The measurement and prediction of physical functioning after trauma
| Promotie: | dr. M.W. de Graaf |
| Wanneer: | 27 mei 2019 |
| Aanvang: | 16:15 |
| Promotor: | prof. dr. E. (Erik) Heineman |
| Copromotors: | dr. I.H.F. (Inge) Reininga, dr. K.W. Wendt, dr. M. El Moumni |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Het meten en voorspellen van fysiek functioneren na een trauma
Ongevalspatienten hebben een kans op blijvende invaliditeit en restklachten als gevolg van het opgelopen letsel. Deze restklachten hebben een belangrijke invloed op de kwaliteit van leven en het dagelijks functioneren. Om patiënten beter te kunnen behandelen is het daarom van belang om het (herstel in) fysiek functioneren goed in kaart te kunnen brengen. Van oorsprong werd dit vooral geschat door middel van röntgenfoto’s en mate van bewegingsbeperking. In zijn proefschrift onderzocht De Graaf in hoeverre het fysiek functioneren van ongevalspatiënten in kaart te brengen en te voorspellen is met de Nederlandse Short Musculoskeletal Function Assessment (SMFA-NL) vragenlijst.
Uit zijn onderzoek bleek dat de SMFA-NL vragenlijst het best gebruikt kan worden met vier subschalen (functioneren van de armen, benen, dagelijkse levensactiviteiten en mentale en emotionele problemen), in tegenstelling tot de altijd gebruikte twee subschalen. De vier subschalen werden geschikt gevonden om correct (betrouwbaar, valide en responsief) het fysiek functioneren te meten op één moment en tussen meerdere tijdspunten. Om de score op de SMFA-NL vragenlijst begrijpelijker te maken, zijn normwaarden van de Nederlandse bevolking verzameld. Tevens is vastgesteld welke verbetering in score door patiënten als een relevante verbetering wordt gezien. Tenslotte ontwikkelde De Graaf een voorspellingsmodel, waarmee na zes weken na een ongeval voorspeld kan worden of een patiënt na één jaar volledig hersteld zal zijn wat betreft fysiek functioneren.
Volgens De Graaf kan de SMFA-NL tijdens de behandeling gebruikt worden om het fysiek functioneren van individuele patiënten in kaart te brengen en te vervolgen. Tevens kan de SMFA-NL gebruikt worden in wetenschappelijk onderzoek om verschillende behandelingen na een ongeval te vergelijken.
CV Max de Graaf
Max de Graaf (1990) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotieonderzoek vond plaats in het kader van een MD/PhD-traject bij de afdeling Traumachirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Momenteel is hij werkzaam als Arts-assistent op de spoedeisende hulp in het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen. De titel van zijn proefschrift luidt: “The measurement and prediction of physical functioning after trauma”.