Bridging the implementation gap
Promotie: | Mw. P.B. (Pauline) Goense |
Wanneer: | 22 september 2016 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotor: | prof. dr. T.A. van Yperen |
Copromotor: | dr. L. Boendermaker |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Gedrags- en Maatschappijwetenschappen |
Feedback op behandelintegriteit essentieel voor behandelaars in de jeugdzorg
De kennis over wat er werkt voor kinderen en jongeren met problemen, die zich uiten in gedrag als veel ruzie maken, tegendraads zijn of vechten, heeft de laatste jaren een ware vlucht genomen. Er wordt alleen nog te weinig gebruik van gemaakt in de praktijk. Dit verschil in de kennis over wat er werkt en de toepassing en het gebruik van deze kennis in de praktijk wordt implementatiekloof genoemd. Pauline Goense gaat in haar proefschrift in op deze implementatiekloof, waarbij de focus ligt op de juiste toepassing van de interventie door de professional (de zogeheten ‘behandelintegriteit’).
De resultaten van haar onderzoek laten zien dat 1) ondanks dat het meten van behandelintegriteit belangrijk is, deze meting vaak ontbreekt of niet onder de juiste omstandigheden is uitgevoerd in studies, 2) toepassing van interventies met een hoge mate van behandelintegriteit een daadwerkelijke verbetering oplevert voor de uitkomsten van cliënten, en 3) gerichte en continue ondersteuning van professionals noodzakelijk is om hen in staat te stellen de interventie uit te voeren zoals bedoeld. In die ondersteuning is feedback op behandelintegriteit essentieel. Het organiseren van ondersteuning rond veel voorkomende, werkzame factoren in interventies kan een eerste stap zijn om ondersteuning voor professionals die meerdere interventies bieden, te integreren en uitvoerbaar te maken.
Pauline Goense deed haar promotieonderzoek als senior onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de RUG.