaten in de praktijk kunnen worden toegepast, is eerst nog meer onderzoek nodig.

Maaike van Werkhoven (1985) studeerde biomedische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door de RUG, de Nierstichting, Jan Kornelis de Cock stichting, en het Ubbo Emmiusfonds. Van Werkhoven werkt als internist in opleiding in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam.