Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen PedOn Orthoreka! Masterscriptie

Een pilotstudie naar de effecten van een buitenschools verrijkingsprogramma op de sociaal-emotionele competenties van hoogbegaafde leerlingen in Vlaanderen

Else Beckman

Aanleiding en doelstelling

De laatste jaren zijn er verschillende verrijkingsprogramma’s ontwikkeld om hoogbegaafde leerlingen te voorzien van uitdaging en verrijking. Een gebrek aan toereikend onderwijs kan bij deze doelgroep leiden tot een verminderde (intrinsieke) motivatie, onderpresteren of zelfs (sociale) drop-out/exclusie. Om tegemoet te komen aan de specifieke (leer)behoeften van hoogbegaafde leerlingen is een buitenschools verrijkingsprogramma (i.e., kangoeroe-/plusklas) een van de meest voorkomende. Deze programma’s zijn veelal gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen (e.g., door contact met ontwikkelingsgelijken) en zogenaamde ‘soft skills’ (e.g., probleemoplossende vaardigheden, samenwerken). De huidige kennisbasis over de effectiviteit van deze programma’s is echter beperkt, vooral met betrekking tot de effectiviteit op sociaal-emotionele uitkomstmaten. Daarom stond in dit onderzoek de volgende onderzoeksvraag centraal: (Hoe en waarom) heeft een buitenschools verrijkingsprogramma een effect op de sociaal-emotionele competenties van hoogbegaafde basisschoolleerlingen in Vlaanderen?

Methode

In dit onderzoek is de effectiviteit van een verrijkingsprogramma op de sociaal emotionele competenties van hoogbegaafde kinderen, gemeten met de Devereux Student Strengths Assessment, middels een quasi-experimenteel voor-, na- en follow-up variantie-analytisch test design geanalyseerd. Daarnaast is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd om de ervaringen/meningen van leerlingen en ouders in beeld te brengen (d.m.v. interviews/tevredenheidsonderzoek), de soft skills te bevragen (d.m.v. tevredenheidsonderzoek) en de ‘fidelity of implementation’ (i.e., kwaliteit van de implementatie, d.m.v. observaties) na te gaan. De onderzoeksgroep bestond uit hoogbegaafde basisschoolleerlingen (7-12 jaar) uit Vlaanderen, wiens ouders een experticecentrum rondom hoogbegaafdheid hebben geconsulteerd. De experimentele groep (i.e., deelnemers aan een verrijkingsprogramma van het experticecentrum) bestond uit 19 en de “no-treatment” controlegroep uit 28 participanten. Om de grootteorde van de effecten te bepalen zijn er effect sizes (ES) berekend.

Resultaten

De resultaten indiceren dat het verrijkingsprogramma voornamelijk positieve effecten heeft op de emotionele competenties van hoogbegaafde leerlingen en dat deze effecten (deels) beklijven. Zo is er een significant positief effect voor zelfmanagement (F(1, 44) = 4.89, p = 0.032) en een grote ES voor optimistisch denken (d = 0.87) gevonden na afloop van de interventie en ook op de lange termijn zijn er significant differentiële effecten aangetoond voor zelfmanagement (F(2, 70) = 4.17, p = 0.019) en optimistisch denken (F(2, 70) = 3.63, p = 0.032). Echter, geen effecten werden gevonden voor sociale competentie (i.e., relationele vaardigheden, sociaal bewustzijn). Ouders en leerlingen waren veelal positief over hun deelname aan het programma en de waargenomen effecten (e.g., groei/verbetering in zelfbewustzijn, samenwerken) hoewel zij niet voor alle doelen van het programma verbetering zagen (e.g., intrinsieke motivatie). De ‘fidelity of implementation’ van het programma was over het algemeen accuraat. De leerkracht van het verrijkingsprogramma had hierin door haar ervaring met de doelgroep en functie als rolmodel een belangrijke rol. Het hoge tempo en de beperkte richtlijnen van de lessen zorgde bij sommige leerlingen echter voor onderwijskundige frictie, aangezien het programma niet goed aansloot bij persoonlijke (leer)voorkeuren en/of eigenschappen van leerlingen.

Conclusies en aanbevelingen

Dit onderzoek heeft het belang aangetoond van een mixed-methods design voor het meten van de effectiviteit van verrijkingsprogramma’s, zodat beter zicht verkregen wordt op de werkzame componenten van een programma. Het is duidelijk geworden dat een verrijkingsprogramma niet zonder meer voor alle hoogbegaafde leerlingen passend is, wat maakt dat er altijd gekeken dient te worden naar individuele kenmerken van leerlingen om te bepalen of deelname geschikt is. Professionalisering van leerkrachten is van belang om goed aan te kunnen sluiten bij deze doelgroep. Het verdient nader onderzoek om na te gaan of de effecten van buitenschoolse programma’s transfer kunnen genereren naar de gezins- en schoolcontext.

Keywords: Hoogbegaafdheid, buitenschools verrijkingsprogramma, sociaal-emotionele competenties, effectonderzoek, mixed-methods

Door: Else Beckmann

Begeleid door: prof. dr. A.E.M.G. Minnaert en dr. C.E. Oenema-Mostert

Laatst gewijzigd:28 maart 2023 10:42
View this page in: English