Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Inflammatory Bowel Disease

'New genes, rare variants & moving towards clinical practice'
Promotie:Mw. M.C. (Marijn) Visschedijk
Wanneer:05 september 2018
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. R.K. (Rinse) Weersma, prof. dr. C. (Cisca) Wijmenga
Copromotors:dr. C.C. van Diemen, E.A.M. Festen
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Inflammatory Bowel Disease

Meer inzicht in genetische risicofactoren van chronische darmziekten

Marijn Visschedijk onderzocht de genetische risicofactoren die de kans op de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa vergroten. Ze identificeerde meerdere nieuwe risicogenen en zeldzame genetische varianten voor beide aandoeningen. Daarnaast ontdekte zij een gen (WWOX) dat ziektegedrag beïnvloedt bij patiënten met de ziekte van Crohn bij wie vernauwingen in de darmen ontstaan. Deze ontdekkingen vergroten het inzicht in het ontstaan van de ziekten en in het ziektegedrag en daarmee brengen ze een effectieve behandeling op maat dichterbij.

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn chronische ontstekingsziekten van de darm, in het Engels Inflammatory Bowel Disease (IBD). Behalve ontsteking van het maagdarmkanaal heeft een kwart van de IBD-patiënten ook klachten buiten het maagdarmkanaal. Het ontstaan van IBD wordt door meerdere factoren beïnvloed. Omgevingsfactoren zoals roken, medicatie en dieet en genetische factoren spelen een rol. Op dit moment denken wetenschappers dat het immuunsysteem van genetisch gevoelige patiënten overactief reageert op de darmbacterie-samenstelling van de darm. Om meer inzicht te krijgen in het ontstaan van IBD is onderzoek naar de genetische risicofactoren van groot belang.

Visschedijk maakte voor haar genetisch onderzoek onder andere gebruik van de gegevens uit een groot Nederlands populatieonderzoek, de landelijke biobank van het Parelsnoer Instituut. Zij identificeerde en bevestigde een aantal nieuwe genetische risicovarianten voor IBD: UBE2L3, BCL3, HNF4-α en CDH1. Ook trof ze zeldzame genetische varianten aan van colitis ulcerosa (MUC2) en primary sclerosing cholangitis (ontstekingen in de lever). Naast varianten die van invloed zijn op het ontstaan van de ziekte, zijn er ook varianten die het ziektegedrag kunnen beïnvloeden. Visschedijk concludeert dat patiënten met de ziekte van Crohn die verlittekening/vernauwingen ontwikkelen significant vaker het WWOX-gen bij zich dragen als patiënten met een mildere ziekte van Crohn. Zij waarschuwt dat er eerst verder onderzoek nodig is naar het exacte effect van de gevonden risicogenen om behandelingen effectiever te maken en beter op de individuele patiënt af te kunnen stemmen.

Marijn Visschedijk (1982) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichte haar onderzoek binnen de afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten en onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd betaald met een AGIKO-stipendium van ZonMW. Hierdoor kon Visschedijk haar opleiding tot maag-darm-leverarts met 2 jaar verlengen en het wetenschappelijk onderzoek verrichten dat heeft geresulteerd in dit proefschrift. De titel van het proefschrift is: “Inflammatory bowel disease. New genes, rare variants & moving towards clinical practice”.