Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Onze faculteit Letteren & Samenleving Onze bijdrage aan de SDGs

Studenten met dyslexie centraal

Ongeveer 5% van de Nederlandse bevolking heeft dyslexie. Toch loopt op ongeveer de helft van de basis- en middelbare scholen een veel hoger percentage leerlingen rond met een dyslexieverklaring. Daar zitten waarschijnlijk kinderen tussen die moeite hebben met lezen en schrijven, maar daar met de juiste hulp overheen kunnen komen. Aan de andere kant zijn er ook leerlingen waarbij dyslexie nog niet vastgesteld is, omdat ze de problemen hebben kunnen compenseren. Nu steeds meer leerlingen met dyslexie hun weg naar de universiteit vinden, staat ook de RUG voor een uitdaging. Hoe bepalen we op een wetenschappelijk verantwoorde manier wie dyslexie heeft en hoe ondersteunen we deze groep zo effectief mogelijk? Neurolinguïst Wim Tops neemt de handschoen op.

Nieuw klinisch onderdeel binnen expertisecentrum GETC

Wim Tops
Wim Tops

De eerste vraag: Hoe bepalen we welke student dyslexie heeft? is gelijk een lastige. De standaard dyslexietesten zijn namelijk gericht op kinderen, die kun je niet zonder meer toepassen op studenten. Dat onderkende Wim Tops al in zijn promotieonderzoek over dyslexie bij (jong)volwassenen. Daarnaast bouwde hij als klinisch psycholoog ruime ervaring op in de diagnostiek. Tops ontwikkelde recent een aantal instrumenten om dit diagnostische gat te vullen, waaronder de TASP (Test Geautomatiseerd Spellen voor jongvolwassenen) en de Een-Minuut-Test voor Studenten. Daarnaast ontwierp hij een betrouwbaar en valide diagnostisch protocol dat ingezet kan worden bij het (her)testen van jongvolwassenen met een vermoeden van dyslexie. De afgelopen twee jaar werkte Tops al samen met de RUG-studentendecanen.

In 2017 was het tijd voor een volgende stap. De diagnostiek van dyslexie bij volwassenen kon formeel aansluiten bij het Groninger Expertisecentrum voor Taal- en Communicatiestoornissen (GETC). In dit multidisciplinaire centrum zijn meer specialisten op het grensvlak tussen wetenschappelijke en klinische praktijk werkzaam. Hier weet Tops zich o.a. gesteund door Prof. Dr. Ben Maassen, hoogleraar dyslexie en klinisch neuropsycholoog en Prof. Dr. Roelien Bastiaanse, hoogleraar neurolinguïstiek en specialist op het gebied van afasie.

Combinatie tussen hulpverlening en wetenschappelijk onderzoek

Naast de mogelijkheid voor een betrouwbare en betaalbare (her)test voor studenten, overigens ook voor internationale studenten, wil het centrum bijdragen aan een effectieve ondersteuning van studenten met dyslexie. Het gaat om een grote groep studenten (ca. 1500 binnen de RUG) die nu vaak niet het diploma behalen waartoe ze cognitief in staat zijn. Het is voor deze studenten en de universiteit van belang om faciliteiten te bieden die ook echt werken. Op dat terrein is echter weinig empirisch onderzoek gedaan. Tops krijgt echter via de diagnose de doelgroep in beeld en dat leidt tot kansen voor zowel praktijkgericht als fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar dyslexie. Zo ontstaat een win-winsituatie tussen wetenschap en praktijk.

Het onderzoeksteam houdt de belangen van studenten met dyslexie voor ogen
Het onderzoeksteam houdt de belangen van studenten met dyslexie voor ogen

In 2017 startten twee promovenda, Aida Salcic en Liset Rouweler hun onderzoek naar dyslexie binnen het centrum. Salcic maakt gebruik van EEG-onderzoek om vast te stellen of mensen met dyslexie naast problemen met lezen en spellen ook afwijkende patronen vertonen bij het verwerken van morfologische en syntactische structuren. Rouweler richt zich op het begrijpend lezen bij studenten met dyslexie waarin zowel het Nederlands als het Engels onderzocht wordt. Daarnaast is postdoc dr. Sana Haidry, in 2017 gepromoveerd op het vaststellen van dyslexie in het Urdu, werkzaam binnen het GETC. Zij werkt aan het valideren van een nieuwe dyslexietest voor anderstalige studenten met Engels als tweede taal.

Kennis delen

Ook de nieuwe generatie wordt betrokken bij het onderzoek en de klinische praktijk rond de diagnose van dyslexie. Momenteel lopen twee studenten van de Master neurolinguïstiek stage bij het GETC en de Research Master studenten van het internationale EMCL-programma (European Master’s in Clinical Linguistics) zijn betrokken bij de validering van het nieuwe dyslexie-instrument.

Voor de diagnose richt het centrum zich in de eerste plaats op de eigen studenten van de RUG. De nauwe samenwerking met het RUG-Student Service Centre dat studenten met een vermoeden van dyslexie verwijst, wordt voortgezet. Maar ook Hbo-studenten kunnen nu al bij het GETC terecht en mogelijk kan het later worden uitgebreid met andere volwassenen. Het is echter niet de bedoeling een monopolypositie te krijgen. Tops zegt daarover: “We willen onze kennis en instrumenten gaan delen met het werkveld zodat ook andere professionals de expertise ontwikkelen om dyslexie te onderzoeken bij volwassenen. Hiervoor plannen we een aantal activiteiten zoals het geven van een masterclass voor GZ-psychologen en orthopedagogen-generalisten. Daarnaast willen ook de resultaten van de lopende onderzoeken vertalen naar de klinische en onderwijspraktijk. Hiervoor willen we een symposium organiseren over dyslexie in het hoger onderwijs. Tot slot willen we een sensibiliseringscampagne ontwikkelen voor alle docenten en studenten van de RUG waarin we aandacht vragen voor de specifieke problemen die studenten met dyslexie tegenkomen en tips geven om hier mee om te gaan.”

en SDG 10
en SDG 10
Dit onderzoek draagt bij aan SDG 4
Dit onderzoek draagt bij aan SDG 4
Laatst gewijzigd:18 juni 2020 17:01
View this page in: English