We can work it out

Faciliteer borstvoeding op het werk

Veel moeders ervaren problemen met borstvoeding en stoppen daarmee eerder dan ze zouden willen. Een reden voor dat vroegtijdige stoppen is de vaak lastige combinatie van borstvoeding en werk. Sjoukje van Dellen onderzocht hoe de borstvoedende werknemer kan worden ondersteund, zowel vóór de terugkeer naar het werk als in de periode erna. Organisaties zouden structurele begeleiding door een lactatiekundige en kwalitatief hoogwaardige kolfkamers kunnen aanbieden.

Borstvoeding heeft belangrijke langetermijneffecten op de gezondheid van zowel kinderen als moeders. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert daarom dat kinderen de eerste zes levensmaanden uitsluitend borstvoeding krijgen en dat borstvoeding daarna, naast aanvullende voeding, wordt voortgezet tot kinderen ten minste twee jaar oud zijn.

Uit het onderzoek van Van Dellen blijkt dat in de periode vóór de terugkeer naar het werk een borstvoedingsbegeleidingspakket een effectieve manier is om moeders te ondersteunen. Bij dit pakket kregen vrouwen structurele begeleiding door een lactatiekundige, vanaf de zwangerschap tot tien weken na de geboorte. Moeders die het begeleidingspakket ontvingen liepen gemiddeld 66% minder risico te stoppen met borstvoeding dan moeders die geen begeleiding ontvingen.

Ná de terugkeer naar het werk blijkt de kwaliteit van kolfkamers een belangrijke rol te spelen. Zo hangt kolfkamerkwaliteit positief samen met tevredenheid, gemak en steun voor kolven op het werk. In experimenteel onderzoek bleek bovendien dat moeders in een hoge-kwaliteit kolfkamer minder stress, meer controle, en meer welbevinden ervaren dan in een lage-kwaliteit kolfkamer.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/43fb19c9-82b8-433c-9f1f-c6fd5d1afb2a