Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Wandelende takken vernoemd naar Groningse bioloog Laas Pijnacker

04 februari 2010

De naam van gepensioneerd bioloog Laas Pijnacker van de Rijksuniversiteit Groningen is vereeuwigd in een nieuw geslacht van wandelende takken dat naar hem is vernoemd: Pijnackeria.

De Italiaanse bioloog prof.dr. Valerio Scali heeft de wetenschappelijke indeling van de wandelende takken van het Iberisch schiereiland herzien. In het Italiaanse Tijdschrift voor Zoölogie beschrijft hij dat een aantal soorten verkeerd is ingedeeld en feitelijk een aparte groep vormen. De nieuwe groep heeft hij de naam gegeven van zijn collega dr. Laas Pijnacker, woonachtig in Paterswolde, waarmee hij in het verleden veel heeft samengewerkt.

Tientallen soorten

Wandelende takken zijn insecten die op takjes lijken en verwant zijn aan sprinkhanen. De meeste wandelende takken komen in de tropen voor. In Europa leven een tiental soorten in het Middellandse Zeegebied, maar in Nederland komen ze niet voor. De meeste soorten zijn klein (tot 10 cm) maar er zijn ook hele grote soorten bekend. Het grootst bekende insect is een wandelende tak uit Papoea Nieuw Guinea van wel 30 centimeter.

Camouflage

Wandelende takken zijn populair bij kinderen, op kinderboerderijen en in dierentuinen omdat ze gemakkelijk te kweken zijn op klimop of bramen. Ze spreken tot de verbeelding omdat hun uiterlijk een fantastisch voorbeeld is van camouflage. Maar diezelfde eigenschap zorgt er echter ook voor dat de wandelende tak als huisdier eigenlijk maar een saai beestje is, vindt Laas Pijnacker. 'Je hoort ze niet, en je ziet ze niet'. Voor de bioloog zijn vooral de vele diverse manieren waarop de wandelende takken zich voortplanten interessant. Pijnacker wordt wereldwijd beschouwd als een specialist op het gebied van de voortplantingsbiologie, in het bijzonder de celgenetica, van wandelende takken.

Voortplanting

Pijnacker beschreef hoe wandelende takken zich parthenogenetisch (dat wil zeggen zonder bevruchting; alleen vrouwtjes) kunnen voortplanten. De chromosoomaantallen worden gehalveerd tijdens de vorming van de eicellen, maar verdubbelen zich daarvoor of daarna op verschillende manieren zodat er weer een nieuwe wandelende tak ontstaat met hetzelfde aantal chromosomen als de ouder. Sommige soorten zijn diploïd (met twee sets chromosomen zoals in de mens) maar er zijn ook polyploïde soorten (met alle chromosomen drie of vier keer). Van een polyploïde soort konden zeldzame mannetjes verkregen worden door ze in grote aantallen te kweken op zomer- en winterboerenkool.

Gevaar bij vangen

Valerio Scali is evolutiebioloog en geneticus aan de universiteit van Bologna in Italië. Hij is een specialist op het gebied van de wandelende takken in het Middellandse Zeegebied. Scali heeft veel tijd doorgebracht met het vangen van wandelende takken, iets wat het best in het donker kan gebeuren als dieren actief zijn. 'Geen ongevaarlijke bezigheid', vertelt hij, 'wanneer je ’s nachts in de bebouwde kom met een zaklantaarn in de struiken loopt te zoeken. Ik ben regelmatig achterna gezeten door valse honden en fanatieke agenten.'

Scali onderzoekt welke soorten er bestaan en hoe deze aan elkaar verwant zijn. Hij gebruikt daarvoor klassieke methoden, zoals het bepalen van het aantal en de vorm van chromosomen, maar combineert dit met moderne DNA technieken. Vanaf 1968 heeft hij nauw samengewerkt met Laas Pijnacker.

Twee aparte groepen

Scali splitst het wandelende takken geslacht (genus) Leptynia, bestaande uit de soorten Leptynia attennuata en Leptynia hispanica, nu op in twee aparte groepen (genera). Leptynia hispanica heet nu Pijnackeria hispanica. De soorten verschillen in morfologie van het volwassen stadium, maar ook van de eieren, alsmede in het aantal chromosomen. Het nieuw opgerichte genus Pijnackeria bevat voorlopig zes soorten. Ze komen voor aan de Franse zuidkust en Spaanse oostkust. De soort Pijnackeria hispanica is het best bekend, maar er zijn ook vier nieuwe soorten die nog verder beschreven moeten worden voor de wetenschap. Voorlopig heten die Pijnackeria A tot en met D.

Fantastische eer

'Hiermee lost professor Scali een belofte in die hij elf jaar geleden deed bij de pensionering van Laas Pijnacker', zegt evolutiebioloog Leo Beukeboom van de Rijksuniversiteit Groningen. 'Het gebeurt nog wel regelmatig dat een nieuw ontdekte soort naar iemand wordt vernoemd, maar dat een heel nieuw genus wordt opgericht is wel heel bijzonder. Het lijkt mij een fantastische eer als een diergroep je naam krijgt. Het is een waardering voor een heel leven hard werken aan het ophelderen van de voortplantingsbiologie van een aansprekende groep van insecten'.

Noot voor de pers

Meer informatie:
- prof.dr. Leo Beukeboom, 050-363 8448, e-mail: l.w.beukeboom@rug.nl
- over wandelende takken: Linda van Zomeren, e-mail: L.M.van.Zomeren@student.rug.nl

Oorspronkelijk artikel
Scali, V. (2009). Revision of the Iberian stick insect genus Leptynia Pantel and description of the new genus Pijnackeria. Italian Journal of Zoology, 1748-5851, Volume 76, Issue 4, Pages 381 – 391Valerio  

Laatst gewijzigd:24 augustus 2021 08:45
View this page in: English

Meer nieuws