Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Neurocognitive profiling of children with specific or comorbid reading disabilities

Promotie:dr. B.J.A. (Barry) de Groot
Wanneer:19 maart 2015
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. K.P. van den Bos, prof. dr. A.E.M.G. (Alexander) Minnaert
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Neurocognitive profiling of children with specific or comorbid
reading disabilities

Leesproblemen bij kinderen met ADHD en/of taalontwikkelingsstoornissen

Kinderen met ADHD en/of taalontwikkelingsstoornissen hebben vaak ook leesproblemen. Barry de Groot deed hier onderzoek naar. Problemen met klankverwerkings- en benoemprocessen blijken hierbij een belangrijke rol te spelen, evenals problemen met het verschuiven van de aandacht in de ruimte (aandachtsoriëntatie).

Uit het onderzoek blijkt dat met de ernst van een leesprobleem de betrokkenheid van klankverwerkings- en benoemprocessen groter wordt. Een bovengemiddeld goede technische leesprestatie wordt juist veel minder door deze processen bepaald.

Verder blijkt dat het hebben van een bijkomende taalontwikkelingsstoornis aanwezige leesproblemen vaak aanzienlijk verergert, terwijl daar bij ADHD nauwelijks sprake van lijkt te zijn.

De vaardigheid om de namen van cijfers en letters snel uit het lange termijngeheugen te kunnen ophalen en te benoemen kan mogelijk differentiaal-diagnostisch ingezet worden bij kinderen met een ernstige lees- en/of taalontwikkelingsstoornis. Een deficiënte klankverwerkingsvaardigheid bleek daarentegen een gemeenschappelijk kenmerk te zijn van deze stoornissen.

Klankverwerkings- en benoemprocessen zijn duidelijk sterker gerelateerd aan leesproblemen dan aan ADHD. Echter, gegeven de overeenkomsten tussen kinderen met specifieke leesproblemen en kinderen met leesproblemen en ADHD, zowel wat betreft het lezen zelf en leesgerelateerde cognitieve verwerking, lijkt er in dit geval geen empirische basis te zijn voor een verder differentiaal-diagnostisch onderscheid.

Selectieve aandacht – en in het verlengde mogelijk ook het werkgeheugen – blijkt een relevante bijdrage te leveren aan de technische leesvaardigheid naast klankverwerkings- en benoemprocessen. Bovendien blijkt dat selectieve aandacht een relevante controlevariabele vormt bij het vaststellen van klankverwerkings- en benoemvaardigheden.

Kinderen met een ernstige leesstoornis hebben specifieke problemen met het verschuiven van de aandacht in de ruimte (aandachtsoriëntatie). Door aan te tonen dat aandachtsoriëntatie een gemeenschappelijk aspect is van lezen en het snel (continu) benoemen van cijfers en letters, draagt dit onderzoek bij aan een verbeterd theoretisch inzicht in de (sterke) relatie tussen deze processen.

Barry de Groot voerde zijn promotieonderzoek uit bij de afdeling Orthopedagogiek, onderzoekslijn Leer- en Onderwijsproblemen via de onderzoeksschool Behavioural Cognitive Neurosciences. Hij blijft bij Orthopedagogiek werkzaam als Assistent Professor Special Needs Education/Learning Disorders.