Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Prof.dr. Yme Kuiper: “Gebruik het woord charisma alleen in héél uitzonderlijke gevallen.”

28 april 2009

Het begrip charisma wordt te pas en te onpas gebruikt en verliest daardoor zijn betekenis, meent RUG-antropoloog en godsdienstwetenschapper prof.dr. Yme Kuiper. En dat is zonde, want mits goed gebruikt kan het begrip inzicht verschaffen in politieke cultuur. Het inzicht bijvoorbeeld dat een Obama in Nederland minder kans had groot te worden dan in de Verenigde Staten.

Barack Obama zou het hebben, ja zelfs Silvio Berlusconi zou het hebben. En ook heel wat popsterren, sporthelden en zakenlieden wordt het toegeschreven. Maar wat is dat eigenlijk, charisma? Daar wordt te weinig over nagedacht, vindt prof. dr. Yme Kuiper van de RUG. “Het begrip wordt te vaak en te gemakkelijk gebruikt, naar mijn idee. Nog even en elke bekende Nederlander wordt charismatisch genoemd. Daardoor verliest het zijn scherpte, en dat is jammer.” Want mits goed gebruikt, meent Kuiper, kan het begrip inzicht verschaffen in hedendaagse politieke cultuur. Het inzicht, bijvoorbeeld, dat in Nederland veel minder ruimte is voor charismatisch leiderschap, dat Obama in de polder niet zou gedijen.

Uitgehold begrip

Persoonlijkheid, x-factor, leiderschap en charisma – in het alledaagse spraakgebruik worden de termen te gemakkelijk op een hoop gegooid, stelt Yme Kuiper. “Charisma dreigt een inflatoir begrip te worden. Van Pim Fortuyn werd gezegd dat hij charismatisch was. Ik heb daar mijn twijfels bij. Hij had weliswaar groot retorisch talent, maar volgens mij spéélde hij de rol van charismaticus.” Wie het begrip charisma goed wil gebruiken, moet niet alleen een stijl van leiderschap bestuderen, maar ook de context waarin de leider in kwestie actief is, en de wisselwerking tussen de leider en zijn volgelingen. Pas door historische parallellen te trekken, ontstaat inzicht in de complexiteit van het verschijnsel charisma. Kuiper: “Je kunt hoog of laag springen, maar bij Hitler, Mussolini en Stalin, de booswichten van de politieke religies van de vorige eeuw, was er een tijdlang óók charisma in het spel. Ze fascineerden grote groepen van mensen en kregen ze in beweging voor hun waanbeelden.”

Tussen religie en politiek

Van oorsprong is charisma een theologisch begrip. In het Nieuwe Testament wordt het begrip veelvuldig gebruikt, in de betekenis van “genadegave”, legt Kuiper uit. Wie het begrip optimaal wil gebruiken, komt volgens hem uit bij sacrale aspecten van leiderschap – het overgangsgebied tussen religie en politiek. De socioloog Max Weber (1864-1920) had dat daar een scherp oog voor, meent Kuiper. “Weber zelf gebruikte het begrip om de wereld om zich heen te begrijpen. In een onttoverde, geseculariseerde wereld, waarin gezag volstrekt op rationaliteit gebaseerd zou raken, was behoefte aan charismatisch leiderschap, meende Weber. De charismaticus zou een uitweg bieden uit de ijzeren kooi van bureaucratie en hij bood mensen de mogelijkheid weer deel uit te maken van een gemeenschap.”

Religieuze symboliek

Godsdienststichters, profeten, apostelen, en sekteleiders doorbraken tradities op basis van hun charisma, op basis van bovennatuurlijke kwaliteiten, meende Weber. Althans: hun volgelingen waren ervan overtuigd dat dit bovennatuurlijke kwaliteiten waren. Noch de Duitse keizers, noch rijkskanselier Von Bismarck beschikten volgens Weber over charisma. Kuiper: “Maar Weber had grote bewondering voor een president als Theodore Roosevelt en was diep onder de indruk van de Amerikaanse politieke cultuur, die vanaf het begin van de Amerikaanse natievorming religieuze connotaties had gehad, en waar religieuze symboliek en verwijzingen naar de founding fathers van groot belang waren voor de legitimiteit en geloofwaardigheid van de politieke instituties.”

Charisma in Nederland

Een van de weinige Nederlandse staatslieden met charisma, was Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de founding father van de socialistische beweging in Nederland, meent Kuiper. “Zijn manier van politiek bedrijven werd mede gedragen door religieuze dimensies van charismatisch leiderschap. Hij kon zich vereenzelvigen met de lijdende Christus. Op hun beurt geloofden Nieuwenhuis’ volgelingen op een liefdevolle manier in zijn leiderschap; ze zagen hem als een martelaar en verlosser.” Inmiddels lijkt in Nederland weinig ruimte meer te zijn voor charismatisch leiderschap, meent Kuiper. “Onze ministers en ministers-presidenten moeten meedoen aan een cultuur van gezelligheid. Geen aanstellerij en tóch leiderschap uitstralen, roepen velen – vooral uit de populistische hoek. Maar voor charismatisch leiderschap is ook afstand nodig. De charismaticus is juist degene die van buiten komt en het anders wil. Dat is de paradox: charismatisch leiderschap laat zich moeilijk democratiseren tot een algemene volkswil, hoezeer de charismaticus het ook moet hebben van zijn aanhang.”

Curriculum Vitae

Yme Kuiper is bijzonder hoogleraar Religieuze en Historische Antropologie bij de Faculteit  Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij doet onderzoek naar de historische en culturele inbedding van veranderingen in de verhouding tussen religie, samenleving en cultuur. Momenteel houdt hij zich bezig met elites en religie in Nederland en Europa in de twintigste eeuw en het onderzoeksproject Religie en Biografie. Zijn meest recente publicatie gaat over debatten onder antropologen en sociologen over religie in het mede door hem geredigeerde, onlangs verschenen handboek Religie in Nederland.  


Informatie:

prof.dr. Y.B. (Yme) Kuiper

Laatst gewijzigd:12 juni 2023 20:15
View this page in: English

Meer nieuws