Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws

Promotie Mw. M. Behanova: Area- and individual-level socioeconomic differences in health and health-risk behaviours. A comparison of Slovak and Dutch cities

Wanneer:di 24-06-2014 10:00 - 11:00
Waar:Aula

Nederlandse achterstandsbuurt beïnvloedt gezondheid negatief

In Nederland heeft het wonen in een achterstandsbuurt in Nederland een negatief verband met gezondheid, maar in Slowakije niet. Tot die conclusie komt Martina Behanová in haar promotieonderzoek. Ze bestudeerde de invloed van de stedelijke context op de gezondheid van burgers, zowel in West-Europa (Nederland) als Centraal-Europa (Slowakije).

Steden zijn de plekken waar de ongelijkheid in gezondheid van inwoners vaak het meest zichtbaar is. Gezondheid en kwaliteit van leven zijn ongelijk verdeeld; ze zijn beter in wijken met dure koophuizen en slechter in achterstandsbuurten met goedkopere huurhuizen. Dat geldt niet alleen binnen Nederlandse steden, maar ook binnen andere Europese steden. Onderzoek dat West-Europa vergelijkt met Centraal-Europa is evenwel schaars. Behanová gebruikte voor haar onderzoek gegevens uit een Europees onderzoeksproject, waaraan onder andere twee Nederlandse (Amsterdam en Utrecht) en twee Slowaakse (Bratislava en Košice) steden meededen.

De promovenda concludeert dat Slowaakse burgers het meest ongezond leven, ook al kon er geen verband gevonden worden tussen een slechte gezondheid en buurtachterstand. In Amsterdam en Utrecht bleek dat verband er wel te zijn, daar nam het risico van negatieve gezondheidsuitkomsten en riskant gedrag (bijvoorbeeld ‘binge’ drinken) toe met de mate van achterstand van een buurt. Nederlandse beleidsmakers moeten daarom volgens Behanová gezondheidsstrategieën ontwikkelen die in het bijzonder gericht zijn op psychisch welzijn en gezondheidsgedrag in achterstandsbuurten.

Martina Behanová (1983) studeerde Public Health aan de Universiteit van Trnava, Slowakije. Zij verrichtte haar onderzoek bij het Department of Public Health (Safarik Universiteit, Košice, Slowakije) in een samenwerkingsverband tussen de Safarik University en de afdeling Sociale geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door het zevende Kaderprogramma van de EU (EURO-URHIS 2) en door het Slovak Research and Development Agency.

View this page in: English