Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

The severity of anaphylactic and systemic allergic reactions

Promotie:Mw. M.E. (Ella) Pettersson
Wanneer:18 juni 2018
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. A.E.J. Dubois, prof. dr. G.H. (Gerard) Koppelman
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
The severity of anaphylactic and systemic allergic reactions

Onderzoek naar factoren achter ernstige allergische reacties

Eleonore Pettersson verrichtte onderzoek naar de biochemische, genetische en klinische factoren die van invloed zijn op de ernst van een allergische reactie. Zij keek daarbij in het bijzonder naar de ernst van systemische en anafylactische reacties (ernstige allergische reacties) bij kinderen met voedselallergie en bij volwassen met wespenallergie. Pettersson concludeert onder andere dat allergische reacties tegen cashewnoot ernstiger van aard zijn dan die tegen pinda’s en boomnoten. Daarom moeten er volgens haar nieuwe maatregelen komen tegen cashewnoten allergie.

Een manier om onderzoek te doen naar voedselallergieën is door gebruik te maken van een speciale test waarin precies bestudeerd kan worden wat er gebeurt tussen het moment van innemen van een allergeen voedingsmiddel en een allergische reactie. Dat kan met een open of dubbelblind placebo gecontroleerde voedsel provocatietest (DBPCVP). Bij een dubbelblinde placebo test weet niemand wanneer het verdachte voedingsmiddel in de voeding zit. Patiënten kunnen daardoor meerdere doses van een allergeen voedingsmiddel binnenkrijgen. Daarom was een van Petterssons vragen of een interval van 30 minuten tussen de voedingen veilig is voor kinderen die eerder meer dan 30 minuten nodig hadden om te reageren. Op basis van haar resultaten concludeert zij dat dit het geval is.

Pettersson gebruikte de DBPCVP test om de drempelwaarde ‘eliciting dose’, het ingenomen voedsel dat een allergische reactie veroorzaakt, de cumulatieve dosis en de ernst van een allergische reactie in twee groepen kinderen te kunnen vergelijken: kinderen die binnen of na dertig minuten een allergische reactie krijgen. Zij concludeert onder andere dat de relatie tussen de ‘eliciting dose’ en de ernst van DBPCVP-reacties niet geschikt is voor klinische besluitvorming. In plaats daarvan moeten deze drempelwaarde en de ernst van de reactie volgens Pettersson als afzonderlijke factoren bij voedselallergie worden beschouwd. De meerderheid van de factoren die de ernst van anafylactische en systemische allergische reacties bepalen, blijft dus vooralsnog onbekend.

Eleonore Pettersson (1988) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichte haar onderzoek binnen de afdeling Kindergeneeskunde en onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek viel binnen het raamwerk van GRIAC, het Groningen Research Institute for Asthma and COPD. De titel van het proefschrift is: “The severity of anaphylactic and systemic allergic reactions”.