Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons

Gedachte-experimenten

Armchair philosophy: het filosoferen vanuit je stoel. Niks geen experimenten in een laboratorium. Je zit in je luie stoel, denkt na, en komt zo tot conclusies over de wereld. Dit klinkt misschien een beetje raar. Hoe kun je nu tot conclusies over de wereld komen zonder een écht experiment te doen? Kun jij misschien ook je profielwerkstuk schrijven zonder uit je luie stoel te komen?

Een bekend voorbeeld van armchair philosophy is het gedachte-experiment van Descartes. Hij vroeg zich af of er iets in de wereld was waar hij zeker van kon zijn, iets waar niet aan getwijfeld kan worden. Descartes zat in zijn stoel en dacht na. “Waar kan ik écht niet aan twijfelen?”, dacht hij. Kennis van onze zintuigen valt al snel af. Onze zintuigen kunnen te makkelijk bedrogen worden. Denk maar eens aan een optische illusie. Je denkt dat een stok die in het water gestoken is gebroken is, zo lijkt het, maar dit is niet het geval. Er zijn echter dingen die altijd waar lijken te zijn. Zoals 2+2=4, een driehoek heeft drie hoeken, enzovoorts. Maar wat nu als er een gemene demon is, een soort God die de mens voortdurend voor de gek probeert te houden. Dan zou hij ons kunnen laten denken dat 2+2 vier is, terwijl het eigenlijk 5 is, of 7. Aan deze dingen kan dus ook getwijfeld worden. Is er dan überhaupt nog iets waar we zeker van kunnen zijn? Dit zou een interessant onderwerp zijn voor je profielwerkstuk. Zijn er dingen in deze wereld waar we zekere kennis van kunnen hebben? Wat vindt Descartes daarvan, en wat vinden de sceptici of iemand als Augustinus daarvan?

Het belang van gedachte-experimenten

Het belang van gedachte-experimenten kan geïllustreerd worden met behulp van de empirische wetenschap. Bij empirische wetenschappen zoals bijvoorbeeld scheikunde worden theorieën getest aan de hand van experimenten. Filosofie is echter een wetenschap die zich met dingen bezighoudt die niet met behulp van empirische experimenten kunnen worden vastgesteld of weerlegd. Een filosoof kan moeilijk empirisch vaststellen of en wanneer iets dezelfde identiteit heeft, omdat het concept van ‘identiteit’ de waarneming te boven gaat. Hoe kan een filosoof nu zijn theorie testen? Dit kan door middel van gedachte-experimenten.

Gedachte-experimenten kunnen direct kennis opleveren, zoals bij Descartes, maar ze kunnen ook functioneren als test van je theorie. Om je theorie te testen kun je er gedachte-experimenten op los laten. Levert een gedachte-experiment een paradox op, dan betekent dit dat er waarschijnlijk nog eens goed naar de theorie gekeken moet worden. Voor je profielwerkstuk kun je het effect van een paradox op een filosofische theorie bekijken. Bijvoorbeeld in hoeverre de paradox van Theseus schip een rol heeft gespeeld bij theorieën over identiteit. Lijkt het je leuk om je profielwerkstuk over een paradox te schrijven? Lees dan ons onderwerp over paradoxen.

Voorbeelden van gedachte-experimenten

Alle onderstaande experimenten kun je vanuit je luie stoel uitvoeren en zouden een goed onderwerp kunnen vormen voor je profielwerkstuk:

Iets is goed omdat God het zegt. Toch?

Is iets goed omdat God zegt dat het goed is, of zegt God dat het goed is omdat het goed is? Als het zo is dat iets goed is omdat God het zegt, dan zou God ook kunnen zeggen dat het martelen van kinderen goed is, en dan zou dat goed zijn. Maar dat is tegen intuïtief. En als God zegt dat het goed is omdat het goed is, waarom kijken we dan naar God om te weten wat goed is? Dit was een onderwerp waar Plato zich mee bezighield. Voor je profielwerkstuk zou je kunnen onderzoeken wat de invloed van dit gedachte-experiment is op het idee van moraliteit. En is het eigenlijk wel een goed gedachte-experiment? Is er geen sprake van een vals dilemma?

Wat is rechtvaardig?

Wanneer is iets rechtvaardigheid, dit was een vraag die politiek filosoof John Rawls bezighield. Stel je mag niet een nieuw sociaal contract maken voor de maatschappij. Hoe kun je dat op een rechtvaardige manier doen? Je neemt altijd je persoonlijk vooroordelen mee. Als jij een dokter bent dan wil je er waarschijnlijk voor zorgen dat dokters in dit nieuwe sociale contract goed betaald worden. Rawls stelt dat we dit nieuwe contract zouden moeten maken vanachter een sluier der onwetendheid. Hij bedoelt hiermee dat je je moet voorstellen dat je niet weet wat je eigen positie is, niet weet of je ziek of gezond, slim of dom, rijk of arm, man of vrouw bent. Volgens Rawls zou het sociale contract dat hieruit voortkomt een rechtvaardig contract zijn. Dit omdat we niet weten of wij het zijn die ziek zijn, of dat het anderen zijn. Je wilt de gok niet wagen dat jij straks zonder zorg zit, en dus zal je ook altijd opkomen voor de rechten van de zieken en zwakken van de gemeenschap. Een vraag voor je profielwerkstuk zou kunnen zijn: ‘is de uitkomst van dit gedachte-experiment echt rechtvaardig en rationeel?’ Is het niet rationeel om gewoon te gokken dat jij straks bij de rijke en gezonde mensen hoort in plaats van het veilig te spelen en te stemmen voor een maatschappij waarin de zwakken zo goed mogelijk zijn beschermd? Hoe betrouwbaar is de ‘sluier der onwetendheid’?

Mary de kleurenwetenschapper

Mary is kleurenwetenschapper. Ze weet alles van kleuren. Ze weet waarom tomaten rood zijn, wat er in onze hersenen gebeurt als we rood waarnemen en hoe we de termen ‘rood’ en ‘blauw’ gebruiken. Ze zit echter opgesloten in een kamer waar alles zwart en wit is, en ze bekijkt de wereld via een zwart-wit televisiescherm. Stel ze gaat nu de wereld in, ze mag haar zwart-witte kamer verlaten, leert ze dan iets nieuws? Dit gedachte-experiment is een argument tegen fysicalisme. Fysicalisme gaat ervanuit dat alles in de wereld volledig te beschrijven is aan de hand van fysische eigenschappen. Maar is er niet meer? Mary weet alles van de fysische eigenschappen van kleur, maar in haar zwart-witte kamer weet ze niet hoe de kleur rood er uit ziet. Het lijkt erop dat geen enkele fysische verklaring, hoe compleet ook, kan beschrijven wat er precies in ons hoofd gebeurt, hoe wij dingen waarnemen. Voor je profielwerkstuk kun je bekijken wat de invloed van dit gedachte-experiment is op het gedachtengoed van de fysicalisten. Wat zouden hun tegenargumenten zijn? Is het niet gewoon zo dat Mary de wereld op een nieuwe manier ervaart, in plaats van dat ze er iets nieuws over leert?

Gavagai

Een professor taalwetenschap gaat samen met zijn assistent op bezoek bij een stam om hun taal vast te leggen. Het eerste woord waarvan de betekenis duidelijk wordt is het woord ‘gavagai’. Altijd als er een konijn aanwezig is wordt het woord ‘gavagai’ gebruikt. De professor schrijft op in zijn notitieboekje: gavagai = konijn. Maar dan wordt hij onderbroken door zijn assistent. ‘Gavagai’ hoeft niet per se konijn te betekenen. Het kan ook ‘Kijk, een konijn’ of ‘rennend konijn’ of ‘konijn met vier poten’ zijn, en misschien is er een ander woord voor ‘konijn met drie poten’. Dit alles zou nog steeds overeenstemmen met de observaties die gedaan zijn. Hoe kunnen de professor en zijn assistent er nu achter komen waar het woord ‘gavagai’ naar verwijst? Niet alle woorden zijn direct vertaalbaar van de ene taal naar de andere. Denk maar aan het Nederlandse woord ‘gezellig’. De filosoof Quine wilde met dit gedachte-experiment aantonen dat je nooit zeker kan zijn dat je de goede vertaling hebt wanneer je vertaalt. Woorden staan niet in directe relatie tot objecten en ideeën, maar ze zijn holistisch. Je kunt een woord nooit op zichzelf bekijken maar altijd alleen maar in relatie tot andere woorden. Maar als we dit accepteren, wanneer is iets dan waar? We gaan ervan uit dat iets waar is als een zin correspondeert met de werkelijkheid. Maar als de betekenis van een zin afhankelijk is van de cultuur waarin deze wordt geuit, is het veel moeilijker om de waarheid van een zin te bepalen. Voor je profielwerkstuk zou het leuk zijn om te kijken welke problematische conclusies er volgen uit gedachte-experiment van Quine en wat dit voor gevolgen heeft voor de waarheidswaarde? En zijn er tegenargumenten te bedenken?

Meer inspiratie

Bekijk eens de film The Truman Show en onderzoek de overeenkomsten met Plato’s gedachte-experiment de allegorie van de grot. Wat wil Plato precies duidelijk maken met zijn allegorie, en hoe zie je dit idee terug in The Truman Show?

Kijk ook eens dit filmpje voor nog meer inspiratie! Of blader eens door het boekje the pig that wants to be eaten van Julian Baggini. In dit boek staan honderd gedachte-experimenten op een grappige manier in 3 of 4 bladzijden uitgelegd. Deze kun je heel goed voor je profielwerkstuk gebruiken.

Meer weten?

Vind je paradoxen interessant, en lijkt het je leuk om meer gedachte-experimenten te doen? Kijk dan of de studie Wijsbegeerte iets voor je is! Kom naar een open dag of volg een webklas.

Laatst gewijzigd:12 maart 2020 22:13