Liver X receptors in cardiac hypertrophy
Promotie: | Mw. M.V. (Megan) Cannon |
Wanneer: | 08 juni 2015 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | R.A. (Rudolf) de Boer, prof. dr. W.H. (Wiek) van Gilst |
Copromotor: | dr. H.H.W. (Herman) Sillje |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Lever X receptoren kunnen het hart beschermen
Lever X receptoren komen overal in het lichaam voor. Tot nu toe was onbekend welke invloed deze receptoren uitoefenen op het hart. Uit het proefdieronderzoek van Megan Cannon blijkt dat ze een gunstige functie hebben en het hart beschermen tegen hypertrofie (het verschijnsel dat overbelaste hartcellen groter worden) en hartfalen. Het onderzoek laat zien hoe de receptoren mogelijk een rol kunnen spelen in de behandeling van hartziekten.
Wanneer het hart door ziekte overbelast wordt, verandert de stofwisseling waarbij er een verschuiving optreedt van de verbranding van voornamelijk vetzuren naar de verbranding van suikers. Hierbij spelen zogenoemde Lever X receptoren (LXRs) een belangrijke rol. Wanneer het hart te lang onder druk staat, zijn functionele aanpassingen niet meer genoeg, en kan het hart er mee stoppen. Hoewel wetenschappers vermoeden dat LXR-activatie (door middel van medicijnen) mogelijk een rol kan spelen in de behandeling van hartziekten, was het precieze effect van de receptoren nog onbekend.
Cannon toonde aan dat verhoogde LXR-receptor niveaus inderdaad een beschermend effect op het hart hebben. De LXRs bleken in staat om hypertrofie te verminderen, en myocardiale fibrose (omzetting van hartspiercellen in bindweefsel dat niet goed kan samentrekken) tegen te gaan. De muizen bleken bovendien beschermd te zijn tegen verschillende soorten stressfactoren voor het hart, zoals een chronisch hoge bloeddruk of suikerziekte door obesitas. Een belangrijke uitdaging is nu om een farmaceutisch middel te vinden dat deze receptoren in mensen kan activeren.
Megan Cannon studeerde Biochemie en Fysiologie aan de Universiteit van Texas in Austin, VS. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door ZonMw.