Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Gebruik dermatoscoop door huisarts waardevol bij verdachte plekjes

10 maart 2014

Huidkanker komt steeds vaker voor en daardoor zien huisartsen in hun praktijk steeds vaker patiënten met verdachte plekjes. De dermatoscoop lijkt voor het onderzoeken van verdachte plekjes op de huid een waardevol instrument te zijn voor de huisarts. Het leidt tot minder doorverwijzingen en minder onnodig weggesneden plekjes. Dit blijkt uit onderzoek van huisarts-in-opleiding Cecile Koelink van het UMCG. Zij pleit er voor dat deze diagnostiek een grotere plaats krijgt in de huisartsopleiding. Koelink promoveert op 10 maart op de bevindingen van haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Volgens de huidige schattingen krijgt één op de zes Nederlanders op een zeker moment huidkanker. In Nederland worden de meeste ‘verdachte’ huidafwijkingen eerst door de huisarts beoordeeld. Gemiddeld wordt een huisarts hiervoor zo’n 6 tot 7 keer per week geraadpleegd. De verwachting is dat het aantal consulten bij de huisarts de komende tijd nog verder zal toenemen. Toch heeft de huisarts weinig tot geen goed onderzochte instrumenten voor het onderzoek van deze ‘verdachte plekjes’.

Koelink ging na of het gebruik van een dermatoscoop door een huisarts zinvol kan zijn bij het onderzoek van verdachte plekjes en bij de diagnose. Een dermatoscoop is een soort vergrootglas waarmee men door de bovenste laag van de huid heen kan kijken. Hierdoor kunnen structuren worden gezien die normaal met het blote oog niet te zien zijn. Dermatologen maken standaard gebruik van een dermatoscoop.

Uit haar onderzoek blijkt dat een dermatoscoop een waardevolle toevoeging is voor de huisarts. Koelink concludeert dat het gebruik er toe kan leiden dat minder vaak een patiënt moet worden doorverwezen naar de ziekenhuisspecialist. Verder zorgt het gebruik er voor dat minder vaak onnodig een verdacht plekje wordt weggesneden door de huisarts.

Gezien deze resultaten pleit Koelink er voor dat er goede richtlijnen voor de diagnostiek komen. Tevens is zij er voorstander van dat er in de opleiding tot (huis)arts meer aandacht komt voor deze veelvoorkomende en mogelijk kwaadaardige huidafwijkingen.

Cecile Koelink (Den Bosch, 1983) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek bij de afdeling Huisartsgeneeskunde van het UMCG. Haar onderzoek werd mogelijk gemaakt door bijdrages van SBOH en ZonMW. De titel van haar proefschrift is ‘Diagnosing skin cancer in general practice’. Zij volgt momenteel de specialisatieopleiding tot huisarts.

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 02:18
View this page in: English

Meer nieuws

  • 27 maart 2024

    RUG/UMCG onderzoekers ontvangen prestigieuze onderzoeksbeurs

    RUG/UMCG-wetenschappers Mark Hipp, Bart Eggen, Moniek Tromp en Marleen Kamperman zijn samen met collega’s betrokken bij vier van zeven Nederlandse wetenschapsconsortia.

  • 26 maart 2024

    De volgende depressie voorkomen

    Marie-José van Tol, hoogleraar ‘stemming en cognitie’, onderzoekt wat mensen met een gevoeligheid voor depressie zelf kunnen doen om herhaling te voorkomen.

  • 25 maart 2024

    Dyslexie: een 'onderschatte' stoornis

    Liset Rouweler is onderzoeker bij het Dyslexiecentrum Groningen. Volgens haar hebben zo'n 1000 tot 1500 studenten aan de RUG dyslexie, desondanks weten velen niet waar ze terechtkunnen. Rouweler en haar team proberen deze groep een handje te helpen...