Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Income distribution across ethnic groups in Malaysia

Applying social accounting matrices
Promotie:Dhr. M.Y.B. (Mohd) Saari
Wanneer:19 maart 2015
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. H.W.A. (Erik) Dietzenbacher
Copromotor:prof. dr. B. (Bart) Los
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Economie en Bedrijfskunde
Income distribution across ethnic groups in Malaysia

Economisch beleid heeft nauwelijks effect op etnische inkomensongelijkheid in Maleisië

Mohd Saari analyseerde de inkomensongelijkheid tussen de belangrijkste etnische bevolkingsgroepen in Maleisië. Hij concludeert dat die inkomensongelijkheid tussen 1970 en 2000 vrij ongevoelig is geweest voor de economische transformatie en structurele veranderingen in het land.

Een groot deel van de autochtone Maleisiërs heeft een laagbetaalde baan (meestal in de publieke sector), terwijl de Chinese en Indiase Maleisiërs vaak goedbetaalde banen hebben (meestal in de private sector). Als deze dualistische aard van de Maleise arbeidsmarkt niet wordt erkend, kan dit gemakkelijk leiden tot de indruk dat alle werknemers in dezelfde mate profiteren van economische groei, constateert Saari. Dat zou kunnen leiden tot ondoordacht economisch beleid.

Saari toont aan dat sectoren waarvoor de groei van de finale vraag tot veel armoedevermindering leidt, meestal weinig afhangen van inputs geleverd door andere sectoren. Groei in de finale vraag naar overheidsdiensten leidt bijvoorbeeld tot de grootste armoedevermindering, maar deze groei heeft weinig effect op andere sectoren. Daarom zou groei in de overheidssector vooral positief zijn voor werknemers in deze sector, terwijl kostwinners in andere sectoren er nauwelijks profijt van zouden hebben. In de maakindustrie is het effect juist omgekeerd: deze sector heeft het grootste effect op andere sectoren, terwijl de armoedevermindering in de sector zelf minimaal is. Het stimuleren van de finale vraag in de maakindustrie leidt dus wel tot enige, maar uiteindelijk beperkte, armoedevermindering in andere sectoren.

De promovendus laat zien dat het streven naar een grote armoedevermindering onverenigbaar is met het bevorderen van een grote economische groei. Zolang er geen sterke afhankelijkheden zijn tussen productiesectoren, lijkt het erop dat het stimuleren van de sector zelf de beste manier is om het inkomen van arme werknemers te verhogen.