Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Feasibility of cardiovascular population-based CT screening

Promotie:Mw. M. (Marleen) Vonder
Wanneer:05 september 2018
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. M. (Matthijs) Oudkerk, prof. dr. R. (Rozemarijn) Vliegenthart
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Feasibility of cardiovascular population-based CT screening

Unieke studie naar vroege screening en behandeling hart- en vaatziekten

Veel mensen in Nederland krijgen en lijden aan hart- en vaatziekten. Het ROBINSCA-onderzoek, een proefbevolkingsonderzoek waarvoor 394.000 Nederlanders van middelbare leeftijd benaderd werden, moet duidelijk maken of het vroegtijdig opsporen met (CT) screening en behandelen van mensen zonder klachten maar met een verhoogd risico een positief effect heeft, en zo ja, of het moet worden ingevoerd in Nederland. Marleen Vonder beschrijft dit onderzoek in haar proefschrift. Zij concludeert onder andere dat CT bevolkingsonderzoek zoals het ROBINSCA-onderzoek haalbaar is, en dat de stralingsdosis aanzienlijk omlaag kan door gebruik van de laatste generatie CT-scanners en van gecombineerde screening protocollen.

Preventie speelt een steeds belangrijkere en grotere rol in de gezondheidszorg. Tegelijk zijn we kritisch over het gebruik van straling in medisch onderzoek. Het proefbevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten met behulp van CT dat wordt beschreven in Vonders proefschrift is nog niet eerder uitgevoerd. Binnen dit onderzoek, waaraan circa 43.500 mensen deelnemen, worden drie studiegroepen met elkaar vergeleken om de effectiviteit van screening naar hart- en vaatziekten (HVZ), gevolgd door behandeling in het geval van een verhoogd risico, te kunnen bepalen. Deelnemers uit de eerste groep worden gescreend door middel van een CT-scan om de aanwezigheid en hoeveelheid van kransslagaderverkalking te bepalen. Deelnemers uit de tweede groep worden onderzocht op basis van bloeddruk en bloedwaarden, en de derde groep vormt de controlegroep. Als er volgens de screening een verhoogd risico op hart- en vaatziekten bestaat, krijgen deelnemers medicatie.

In de komende jaren worden alle deelnemers gevolgd om te achterhalen of screenen gevolgd door behandeling leidt tot de meeste gezondheidswinst, en welke manier van screenen dan het beste is. De resultaten van het ROBINSCA-onderzoek worden gebruikt om de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te kunnen adviseren over vroege opsporing van hart- en vaatziekten in Nederland. Vonder concludeert nu dus alvast dat de stralingsdosis van de CT scan omlaag kan, mits aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan. Wel moeten er volgens haar duidelijke richtlijnen zijn voor kwaliteitscontrole zodat de uitkomst van de CT-scans met minder straling betrouwbaar blijft. Tot slot geeft zij aanbevelingen hoe de dosisreductie kan worden bereikt en waar de kwaliteitscontrole uit dient te bestaan.

Marleen Vonder (1989) studeerde Technische Geneeskunde aan de Universiteit Twente. Zij verrichte haar onderzoek binnen het Center for Medical Imaging van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) in samenwerking met de afdeling Maatschappelijk Gezondheidszorg van het Erasmus MC Rotterdam. Het onderzoek werd onder andere gefinancierd door de Europese Unie in de vorm van ERC-beurzen. Vonder blijft ook na haar promotie als onderzoeker verbonden aan het UMCG. De titel van haar proefschrift is: “Feasibility of cardiovascular population-based CT screening”.